10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie
En 2021, les prénoms les plus donnés en France sont Jade pour les filles, devant Louise et Emma, et Gabriel pour les garçons, suivi de Léo, Raphaël, Louis et Arthur.
In 2021 zijn de populairste voornamen in Frankrijk Jade voor meisjes, gevolgd door Louise en Emma, en Gabriel voor jongens, gevolgd door Léo, Raphaël, Louis en Arthur.

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
prénoms voornamen
France Frankrijk
filles meisjes
garçons jongens
monsieur meneer
madame mevrouw
mademoiselle mevrouw (ongetrouwd)
nom naam
comment hoe
je m'appelle ik heet
toi jij
se présenter zich voorstellen
présenter voorstellen

Oefening 2: Dialoog

Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.

C’est le premier jour du cours de français, et Emilie rencontre le professeur Dupont.

Het is de eerste dag van de Franse les, en Emilie ontmoet docent Dupont.
1. Monsieur Dupont: Bonjour et bienvenue ! Je suis Monsieur Dupont, votre professeur de français. (Hallo en welkom! Ik ben meneer Dupont, jouw leraar Frans.)
2. Louise: Comment tu t'appelles ? (Hoe heet jij?)
3. Monsieur Dupont: Bonjour Monsieur ! Je m'appelle Louise. (Hallo meneer! Ik heet Louise.)
4. Louise: Très bien, Louise. Quel est ton nom de famille ? (Heel goed, Louise. Wat is je achternaam?)
5. Monsieur Dupont: Mon nom de famille est Dupuis. (Mijn achternaam is Dupuis.)
6. Louise: Merci, Louise Dupuis. Est-ce que tu as un surnom ? (Dank je, Louise Dupuis. Heb je een bijnaam?)
7. Monsieur Dupont: Oui, mes amis m'appellent Mimi. (Ja, mijn vrienden noemen me Mimi.)
8. Louise: C'est drôle ! Et comment s'écrit ton nom ? (Dat is grappig! En hoe schrijf je je naam?)
9. Monsieur Dupont: D-U-P-U-I-S. (D-U-P-U-I-S.)
10. Louise: Enchanté de faire ta connaissance ! (Aangenaam kennis te maken!)
11. Monsieur Dupont: Moi aussi, Monsieur Dupont. (Ik ook, meneer Dupont.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Comment s'appelle l'élève ?

(Hoe heet de leerling?)

2. Quel est le nom de famille de Louise ?

(Wat is de achternaam van Louise?)

3. Quel est le surnom de Louise ?

(Wat is de bijnaam van Louise?)

4. Comment s'écrit le nom de famille de Louise ?

(Hoe schrijf je de achternaam van Louise?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Comment tu t'appelles ?
    2. Hoe heet je?
  2. Quel est ton prénom et ton nom de famille ?
    3. Wat is je voornaam en achternaam?
  3. As-tu un surnom ? Lequel ?
    4. Heb je een bijnaam? Welke?
  4. Peux-tu épeler ton nom, s’il te plaît ?
    5. Kun je je naam spellen, alsjeblieft?