In deze video vertellen Nederlanders wat ze zouden doen als hun hobby hun werk wordt.
In diesem Video erzählen Niederländer, was sie tun würden, wenn ihr Hobby ihr Beruf würde.

Übung 1: Hörverstehen

Anleitung: Sieh dir das Video an und erkenne den Wortschatz. Beantworte dann die Fragen unten.

Wort Übersetzung
een hobby ein Hobby
Ik houd van muziek Ich mag Musik
Muziek maken Musik machen
Mijn hobby is politiek Mein Hobby ist Politik
fietsen repareren Fahrräder reparieren
tekenen zeichnen
In je vrije tijd In deiner Freizeit
Uitjes organiseren Ausflüge organisieren
Wat als je van je hobby je werk maakt? (Was, wenn du dein Hobby zum Beruf machst?)
Wat zou je dan nu doen? (Was würdest du dann jetzt tun?)
De eerste vrouw was burgemeester. (Die erste Frau war Bürgermeisterin.)
De stad bestaat niet meer. (Die Stadt gibt es nicht mehr.)
Ik houd van muziek, dus ik zou muziek maken. (Ich liebe Musik, also würde ich Musik machen.)
Wij zijn verpleegkundigen. (Wir sind Pflegekräfte.)
Dj zijn lijkt me leuk, maar ik houd ook van jazz. (DJ zu sein würde mir gefallen, aber ich mag auch Jazz.)
Mijn hobby is politiek en ik ben wethouder en burgemeester geworden. (Mein Hobby ist Politik; ich bin Stadtrat und Bürgermeister geworden.)
Een andere hobby van mij is fietsen maken, en daar werk ik ook in. (Ein anderes Hobby von mir ist das Fahrradbauen, und darin arbeite ich auch.)
Ik zou kunstenaar zijn. Ik teken veel in mijn vrije tijd, maar ik kies liever iets zekerders. (Ich wäre Künstler. Ich zeichne viel in meiner Freizeit, aber ich würde lieber etwas Sicheres wählen.)
Ik zou feestplanner zijn of teambuildings organiseren. (Ich wäre Eventplaner oder würde Teambuildings organisieren.)
Ik zou lesgeven in tekenen, want mijn hobby is tekenen. (Ich würde Zeichenunterricht geben, denn mein Hobby ist das Zeichnen.)

Übung 2: Dialog

Anleitung: Lesen Sie den Dialog und beantworten Sie die Fragen.

Van je hobby je beroep maken? Twee vrienden landen in deze discussie.

Aus deinem Hobby einen Beruf machen? Zwei Freunde geraten in diese Diskussion.
1. Gertjan: Hé, ik heb net een bonus gekregen op mijn werk! (Hey, ich habe gerade einen Bonus bei der Arbeit bekommen!)
2. Mirthe : Wat leuk! Wat ga je met het geld doen? (Wie schön! Was wirst du mit dem Geld machen?)
3. Gertjan: Ik wil een hobbycursus volgen. (Ich möchte einen Hobbykurs belegen.)
4. Mirthe : Dat is een goed idee! Welke hobby wil je leren? (Das ist eine gute Idee! Welches Hobby möchtest du lernen?)
5. Gertjan: Ik vind muziek leuk, dus ik wil misschien muziek maken. (Ich mag Musik, deshalb möchte ich vielleicht Musik machen.)
6. Mirthe : Oh, dan kan je in het weekend DJ worden. (Oh, dann könntest du am Wochenende DJ werden.)
7. Gertjan: Ja, dat is wel leuk. Wat voor hobbycursus wil jij doen? (Ja, das wäre nett. Was für einen Hobbykurs möchtest du machen?)
8. Mirthe : Misschien wil ik schilderen leren, iets creatiefs doen. (Vielleicht möchte ich Malen lernen, etwas Kreatives machen.)
9. Gertjan: Als jij naar mijn DJ-optredens komt, kom ik naar jouw schilderijen kijken. (Wenn du zu meinen DJ-Auftritten kommst, komme ich mir deine Gemälde anschauen.)
10. Mirthe : Dat is een goede afspraak, maar ik vind de veilige keuze beter. (Das ist eine gute Abmachung, aber ich finde die sichere Wahl besser.)

Übung 3: Fragen zum Text

Anleitung: Lies den obigen Text und wähle die richtige Antwort aus.

1. Wat heeft Gertjan net gekregen op zijn werk?

(Was hat Gertjan gerade bei der Arbeit bekommen?)

2. Wat wil Gertjan met zijn bonus doen?

(Was möchte Gertjan mit seinem Bonus machen?)

3. Welke hobby stelt Mirthe voor dat Gertjan kan doen?

(Welches Hobby schlägt Mirthe vor, das Gertjan ausprobieren könnte?)

4. Welke hobbycursus wil Mirthe waarschijnlijk volgen?

(Welchen Hobbykurs würde Mirthe wahrscheinlich belegen wollen?)

Übung 4: Offene Gesprächsfragen

Anleitung: Beantworte die Fragen und korrigiere sie mit deinem Lehrer.

  1. Welke hobby zou u graag als beroep willen hebben, en waarom?
  2. Welches Hobby würden Sie gerne zum Beruf machen, und warum?
  3. Heeft u een hobby die u helpt ontspannen na het werk? Vertel er kort over.
  4. Haben Sie ein Hobby, das Ihnen hilft, sich nach der Arbeit zu entspannen? Erzählen Sie kurz davon.
  5. Hoe vaak besteedt u tijd aan hobby's in uw vrije tijd?
  6. Wie oft verbringen Sie Ihre Freizeit mit Hobbys?
  7. Wat vindt u belangrijk bij het kiezen van een hobby of cursus naast uw werk?
  8. Worauf achten Sie bei der Wahl eines Hobbys oder Kurses neben der Arbeit?