10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation
Ben jij mee in de mode-industrie? De video geeft je een korte terugblik op mode doorheen de tijd.
Are you into the fashion industry? The video gives you a brief look back at fashion through the ages.

Exercise 1: Listening comprehension

Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.

Word Translation
de spijkerbroek the jeans
de mode-industrie the fashion industry
de werkbroek the work pants
de modeklassieker the fashion classic
de kleding the clothing
de mode the fashion
de functionele kleding the functional clothing
Vroeger droegen mensen kleding vooral om zich te beschermen. (In the past, people mainly wore clothes to protect themselves.)
Als het koud was, gebruikten ze dierenhuiden om warm te blijven. (When it was cold, they used animal skins to keep warm.)
Kleding was toen vooral praktisch en noodzakelijk. (Back then clothing was primarily practical and necessary.)
Later kwam de naaimachine, waardoor mensen sneller kleren konden maken. (Later, the sewing machine was invented, allowing people to make clothes faster.)
Kleding werd daardoor goedkoper en meer mensen konden het kopen. (As a result, clothing became cheaper and more people could afford it.)
Zo ontstond de mode-industrie. (This led to the rise of the fashion industry.)
De spijkerbroek werd een bekend kledingstuk in de mode. (Jeans became a well-known item in fashion.)
Het was eerst een werkbroek, maar nu is het een klassieker in de mode. (They started as workwear, but today they are a fashion classic.)
Kleding is niet alleen om warm te blijven. (Clothing is not only for keeping warm.)
Het laat ook zien wie je bent en wat je mooi vindt. (It also shows who you are and what you like.)

Exercise 2: Dialogue

Instruction: Read the dialogue and answer the questions.

Twee vrienden zoeken een goede modeklassieker in een kledingwinkel en houden elkaar op de hoogte van modenieuws.

Two friends are looking for a good fashion classic in a clothing store and keep each other informed about fashion news.
1. Guus: Leuk dat je mee wilt shoppen. Ik zoek iets casual om op kantoor te dragen. (Nice that you want to go shopping along.)
2. Willemijn: Ik vind deze broek heel mooi. Misschien kunnen we een spijkerbroek zoeken. (I'm looking for something casual to wear at the office.)
3. Guus: Ja, de spijkerbroek is een echte modeklassieker. Die kan ik met veel dingen combineren. (I think these pants are very nice. Maybe we can look for a pair of jeans.)
4. Willemijn: Vind je een donkere kleur beter of liever iets met een vintage look? (Yes, the jeans are a real fashion classic. I can combine them with many things.)
5. Guus: Donker past beter bij mijn stijl en dit merk vind ik ook goed. Ik doe deze sokken erbij aan. (Do you prefer a dark color or rather something with a vintage look?)
6. Willemijn: Wat een leuke sokken! Deze broek zit ook goed. Wil je hem passen in de paskamer? (Dark suits my style better and I also like this brand. I'll wear these socks with it.)
7. Guus: Ja, graag. Welk merk is het? Ik droeg vroeger zo'n werkbroek. (What nice socks! These pants fit well too. Do you want to try them on in the fitting room?)
8. Willemijn: Het is een vintage merk, dat is nu weer helemaal hip. (Yes, gladly. Which brand is it? I used to wear a work pant like that.)
9. Guus: Perfect, deze outfit is goed voor op kantoor. (It's a vintage brand, which is very trendy again now.)
10. Willemijn: Iedereen zal jaloers naar je kijken, deze staat je erg goed! (Perfect, this outfit is good for the office.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Wat voor soort kleding zoekt Guus om op kantoor te dragen?

(What kind of clothing is Guus looking for to wear at the office?)

2. Waarom kiest Guus voor een donkere spijkerbroek?

(Why does Guus choose dark jeans?)

3. Wat zegt Willemijn over het merk van de broek?

(What does Willemijn say about the brand of the trousers?)

4. Wat vindt Willemijn van de sokken die Guus wil aandoen?

(What does Willemijn think of the socks Guus wants to wear?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.

  1. Welke kleding draag je het liefst naar je werk en waarom?
    2. What kind of clothes do you prefer to wear to work and why?
  2. Wat is jouw favoriete kledingstuk en welke stijl vind je daarbij passen?
    3. What is your favorite piece of clothing and what style do you think fits it?
  3. Hoe belangrijk is het merk van je kleding voor jou? Leg uit.
    4. How important is the brand of your clothing to you? Explain.
  4. Draag je graag vintage kleding? Waarom wel of niet?
    5. Do you like to wear vintage clothing? Why or why not?