Oefening 1: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Quentin arrive à son premier jour en tant que jardinier et sa supérieur est très autoritaire.

Quentin komt aan op zijn eerste dag als tuinman en zijn leidinggevende is erg autoritair.
1. Quentin: Bonjour, je m'appelle Quentin, je suis le nouveau jardinier du parc. (Hallo, ik ben Quentin, ik ben de nieuwe tuinier van het park.)
2. Zoé: Enchantée, moi c'est Zoé, je suis ta responsable ici. (Aangenaam, ik ben Zoé, ik ben jouw verantwoordelijke hier.)
3. Quentin: Très bien ! Qu’est-ce que je dois faire ? (Heel goed! Wat moet ik doen?)
4. Zoé: Va chercher un arrosoir et arrose les fleurs. (Ga een gieter halen en geef de bloemen water.)
5. Quentin: Est-ce que je dois aussi arroser la plante près du banc ? (Moet ik ook de plant naast de bank water geven?)
6. Zoé: Prends ce sac de graines. (Neem deze zak met zaden.)
7. Quentin: Je dois aussi prendre de la terre ? (Moet ik ook aarde meenemen?)
8. Zoé: Oui, fais un trou dans la terre, mets la graine et arrose-la tous les jours. (Ja, maak een gat in de aarde, leg het zaad erin en geef het elke dag water.)
9. Quentin: D’accord, je fais ça. C’est des graines de quoi ? (Oké, dat doe ik. Van wat voor zaadjes is dat?)
10. Zoé: Ce sont des graines de roses. Bon, je dois y aller. Appelle-moi si tu as besoin d’aide. (Het zijn rozenzaden. Goed, ik moet gaan. Bel me als je hulp nodig hebt.)
11. Quentin: Et pour l’herbe, que dois-je faire ? (En het gras, wat moet ik doen?)
12. Zoé: Tonds la pelouse chaque semaine. (Gras elke week maaien.)
13. Quentin: Et les feuilles qui tombent des arbres ? (En de bladeren die van de bomen vallen?)
14. Zoé: Ramasse-les ! (Raap ze op!)

Oefening 2: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Que doit faire Quentin en premier, selon Zoé ?

(Wat moet Quentin als eerste doen, volgens Zoë?)

2. Quentin demande s'il doit arroser la plante près de quoi ?

(Quentin vraagt of hij de plant bij wat moet water geven?)

3. Selon Zoé, comment doit-on planter une graine ?

(Volgens Zoë, hoe moet je een zaadje planten?)

4. Que doit faire Quentin avec la pelouse ?

(Wat moet Quentin met het gras doen?)

Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. Quentin doit-il arroser les plantes chaque jour ? Pourquoi ?
  2. Moet Quentin elke dag de planten water geven? Waarom?
  3. Comment prend-on soin de la pelouse dans un jardin ?
  4. Hoe verzorgt men het gazon in een tuin?
  5. Quelles sont les étapes pour planter une graine correctement ?
  6. Wat zijn de stappen om een zaadje correct te planten?
  7. Quels outils de jardinage trouvez-vous utiles pour entretenir un jardin ?
  8. Welke tuingereedschappen vindt u nuttig om een tuin te onderhouden?