Exercise 1: Word bingo
Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.
Word | Translation |
---|---|
het internetbankieren | internet banking |
het mobiel bankieren | mobile banking |
het digitaal bankieren | digital banking |
via het internet | via the internet |
met je tablet en telefoon | with your tablet and phone |
via Mijn ING | via My ING |
op je laptop | on your laptop |
de bankzaken regelen | manage your banking |
via de app | via the app |
betalen | pay |
Exercise 2: Dialogue
Instruction: 1. Read the dialogue in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation. 3. Cover one speaker’s lines, give alternative answers with your teacher, and write them down.
Leer hoe je online kunt betalen bij de bank ING.
1. | Jan : | Goedemorgen, kunt u mij uitleggen hoe internetbankieren werkt? | (Good morning, can you explain to me how internet banking works?) |
2. | Medewerker Sophie: | Goedemorgen, dat doet u via Mijn ING op uw laptop of computer. | (Good morning, you do that via Mijn ING on your laptop or computer.) |
3. | Jan : | Kan ik op Mijn ING meer dingen doen dan in de app? | (Can I do more things on Mijn ING than in the app?) |
4. | Medewerker Sophie: | Ja, u kunt bijvoorbeeld sparen, een rekening openen en betalingen bekijken. | (Yes, for example, you can save, open an account, and view payments.) |
5. | Jan : | Wat is dan het verschil met mobiel bankieren? | (What is then the difference with mobile banking?) |
6. | Medewerker Sophie: | Mobiel bankieren gebruikt u op uw telefoon of tablet met de ING-app. | (You use mobile banking on your phone or tablet with the ING app.) |
7. | Jan : | Kan ik met mijn telefoon in de winkel betalen via de app? | (Can I pay in the store with my phone via the app?) |
8. | Medewerker Sophie: | Ja, dat kan. Zo betaalt u snel en ziet u meteen uw bankrekening. | (Yes, you can. This way you pay quickly and immediately see your bank account.) |
9. | Jan : | Heb ik internetbankieren en mobiel bankieren allebei nodig? | (Do I need both internet banking and mobile banking?) |
10. | Medewerker Sophie: | Ja, ze werken samen. U moet betalingen van Mijn ING altijd bevestigen in de app. | (Yes, they work together. You must always confirm payments from Mijn ING in the app.) |
11. | Jan : | En als ik een nieuwe creditcard wil? Hoe doe ik dat? | (And if I want a new credit card? How do I do that?) |
12. | Medewerker Sophie: | U vraagt die aan via Mijn ING, maar moet de aanvraag in de app goedkeuren. | (You request it via Mijn ING, but you must approve the request in the app.) |
13. | Jan : | Dank u wel, u heeft mij goed geholpen. | (Thank you, you have helped me well.) |
Exercise 3: Questions about the text
Instruction: Read the text above and choose the correct answer.
1. Waar gebruikt Jan internetbankieren voor?
(What does Jan use internet banking for?)2. Wat is een voordeel van mobiel bankieren volgens de medewerker?
(What is an advantage of mobile banking according to the employee?)3. Waarom heeft Jan zowel internetbankieren als mobiel bankieren nodig?
(Why does Jan need both internet banking and mobile banking?)4. Hoe vraagt Jan een nieuwe creditcard aan?
(How does Jan request a new credit card?)Exercise 4: Open conversation questions
Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.
- Hoe gebruik je internetbankieren om je rekeningen te beheren?
- Welke voordelen heeft mobiel bankieren volgens jou?
- Wat doe je als je een nieuwe pinpas of creditcard wilt aanvragen?
- Waarom is het handig om zowel internetbankieren als mobiel bankieren te gebruiken?