Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je de Franse présent progressif gebruikt met "être en train de" om acties aan te duiden die op dit moment plaatsvinden. Deze les bevat uitleg, voorbeelden en belangrijke verschillen met het Nederlands voor beginners (A1).
Être au présentForme complète (Volledige vorm)
Je suis + en train de + verbe (Ik ben + bezig met + werkwoord)Je suis en train de signer
Tu es + en train de + verbe (Je bent + bezig met + werkwoord)Tu es en train de louer
Il / Elle / On est + en train de + verbe (Hij / Zij / Men is + bezig met + werkwoord)Elle est en train d'acheter
Nous sommes + en train de + verbe (Wij zijn + bezig met + werkwoord)Nous sommes en train de parler
Vous êtes + en train de + verbe (U bent + bezig met + werkwoord)Vous êtes en train de signer
Ils / Elles sont + en train de + verbe (Zij zijn + bezig met + werkwoord)Ils sont en train de louer

Oefening 1: Le présent progressif: "Être en train de"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

êtes en train de, suis en train de, sommes en train de, sont en train d', es en train de, est en train de

1.
Elle ... préparer le contrat de location avec le propriétaire.
(Ze is de huurovereenkomst met de eigenaar aan het voorbereiden.)
2.
Tu ... décorer le logement.
(Je bent het huis aan het versieren.)
3.
Ils ...acheter un appartement.
(Ze zijn een appartement aan het kopen.)
4.
Je ... choisir le quartier où habiter.
(Ik ben bezig de wijk uit te kiezen waar ik wil wonen.)
5.
Je ... signer le contrat de location.
(Ik ben bezig het huurcontract te ondertekenen.)
6.
Vous ... comparer les logements du lotissement.
(Je bent bezig de woningen van de woonwijk te vergelijken.)
7.
Nous ... visiter la tour.
(We zijn de toren aan het bezoeken.)
8.
Elle ... visiter la villa.
(Ze is de villa aan het bezoeken.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Je _____ en train de signer le contrat pour louer la villa.

(Ik _____ het contract aan het ondertekenen om de villa te huren.)

2. Tu _____ en train de louer un appartement dans le quartier.

(Jij _____ een appartement aan het huren in de wijk.)

3. Ils _____ en train de visiter l'immeuble avant de signer le contrat.

(Zij _____ het gebouw aan het bezoeken voor ze het contract ondertekenen.)

4. Nous _____ en train de chercher un logement à louer dans ce lotissement.

(Wij _____ een woning aan het zoeken om te huren in deze woonwijk.)

5. Elle _____ en train de parler avec le propriétaire pour partager un logement.

(Zij _____ met de eigenaar aan het praten om een woning te delen.)

6. Vous _____ en train de louer une villa dans la tour moderne.

(U _____ een villa aan het huren in de moderne toren.)

Le présent progressif: "Être en train de"

In deze les leer je hoe je de "présent progressif" in het Frans gebruikt met de constructie "être en train de". Dit wordt gebruikt om een actie aan te duiden die op dit moment bezig is, vergelijkbaar met het Nederlandse "ik ben aan het ...". De vorm combineert het werkwoord être in de tegenwoordige tijd met "en train de" gevolgd door een infinitief.

Structuur van de vorm

  • Je suis en train de + werkwoord (Ik ben aan het...)
  • Tu es en train de + werkwoord (Jij bent aan het...)
  • Il/Elle/On est en train de + werkwoord (Hij/Zij/Men is aan het...)
  • Nous sommes en train de + werkwoord (Wij zijn aan het...)
  • Vous êtes en train de + werkwoord (Jullie/u bent aan het...)
  • Ils/Elles sont en train de + werkwoord (Zij zijn aan het...)

Voorbeelden

Je suis en train de signer le contrat.
Tu es en train de louer un appartement.
Elle est en train d'acheter une maison.

Taalverschillen met het Nederlands

In het Nederlands drukken we ononderbroken handelingen uit met "ik ben aan het ...", terwijl het Frans hiervoor "être en train de" gebruikt. Belangrijk is dat je in het Frans altijd het hulpwerkwoord "être" vervoegt en daarna de vaste uitdrukking "en train de" toevoegt, gevolgd door het infinitief van het hoofdwerkwoord. Let ook op de klinkerbotsing bij "d'" voor een werkwoord dat begint met een klinker, zoals in "est en train d'acheter".

Enkele handige woorden en zinnen:
Être – zijn
En train de – bezig met
Signer – ondertekenen
Louer – huren
Acheter – kopen

Samenvatting voor A1-leerlingen

Deze les biedt een duidelijke manier om de progressieve tijd in het Frans te vormen, ideaal om te praten over wat je nú aan het doen bent. Het is een nuttige constructie die veel gebruikt wordt in informele gesprekken en dagelijkse situaties.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Alessia Calcagni

Talen voor communicatie in internationale ondernemingen en organisaties

Università degli Studi di Modena e Reggio Emilia

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

donderdag, 29/05/2025 15:58