10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation
Elke Nederlander fietst één keer in zijn leven rond het IJsselmeer, via de Afsluitdijk natuurlijk! De video geeft je een beeld van dit fiets- en wandelpad, dat grotendeels open is.
Every Dutch person cycles around the IJsselmeer once in their life, via the Afsluitdijk of course! The video gives you an impression of this cycling and walking path, which is mostly open.

Exercise 1: Listening comprehension

Instruction: Watch the video and recognize the vocabulary. Then answer the questions below.

Word Translation
Het wandelpad The walking path
Het pad op de dijk The path on the dike
Het pad langs de Waddenzee The path along the Wadden Sea
Veilig passeren Safe passing
De bruggen The bridges

Exercise 2: Dialogue

Instruction: Read the dialogue and answer the questions.

De Afsluitdijk is 32 kilometer lang. Veel mensen fietsen daar. Het is mooi, maar ook koud en winderig!

The Afsluitdijk is 32 kilometres long. Many people cycle there. It is beautiful, but also cold and windy!
1. Alex: Zullen we dit weekend over de Afsluitdijk fietsen? (Shall we cycle over the Afsluitdijk this weekend?)
2. Eva: Die route is wel lang. Ik wil liever wandelen op de Vaalserberg. (That route is quite long. I prefer to walk on the Vaalserberg.)
3. Alex: De route over de dijk is lang, maar makkelijk. Wandelen is soms ook zwaar. (The route over the dyke is long, but easy. Walking is sometimes also tough.)
4. Eva: Op de Vaalserberg lopen we omhoog naar het hoogste punt van Nederland, met een mooi uitzicht. (On the Vaalserberg we walk up to the highest point of the Netherlands, with a beautiful view.)
5. Alex: Bij de Afsluitdijk zie je onderweg het meer en de rivier, dat is mooi om te zien. (At the Afsluitdijk you see the lake and the river along the way, that is nice to see.)
6. Eva: In Limburg lopen we door het bos en langs een waterval. Het is daar heel groen. (In Limburg we walk through the forest and along a waterfall. It is very green there.)
7. Alex: Fietsen gaat sneller dan wandelen, dat is handig. (Cycling is faster than walking, that is handy.)
8. Eva: Maar wandelen is rustiger, en ik draag graag mijn wandelschoenen. (But walking is quieter, and I like to wear my walking shoes.)
9. Alex: Omlaag fietsen van een brug is ook leuk en rustig! (Cycling downhill from a bridge is also fun and calm!)
10. Eva: Ja, maar daar hebben ze geen Limburge vlaai! Daar heb ik nu wel zin in. (Yes, but they don't have Limburg vlaai there! I really feel like that now.)
11. Alex: Dan doen we eerst de fietstocht en volgende week de wandeltocht. (Then we do the cycling trip first and the walking trip next week.)
12. Eva: Nee, ik wil eerst wandelen, dan pas fietsen! (No, I want to walk first, then cycle!)
13. Alex: Nou, die koppigheid, dat wist ik al toen we trouwden. Dus, wandelen dan. (Well, the stubbornness, I already knew that when we got married. So, walking then.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Wat wil Alex dit weekend doen?

(What does Alex want to do this weekend?)

2. Waarom wil Eva liever op de Vaalserberg wandelen?

(Why does Eva prefer to hike on the Vaalserberg?)

3. Wat vindt Alex van wandelen in vergelijking met fietsen?

(What does Alex think about walking compared to cycling?)

4. Wat besluiten Alex en Eva uiteindelijk te doen?

(What do Alex and Eva finally decide to do?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Answer the questions and correct with your teacher.

  1. Waarom vindt Alex het gemakkelijk om over de Afsluitdijk te fietsen?
    2. Why does Alex find it easy to cycle over the Afsluitdijk?
  2. Wat vindt Eva aantrekkelijk aan wandelen op de Vaalserberg?
    3. What does Eva find attractive about hiking on the Vaalserberg?
  3. Welke natuurverschijnselen noemen Alex en Eva in hun gesprek?
    4. What natural phenomena do Alex and Eva mention in their conversation?
  4. Wat doe jij het liefst in het weekend: wandelen of fietsen? Leg uit waarom.
    5. What do you prefer to do on the weekend: hiking or cycling? Explain why.

Exercise 5: Practice in context

Instruction: Bonus: ontdek het drielandenpunt Vaalserberg in Limburg.

  1. https://www.youtube.com/watch?v=P87nL9xTy2w