Oefening 1: Dialoog

Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.

Manon décide de trier son armoire, et son mari vient s'en mêler.

Manon besluit haar kast op te ruimen, en haar man bemoeit zich ermee.
1. Stéphane: Manon ? Tu fais quoi ? (Manon? Wat ben je aan het doen?)
2. Manon: Je suis dans la chambre, je trie mes vêtements. J'ai beaucoup de vêtements qui ne me vont plus. (Ik ben in de kamer, ik sorteer mijn kleren. Ik heb veel kleren die me niet meer passen.)
3. Stéphane: Il faut que tu regardes aussi tes chaussures. (Je moet ook naar je schoenen kijken.)
4. Manon: Oui, je sais. Regarde ! J'ai déjà mis de côté trois pantalons et deux jupes. (Ja, ik weet het. Kijk! Ik heb al drie broeken en twee rokken apart gelegd.)
5. Stéphane: Quoi ? Tu vas jeter ta jupe rose à fleurs ? C'est celle que tu portais le jour de notre rencontre... (Wat? Ga je je roze bloemenrok weggooien? Dat is degene die je droeg op de dag dat we elkaar ontmoetten...)
6. Manon: Oui, je la portais à l'université... Maintenant, elle est trop petite. (Ja, die droeg ik op de universiteit... Nu is hij te klein.)
7. Stéphane: Le temps passe vite ! Et ton manteau blanc, tu ne le mets jamais. (De tijd gaat snel! En je witte jas, die draag je nooit.)
8. Manon: Oui, je trouve qu'il ne me va pas. (Ja, ik vind dat hij me niet staat.)
9. Stéphane: C'est pour ça qu'il faut essayer avant d'acheter. (Daarom moet je passen voordat je koopt.)
10. Manon: Toutes mes chaussettes ont des trous, j'ai besoin de nouvelles paires. Et un nouveau jean aussi. (Al mijn sokken hebben gaten, ik heb nieuwe paren nodig. En ook een nieuwe spijkerbroek.)
11. Stéphane: Ça veut dire qu'on doit aller faire du shopping... Je ne viens plus dans ta chambre, ça finit toujours comme ça ! (Dat betekent dat we moeten gaan winkelen... Ik kom niet meer naar jouw kamer, het eindigt altijd zo!)

Oefening 2: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Que fait Manon dans la chambre ?

(Wat doet Manon in de slaapkamer?)

2. Quels vêtements Manon a-t-elle déjà retirés ?

(Welke kleren heeft Manon al verwijderd?)

3. Pourquoi Manon veut-elle se débarrasser de sa jupe rose à fleurs ?

(Waarom wil Manon van haar roze bloemenrok af?)

4. Que dit Stéphane à propos du manteau blanc de Manon ?

(Wat zegt Stéphane over Manons witte jas?)

Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Quels vêtements Manon souhaite-t-elle acheter ?
  2. Welke kleren wil Manon kopen?
  3. Pourquoi Stéphane conseille-t-il à Manon d'essayer les vêtements avant de les acheter ?
  4. Waarom raadt Stéphane Manon aan de kleren te passen voordat ze ze koopt?
  5. Aimes-tu faire les magasins pour acheter des vêtements ? Pourquoi ou pourquoi pas ?
  6. Hou je ervan om te winkelen voor kleren? Waarom wel of waarom niet?
  7. Comment fais-tu le tri dans ta garde-robe ? Quels vêtements gardes-tu et quels vêtements donnes-tu ou jettes-tu ?
  8. Hoe sorteer je in je kledingkast? Welke kleren houd je en welke geef of gooi je weg?

Oefening 4: Oefening in context

Instructie: Choisis deux tenues et décris les.

  1. https://www.laredoute.fr/fashion.aspx