De video toont de opening van de Staten-Generaal in de Ridderzaal, waar de aanwezigen worden verwelkomd en afwezigheden worden gemeld. Vervolgens wordt de commissie van in- en uitgeleide benoemd, die de koning en leden van het Koninklijk Huis begeleidt.
The video shows the opening of the States General in the Ridderzaal, where those present are welcomed and absences are reported. Subsequently, the escort committee is appointed, which accompanies the king and members of the Royal House.

Exercise 1: Listening comprehension

Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.

Word Translation
De Staten-Generaal The States General
De Grondwet The Constitution
Zijne Majesteit His Majesty
De koning The king
Het Koninklijk Huis The Royal House
De koningin The queen
Zijne Hoogheid His Highness
De prins The prince
De prinses The princess
De politiek Politics
De politieke partijen The political parties
De Kamervoorzitter The Speaker of the House
De Tweede Kamer The House of Representatives
De Eerste Kamer The Senate
Nederland is een democratie. (The Netherlands is a democracy.)
De mensen kiezen hun regering tijdens de verkiezingen. (People elect their government in elections.)
In het parlement zitten verschillende politieke partijen. (Parliament is made up of several political parties.)
De regering bestuurt het land met de steun van het parlement. (The government runs the country with the support of parliament.)
De regering bestaat uit de koning en de ministers, onder leiding van de minister-president. (The government consists of the king and the ministers, led by the prime minister.)
De koning van Nederland heet Willem-Alexander. (The king of the Netherlands is Willem‑Alexander.)
De koningin heet Máxima en Amalia is de kroonprinses. (The queen is Máxima and Amalia is the crown princess.)
De koning is het staatshoofd, maar zijn rol is vooral symbolisch. (The king is the head of state, but his role is largely symbolic.)
Hij is een teken van eenheid en stabiliteit in de Nederlandse democratie. (He is a symbol of unity and stability in Dutch democracy.)
Op Prinsjesdag, de officiële start van het politieke jaar, houdt de koning de Troonrede. (On Prinsjesdag, the official start of the political year, the king delivers the Speech from the Throne.)
In de Troonrede leest hij voor wat de regering dit jaar wil doen. (In the Speech from the Throne he sets out what the government plans to do this year.)

Exercise 2: Dialogue

Instruction: Read the dialogue and answer the questions.

Nederland is een democratie, met een koning als staatshoofd. en Belg spreekt een Nederlander aan bij de aankomst van de koning na de rijtoer

The Netherlands is a democracy, with a king as head of state. A Belgian addresses a Dutchman upon the king's arrival after the procession.
1. Belg : Wat gebeurt er vandaag in Nederland met de democratie? Zijn er verkiezingen? (Wat gebeurt er vandaag in Nederland met de democratie? Zijn er verkiezingen?)
2. Nederlander: Nee, vandaag zijn er geen verkiezingen, het is Prinsjesdag. (Nee, vandaag zijn er geen verkiezingen, het is Prinsjesdag.)
3. Belg : Heeft dat te maken met de politiek? (Heeft dat te maken met de politiek?)
4. Nederlander: Een beetje. Prinsjesdag is het begin van het politieke jaar in Nederland. (Een beetje. Prinsjesdag is het begin van het politieke jaar in Nederland.)
5. Belg : Waarom zijn koning Willem-Alexander en koningin Máxima hier dan? (Waarom zijn koning Willem-Alexander en koningin Máxima hier dan?)
6. Nederlander: Op Prinsjesdag leest de koning de Troonrede voor. In die rede vertelt hij over de plannen van de regering voor het komende jaar. (Op Prinsjesdag leest de koning de Troonrede voor. In die rede vertelt hij over de plannen van de regering voor het komende jaar.)
7. Belg : Ik dacht dat de koning vooral een symbolische rol had. (Ik dacht dat de koning vooral een symbolische rol had.)
8. Nederlander: Dat klopt. Hij is het staatshoofd en staat voor eenheid en continuïteit in de democratie. (Dat klopt. Hij is het staatshoofd en staat voor eenheid en continuïteit in de democratie.)
9. Belg : Is de koning ook lid van de regering? (Is de koning ook lid van de regering?)
10. Nederlander: Ja, de regering bestaat uit de ministers, de minister-president en de koning. (Ja, de regering bestaat uit de ministers, de minister-president en de koning.)
11. Belg : Nu begrijp ik het, bedankt voor de uitleg. (Nu begrijp ik het, bedankt voor de uitleg.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Wat gebeurt er op Prinsjesdag in Nederland?

(What happens on Princes' Day in the Netherlands?)

2. Hoe wordt het staatshoofd van Nederland genoemd volgens de tekst?

(What is the head of state of the Netherlands called according to the text?)

3. Wat is de rol van de koning op Prinsjesdag?

(What is the role of the king on Princes' Day?)

4. Uit welke personen bestaat de Nederlandse regering?

(Who makes up the Dutch government?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.

  1. Wat gebeurt er meestal tijdens Prinsjesdag in Nederland?
  2. What usually happens during Prinsjesdag in the Netherlands?
  3. Welke rol heeft de koning volgens de tekst binnen de Nederlandse regering?
  4. What role does the king have according to the text within the Dutch government?
  5. Wat vind jij van de rol van een koning in een democratie?
  6. What do you think about the role of a king in a democracy?
  7. Kun je de Nederlandse regering vergelijken met de regering in jouw eigen land?
  8. Can you compare the Dutch government with the government in your own country?

Exercise 5: Practice in context

Instruction: Bekijk het Wilhelmus. Vertaal de tekst van het volkslied. Waarom zingen Nederlanders over de koning van Spanje en "Duits" bloed in het volkslied?

  1. https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/volkslied/tekst-van-het-wilhelmus
  2. https://www.youtube.com/watch?v=vkT45iFhSfc