A1.28: Karakter en persoonlijkheid

Caractère et personnalité

Leer hoe je in het Frans over karakter en persoonlijkheid spreekt met behulp van positieve en negatieve eigenschappen, superlatieven zoals 'le plus' en 'le moins', en belangrijke werkwoorden als 'connaître' en 'paraître'. Oefen met praktische dialogen en begrijp de verschillen met het Nederlands voor een natuurlijke communicatie.

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

Woordenschat (16)

 Agréable: aangenaam (French)

Agréable

Show

Aangenaam Show

 Dynamique: dynamisch (French)

Dynamique

Show

Dynamisch Show

 Stressé: gestrest (French)

Stressé

Show

Gestrest Show

 Gentil: aardig (French)

Gentil

Show

Aardig Show

 Intelligent: intelligent (French)

Intelligent

Show

Intelligent Show

 Méchant: gemeen (French)

Méchant

Show

Gemeen Show

 Courageux: moedig (French)

Courageux

Show

Moedig Show

 Timide: verlegen (French)

Timide

Show

Verlegen Show

 Drôle: grappig (French)

Drôle

Show

Grappig Show

 Généreux: gul (French)

Généreux

Show

Gul Show

 Menteur: leugenaar (French)

Menteur

Show

Leugenaar Show

 Connaître (kennen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Connaître

Show

Kennen Show

 Paraître (eruitzien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Paraître

Show

Eruitzien Show

 Amusant: grappig (French)

Amusant

Show

Grappig Show

 Maladroit: onhandig (French)

Maladroit

Show

Onhandig Show

 Paresseux: lui (French)

Paresseux

Show

Lui Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
famille. | est le | Mon frère | plus gentil | de la
Mon frère est le plus gentil de la famille.
(Mijn broer is de liefste van de familie.)
2.
la moins | ses amies. | Elle est | timide de
Elle est la moins timide de ses amies.
(Zij is de minst verlegen van haar vriendinnen.)
3.
c'est Paul. | Le plus | courageux de | notre classe,
Le plus courageux de notre classe, c'est Paul.
(De moedigste van onze klas is Paul.)
4.
connaisse. | que je | Ton professeur | plus intelligent | est le
Ton professeur est le plus intelligent que je connaisse.
(Jouw leraar is de slimste die ik ken.)
5.
la plus | les fêtes. | drôle pendant | Marie est
Marie est la plus drôle pendant les fêtes.
(Marie is de grappigste tijdens de feestdagen.)
6.
travail. | Ils sont | les moins | stressés au
Ils sont les moins stressés au travail.
(Zij zijn het minst gestrest op het werk.)

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Marie est la plus gentille de toutes mes collègues. (Marie is de liefste van al mijn collega’s.)
Il paraît très timide quand il rencontre de nouvelles personnes. (Hij lijkt erg verlegen wanneer hij nieuwe mensen ontmoet.)
Les enfants sont les plus amusants quand ils jouent ensemble. (Kinderen zijn het leukst als ze samen spelen.)
Je connais un homme courageux qui travaille chez les pompiers. (Ik ken een moedige man die bij de brandweer werkt.)

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Classificeer de woorden op basis van of ze positieve of negatieve persoonlijkheidskenmerken beschrijven, om de karakters beter te leren kennen.

Traits de personnalité positifs

Traits de personnalité négatifs

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Menteur


Leugenaar

2

Dynamique


Dynamisch

3

Méchant


Gemeen

4

Connaître


Kennen

5

Généreux


Gul

Exercice 5: Gespreksoefening

Instruction:

  1. Beschrijf en vergelijk de mensen. (Beschrijf en vergelijk de mensen.)
  2. Beschrijf je eigen karakter. (Beschrijf je eigen karakter.)
  3. Beschrijf je familieleden en vrienden. (Beschrijf je gezinsleden en vrienden.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Juliette et Lukas forment un couple affectueux.

Juliette en Lukas zijn een liefdevol stel.

Raúl est la personne la plus renfermée. Il est introverti.

Raúl is de meest gesloten persoon. Hij is introvert.

Caitlin n'est pas sportive ; elle est la personne la moins active.

Caitlin is niet sportief; ze is de minst actieve persoon.

Il est la personne la plus paresseuse.

Hij is de luieste persoon.

Je semble paresseux mais je suis actif.

Ik lijk lui, maar ik ben actief.

Je peux être timide si je ne connais pas les gens.

Ik kan verlegen zijn als ik de mensen niet ken.

Il n'est pas honnête.

Hij is niet eerlijk.

Elle est très amicale mais pas très intelligente.

Zij is erg vriendelijk maar niet erg slim.

Ce sont des étudiants intelligents.

Zij zijn intelligente studenten.

Ils sont plutôt bêtes, mais nous ne le leur dirons pas.

Ze zijn nogal dom, maar we zullen het hen niet vertellen.

...

Oefening 6: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 7: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Je ____ bien mon collègue parce qu'il est très dynamique.

(Ik ____ mijn collega goed omdat hij erg dynamisch is.)

2. Elle ____ toujours courageuse même dans les moments difficiles.

(Ze ____ altijd moedig, zelfs in moeilijke momenten.)

3. Nous ____ les nouvelles collègues qui sont très gentilles.

(Wij ____ de nieuwe collega’s die erg aardig zijn.)

4. Tu ____ parfois un peu stressé, mais tu es très courageux.

(Jij ____ soms een beetje gestrest, maar je bent erg moedig.)

Oefening 8: De persoonlijkheid van een nieuwe collega beschrijven

Instructie:

Dans notre équipe, nous (Connaître - Présent) bien plusieurs personnes. Aujourd'hui, je vous parle de Julie. Elle (Paraître - Présent) toujours très dynamique et gentille. Moi, je (Connaître - Présent) aussi son frère, qui est un peu plus timide. Nous (Paraître - Présent) parfois stressés au travail, mais Julie, elle, (Paraître - Présent) beaucoup plus calme. C'est la collègue la plus agréable de tous !


In ons team kennen wij (kennen - tegenwoordige tijd) verschillende mensen goed. Vandaag vertel ik jullie over Julie. Zij lijkt (lijken - tegenwoordige tijd) altijd heel energiek en vriendelijk. Ik ken (kennen - tegenwoordige tijd) ook haar broer, die wat verlegen is. Wij lijken (lijken - tegenwoordige tijd) soms gestrest op het werk, maar Julie, zij lijkt (lijken - tegenwoordige tijd) veel rustiger. Ze is de leukste collega van allemaal!

Werkwoordschema's

Connaître - kennen

Présent

  • je connais
  • tu connais
  • il/elle/on connaît
  • nous connaissons
  • vous connaissez
  • ils/elles connaissent

Paraître - lijken

Présent

  • je parais
  • tu parais
  • il/elle/on paraît
  • nous paraissons
  • vous paraissez
  • ils/elles paraissent

Oefening 9: Les superlatifs: "Le plus, Le moins,etc..."

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De overtreffende trap: "Le plus, Le moins," enzovoort

Toon vertaling Toon antwoorden

les moins, la moins, le plus, le moins, la plus

1. Positif :
Il est ... gentil de la classe.
(Hij is de aardigste van de klas.)
2. Négatif:
Lundi est le jour ... apprécié de la semaine.
(Maandag is de minst geliefde dag van de week.)
3. Positif :
Mon frère est ... fort de l'équipe.
(Mijn broer is de sterkste van het team.)
4. Négatif:
C'est ... stressée de l'équipe.
(Ze is de minst gestreste van het team.)
5. Négatif:
Je mange ... bons plats à l'école.
(Ik eet de minst goede gerechten op school.)
6. Négatif:
Je trouve que Paul est ... agréable.
(Ik vind dat Paul het minst aardig is.)
7. Positif:
C'est la voiture ... rapide que je conduis.
(Het is de snelste auto die ik bestuur.)
8. Positif :
Mon ami est ... amusant du groupe.
(Mijn vriend is de grappigste van de groep.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.28.2 Grammaire

Les superlatifs: "Le plus, Le moins,etc..."

De overtreffende trap: "Le plus, Le moins," enzovoort


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Connaître kennen

present

Frans Nederlands
(je/j') je connais ik ken
tu connais jij kent
(il/elle/on) il connaît / elle connaît / on connaît hij kent/zij kent/men kent
nous connaissons wij kennen
vous connaissez u kent
(ils/elles) ils connaissent / elles connaissent zij kennen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Paraître eruitzien

present

Frans Nederlands
(je/j') je parais/j'apparais ik zie eruit/ik lijk
tu parais jij ziet eruit
(il/elle/on) il paraît hij lijkt
nous paraissons wij zien eruit
vous paraissez jullie zien eruit / u ziet eruit
(ils/elles) ils paraissent zij zien eruit

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Charakter en persoonlijkheid in het Frans leren

Deze les helpt je om over karaktereigenschappen en persoonlijkheden te praten in het Frans, een onmisbaar onderdeel voor dagelijkse gesprekken op werk, in een café of bij ontmoetingen. Je leert over positieve en negatieve persoonlijkheidskenmerken, zoals gentil (vriendelijk) en paresseux (lui).

Superlatieven gebruiken

Een belangrijk onderdeel van deze les zijn de superlatieve vormen om iets of iemand met anderen te vergelijken, zoals le plus (de meest) en le moins (de minst). Bijvoorbeeld: Marie est la plus gentille de toutes mes collègues. (Marie is de vriendelijkste van al mijn collega’s).

Praktische dialogen

De les bevat diverse dialogen om het gebruik van superlatieven en persoonlijkheid te oefenen in situaties zoals op het werk, in een café of in het park. Dit maakt het leren realistisch en toepasbaar.

Werkwoorden en zinsbouw

Daarnaast oefen je belangrijke werkwoorden zoals connaître (kennen) en paraître (lijken), die vaak voorkomen bij het beschrijven van mensen. Bijvoorbeeld: Je connais bien mon collègue parce qu'il est très dynamique.

Kenmerken leren classificeren

Je leert ook onderscheid maken tussen positieve en negatieve kenmerken door woorden te groeperen, wat helpt bij het beter begrijpen en onthouden van woordenschat rondom persoonlijkheid.

Tips over taalverschillen

In het Frans zijn bij het gebruik van superlatieven het lidwoord en de overeenkomst met het zelfstandig naamwoord erg belangrijk, iets dat in het Nederlands vaak wegvalt. Bijvoorbeeld: le plus gentil betekent de vriendelijkste, waarbij het lidwoord en bijvoeglijk naamwoord samen wijzigen. Ook kunnen kennissen en lijken in het Frans anders gebruikt worden dan in het Nederlands, let dus goed op de vervoegingen en context.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏