Exercise 1: Listening comprehension
Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.
| Word | Translation |
|---|---|
| De Staten-Generaal | The States General |
| De Grondwet | The Constitution |
| Zijne Majesteit | His Majesty |
| De koning | The king |
| Het Koninklijk Huis | The Royal House |
| De koningin | The queen |
| Zijne Hoogheid | His Highness |
| De prins | The prince |
| De prinses | The princess |
| De politiek | Politics |
| De politieke partijen | The political parties |
| De Kamervoorzitter | The Speaker of the House |
| De Tweede Kamer | The House of Representatives |
| De Eerste Kamer | The Senate |
Exercise 2: Dialogue
Instruction: Read the dialogue and answer the questions.
Nederland is een democratie, met een koning als staatshoofd. en Belg spreekt een Nederlander aan bij de aankomst van de koning na de rijtoer
| 1. | Belg : | Wat gebeurt er vandaag in Nederland met de democratie? Zijn er verkiezingen? | (Wat gebeurt er vandaag in Nederland met de democratie? Zijn er verkiezingen?) |
| 2. | Nederlander: | Nee, vandaag zijn er geen verkiezingen, het is Prinsjesdag. | (Nee, vandaag zijn er geen verkiezingen, het is Prinsjesdag.) |
| 3. | Belg : | Heeft dat te maken met de politiek? | (Heeft dat te maken met de politiek?) |
| 4. | Nederlander: | Een beetje. Prinsjesdag is het begin van het politieke jaar in Nederland. | (Een beetje. Prinsjesdag is het begin van het politieke jaar in Nederland.) |
| 5. | Belg : | Waarom zijn koning Willem-Alexander en koningin Máxima hier dan? | (Waarom zijn koning Willem-Alexander en koningin Máxima hier dan?) |
| 6. | Nederlander: | Op Prinsjesdag leest de koning de Troonrede voor. In die rede vertelt hij over de plannen van de regering voor het komende jaar. | (Op Prinsjesdag leest de koning de Troonrede voor. In die rede vertelt hij over de plannen van de regering voor het komende jaar.) |
| 7. | Belg : | Ik dacht dat de koning vooral een symbolische rol had. | (Ik dacht dat de koning vooral een symbolische rol had.) |
| 8. | Nederlander: | Dat klopt. Hij is het staatshoofd en staat voor eenheid en continuïteit in de democratie. | (Dat klopt. Hij is het staatshoofd en staat voor eenheid en continuïteit in de democratie.) |
| 9. | Belg : | Is de koning ook lid van de regering? | (Is de koning ook lid van de regering?) |
| 10. | Nederlander: | Ja, de regering bestaat uit de ministers, de minister-president en de koning. | (Ja, de regering bestaat uit de ministers, de minister-president en de koning.) |
| 11. | Belg : | Nu begrijp ik het, bedankt voor de uitleg. | (Nu begrijp ik het, bedankt voor de uitleg.) |
Exercise 3: Questions about the text
Instruction: Read the text above and choose the correct answer.
1. Wat gebeurt er op Prinsjesdag in Nederland?
(What happens on Princes' Day in the Netherlands?)2. Hoe wordt het staatshoofd van Nederland genoemd volgens de tekst?
(What is the head of state of the Netherlands called according to the text?)3. Wat is de rol van de koning op Prinsjesdag?
(What is the role of the king on Princes' Day?)4. Uit welke personen bestaat de Nederlandse regering?
(Who makes up the Dutch government?)Exercise 4: Open conversation questions
Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.
- Wat gebeurt er meestal tijdens Prinsjesdag in Nederland?
- Welke rol heeft de koning volgens de tekst binnen de Nederlandse regering?
- Wat vind jij van de rol van een koning in een democratie?
- Kun je de Nederlandse regering vergelijken met de regering in jouw eigen land?
Exercise 5: Practice in context
Instruction: Bekijk het Wilhelmus. Vertaal de tekst van het volkslied. Waarom zingen Nederlanders over de koning van Spanje en "Duits" bloed in het volkslied?