10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben
Een gezin doet boodschappen doen met een weekbudget van €80 en hebben het over welke producten duurder zijn geworden en voeren hier een kort gesprek over.
Eine Familie geht mit einem Wochenbudget von 80 € einkaufen und spricht darüber, welche Produkte teurer geworden sind, und führt ein kurzes Gespräch darüber.

Übung 1: Hörverstehen

Anleitung: Sieh dir das Video an und erkenne den Wortschatz. Beantworte dann die Fragen unten.

Wort Übersetzung
zesentachtig euro en zeventien cent achtundachtzig Euro und siebzehn Cent
duurder teurer
tien cent zehn Cent
de prijs der Preis
negenennegentig cent neunundneunzig Cent
één euro en negenenveertig cent ein Euro neunundvierzig Cent
de rekening die Rechnung
86 euro en 17 cent. Daar kan je niets mee doen. (86 Euro und 17 Cent. Damit kann man nichts anfangen.)
Wat is voor jou duurder geworden? (Was ist für dich teurer geworden?)
Koekjes zijn 10 cent duurder geworden. (Kekse sind um 10 Cent teurer geworden.)
Volkorenbeschuit is ook duurder geworden. (Vollkornzwieback ist auch teurer geworden.)
Bananen kostten eerst 99 cent, maar nu 1 euro 49. (Bananen kosteten zuerst 99 Cent, jetzt aber 1,49 Euro.)
Hoe kan dat? (Wie kann das sein?)
Het is vervelend, want je winkelwagen wordt steeds leger. (Das ist ärgerlich, denn dein Einkaufswagen wird immer leerer.)
Maar de rekening wordt steeds hoger. (Aber die Rechnung wird immer höher.)
Dat herkent iedereen wel. (Das kennt sicher jeder.)

Übung 2: Dialog

Anleitung: Lesen Sie den Dialog und beantworten Sie die Fragen.

Een stel kijkt naar de rekening van de supermarkt en schrikt van de gestegen prijzen.

Ein Paar schaut auf den Supermarktbeleg und erschrickt über die gestiegenen Preise.
1. Sara: Mike, de prijzen zijn hoog. (Mike, die Preise sind hoch.)
2. Mike: Echt waar? Wat is duur? (Wirklich? Was ist denn teuer?)
3. Sara: De melk kost nu 1 euro en 10 cent. (Die Milch kostet jetzt 1 Euro und 10 Cent.)
4. Mike: Wauw! Vijf appels en één liter sap kosten samen 4 euro. (Wow! Fünf Äpfel und ein Liter Saft kosten zusammen 4 Euro.)
5. Sara: Hoe kan dat? Dat is heel duur! (Wie kann das sein? Das ist sehr teuer!)
6. Mike: Het brood kost nu 1 euro en 49 cent en de koekjes 1 euro en 20 cent. (Das Brot kostet jetzt 1 Euro und 49 Cent und die Kekse 1 Euro und 20 Cent.)
7. Sara: Dat is samen 2 euro en 69 cent. (Das sind zusammen 2 Euro und 69 Cent.)
8. Mike: Ja, vervelend want de winkelwagen wordt leger. (Ja, ärgerlich, denn der Einkaufswagen wird leerer.)
9. Sara: Klopt, en de rekening wordt hoger. (Stimmt, und die Rechnung wird höher.)

Übung 3: Fragen zum Text

Anleitung: Lies den obigen Text und wähle die richtige Antwort aus.

1. Hoeveel kost de melk volgens Sara?

(Wie viel kostet die Milch laut Sara?)

2. Wat kosten vijf appels en één liter sap samen volgens Mike?

(Was kosten fünf Äpfel und ein Liter Saft zusammen laut Mike?)

3. Wat is de totale prijs van het brood en de koekjes volgens het gesprek?

(Wie hoch ist der Gesamtpreis für das Brot und die Kekse laut dem Gespräch?)

4. Wat zegt Mike over de winkelwagen als de prijzen stijgen?

(Was sagt Mike über den Einkaufswagen, wenn die Preise steigen?)

Übung 4: Offene Gesprächsfragen

Anleitung: Beantworte die Fragen und korrigiere sie mit deinem Lehrer.

  1. Wat vind jij van de huidige prijzen in de supermarkt? Zijn er producten die je duur vindt?
    2. Was hältst du von den aktuellen Preisen im Supermarkt? Gibt es Produkte, die du besonders teuer findest?
  2. Hoe ga jij om met de hoge prijzen van boodschappen in je dagelijks leven? Verandert dit wat je koopt?
    3. Wie gehst du im Alltag mit den hohen Lebensmittelpreisen um? Ändert sich dadurch, was du kaufst?
  3. Kun je vertellen hoeveel geld je ongeveer per week aan boodschappen uitgeeft?
    4. Kannst du ungefähr sagen, wie viel Geld du pro Woche für Lebensmittel ausgibst?
  4. Heb je onlangs gemerkt dat bepaalde spullen in Nederland duurder zijn geworden? Welke producten zijn dat volgens jou?
    5. Hast du in letzter Zeit bemerkt, dass bestimmte Produkte in den Niederlanden teurer geworden sind? Welche Produkte sind das deiner Meinung nach?