Ontdek in de video hoe de Pantry dorpen nieuw leven inblaast en lokale voorzieningen toegankelijk maakt.
Entdecken Sie im Video, wie die Pantry Dörfer mit neuem Leben erfüllt und lokale Versorgungseinrichtungen zugänglich macht.

Übung 1: Hörverstehen

Anleitung: Sieh dir das Video an und erkenne den Wortschatz. Beantworte dann die Fragen unten.

Wort Übersetzung
De voorzieningen in het dorp Die Einrichtungen im Dorf
Een klein dorp Ein kleines Dorf
Een onbemande supermarkt Ein unbeaufsichtigter Supermarkt
De lokale boeren Die lokalen Bauern
De inwoners van het dorp Die Dorfbewohner
De winkel Das Geschäft
De eigen streek Die eigene Region
De bank Die Bank
Het probleem is dat voorzieningen in kleine dorpen verdwijnen. (Das Problem ist, dass Einrichtungen in kleinen Dörfern verschwinden.)
De Pantry is een kleine supermarkt zonder personeel. (Die Pantry ist ein kleiner Supermarkt ohne Personal.)
Lokale boeren zetten hier hun producten neer. (Regionale Bauern bieten hier ihre Produkte an.)
Twaalf boeren doen mee en leveren direct aan de streek. (Zwei­zehn Bauern machen mit und liefern direkt in die Gegend.)
Mensen in het dorp kunnen een app downloaden voor hun boodschappen. (Die Dorfbewohner können eine App für ihre Einkäufe herunterladen.)
De boeren leggen zelf de producten in de winkel en bepalen de prijs. (Die Bauern legen die Produkte selbst in den Laden und bestimmen den Preis.)
De Rabobank heeft ons geholpen met geld uit het impactfonds. (Die Rabobank hat uns mit Mitteln aus dem Impact-Fonds unterstützt.)
Zo kon de Pantry worden gemaakt. (So konnte die Pantry eingerichtet werden.)
De toekomst van de Pantry is goed. (Die Zukunft der Pantry ist vielversprechend.)
De mensen hebben echt behoefte aan deze winkel. (Die Menschen in der Gemeinde haben wirklich Bedarf an diesem Laden.)
Dit is een goed idee voor de dorpen. (Das ist eine gute Idee für die Dörfer.)

Übung 2: Dialog

Anleitung: Lesen Sie den Dialog und beantworten Sie die Fragen.

Een nieuwe buurtbewoner in Wilp zoekt een plaats om boodschappen te doen en spreekt iemand.

Ein neuer Nachbar in Wilp sucht einen Ort zum Einkaufen und spricht jemanden an.
1. Tim: Pardon, ik ben net verhuisd. Kunt u mij helpen? (Entschuldigen Sie, ich bin gerade umgezogen. Können Sie mir helfen?)
2. Nienke: Natuurlijk! Waarmee kan ik u helpen? (Natürlich! Wobei darf ich Ihnen behilflich sein?)
3. Tim: Kunt u mij vertellen waar ik boodschappen kan doen? (Können Sie mir sagen, wo ich einkaufen kann?)
4. Nienke: U kunt naar de Pantry gaan. Dat is heel makkelijk! (Sie können zur Pantry gehen. Das ist ganz einfach!)
5. Tim: De Pantry? Wat is dat? (Die Pantry? Was ist das?)
6. Nienke: Het is een klein winkeltje van lokale boeren. Ze verkopen verse groenten en fruit, en ook snacks. (Das ist ein kleiner Laden von lokalen Bauern. Dort gibt es frisches Gemüse und Obst sowie auch Snacks.)
7. Tim: Interessant! Waar is dat? (Interessant! Wo genau ist das?)
8. Nienke: Het is aan het einde van deze straat, aan de rechterkant. (Am Ende dieser Straße, auf der rechten Seite.)
9. Tim: Oké, en hoe werkt het? Moet ik iets doen om naar binnen te gaan? (Okay, und wie funktioniert das? Muss ich etwas tun, um hineinzukommen?)
10. Nienke: U heeft een app nodig om naar binnen te gaan en te betalen. (Sie brauchen eine App, um hineinzugelangen und zu bezahlen.)
11. Tim: Dat klinkt goed! Bedankt voor de hulp. Ik ga het proberen. (Das klingt gut! Vielen Dank für Ihre Hilfe. Ich werde es ausprobieren.)
12. Nienke: Graag gedaan, succes! (Gern geschehen, viel Erfolg!)

Übung 3: Fragen zum Text

Anleitung: Lies den obigen Text und wähle die richtige Antwort aus.

1. Wat is de Pantry volgens het gesprek tussen Tim en Nienke?

(Was ist die Pantry laut dem Gespräch zwischen Tim und Nienke?)

2. Welke producten kun je in de Pantry vinden?

(Welche Produkte findet man in der Pantry?)

3. Waar is de Pantry volgens Nienke?

(Wo befindet sich die Pantry laut Nienke?)

4. Hoe kan Tim naar binnen bij de Pantry en betalen?

(Wie kann Tim in die Pantry hineingehen und bezahlen?)

Übung 4: Offene Gesprächsfragen

Anleitung: Beantworte die Fragen und korrigiere sie mit deinem Lehrer.

  1. Kun je vertellen waar je meestal boodschappen doet in jouw buurt?
  2. Kannst du erzählen, wo du meistens in deiner Umgebung einkaufst?
  3. Hoe leg je aan een nieuwe collega uit hoe ze naar een lokale winkel kunnen lopen?
  4. Wie würdest du einem neuen Kollegen erklären, wie er zu einem lokalen Geschäft laufen kann?
  5. Zijn er bij jou in de buurt ook onbemande winkels of speciale voorzieningen? Vertel er iets over.
  6. Gibt es bei dir in der Nähe auch unbeaufsichtigte Läden oder besondere Einrichtungen? Erzähl etwas darüber.
  7. Wat is voor jou belangrijk als je een nieuwe app moet gebruiken om te winkelen of boodschappen te doen?
  8. Was ist dir wichtig, wenn du eine neue App zum Einkaufen oder für den Lebensmitteleinkauf benutzen sollst?

Übung 5: Praxis im Kontext

Anleitung: Bekijk de map en vertel in welke regio's de bevolking krimpt of groeit. Tip: de dorpjes die krimpen zijn vaak ook de mooiste!

  1. https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-verstedelijking/waar-groeit-of-krimpt-de-bevolking-