10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione
Ontdek in de video hoe de Pantry dorpen nieuw leven inblaast en lokale voorzieningen toegankelijk maakt.
Scopri nel video come la Pantry ridà vita ai villaggi e rende accessibili i servizi locali.

Esercizio 1: Comprensione orale

Istruzione: Guarda il video e riconosci il vocabolario. Poi rispondi alle domande qui sotto.

Parola Traduzione
De voorzieningen in het dorp I servizi del villaggio
Een klein dorp Un piccolo paese
Een onbemande supermarkt Un supermercato senza personale
De lokale boeren Gli agricoltori locali
De inwoners van het dorp Gli abitanti del villaggio
De winkel Il negozio
De eigen streek La propria zona
De bank La banca
Het probleem is dat voorzieningen in kleine dorpen verdwijnen. (Il problema è che i servizi nelle piccole località stanno sparendo.)
De Pantry is een kleine supermarkt zonder personeel. (La Pantry è un piccolo supermercato senza personale.)
Lokale boeren zetten hier hun producten neer. (Gli agricoltori locali espongono qui i loro prodotti.)
Twaalf boeren doen mee en leveren direct aan de streek. (Dodici agricoltori partecipano e forniscono direttamente alla zona.)
Mensen in het dorp kunnen een app downloaden voor hun boodschappen. (Gli abitanti del paese possono scaricare un'app per fare la spesa.)
De boeren leggen zelf de producten in de winkel en bepalen de prijs. (Gli agricoltori stessi mettono i prodotti nel negozio e stabiliscono il prezzo.)
De Rabobank heeft ons geholpen met geld uit het impactfonds. (La Rabobank ci ha aiutato con i soldi del fondo per l'impatto.)
Zo kon de Pantry worden gemaakt. (Così la Pantry ha potuto essere realizzata.)
De toekomst van de Pantry is goed. (Il futuro della Pantry è promettente.)
De mensen hebben echt behoefte aan deze winkel. (Le persone hanno davvero bisogno di questo negozio.)
Dit is een goed idee voor de dorpen. (Questa è una buona idea per i paesi.)

Esercizio 2: Dialogo

Istruzione: Leggi il dialogo e rispondi alle domande.

Een nieuwe buurtbewoner in Wilp zoekt een plaats om boodschappen te doen en spreekt iemand.

Un nuovo abitante del quartiere a Wilp cerca un posto dove fare la spesa e parla con qualcuno.
1. Tim: Pardon, ik ben net verhuisd. Kunt u mij helpen? (Scusi, mi sono appena trasferito. Può aiutarmi?)
2. Nienke: Natuurlijk! Waarmee kan ik u helpen? (Certamente! In cosa posso esserle d'aiuto?)
3. Tim: Kunt u mij vertellen waar ik boodschappen kan doen? (Può dirmi dove posso fare la spesa?)
4. Nienke: U kunt naar de Pantry gaan. Dat is heel makkelijk! (Può andare alla Dispensa. È molto semplice!)
5. Tim: De Pantry? Wat is dat? (La Dispensa? Che cos'è?)
6. Nienke: Het is een klein winkeltje van lokale boeren. Ze verkopen verse groenten en fruit, en ook snacks. (È un piccolo negozio di agricoltori locali. Vendono verdure e frutta fresca, oltre a qualche snack.)
7. Tim: Interessant! Waar is dat? (Interessante! Dove si trova?)
8. Nienke: Het is aan het einde van deze straat, aan de rechterkant. (È alla fine di questa strada, sulla destra.)
9. Tim: Oké, en hoe werkt het? Moet ik iets doen om naar binnen te gaan? (Ok, e come funziona? Devo fare qualcosa per entrare?)
10. Nienke: U heeft een app nodig om naar binnen te gaan en te betalen. (Serve un'app per entrare e per pagare.)
11. Tim: Dat klinkt goed! Bedankt voor de hulp. Ik ga het proberen. (Mi sembra un’ottima idea! Grazie per l'aiuto. Proverò.)
12. Nienke: Graag gedaan, succes! (Prego, buona fortuna!)

Esercizio 3: Domande sul testo

Istruzione: Leggi il testo sopra e scegli la risposta corretta.

1. Wat is de Pantry volgens het gesprek tussen Tim en Nienke?

(Cos'è la Pantry secondo la conversazione tra Tim e Nienke?)

2. Welke producten kun je in de Pantry vinden?

(Quali prodotti puoi trovare nella Pantry?)

3. Waar is de Pantry volgens Nienke?

(Dove si trova la Pantry secondo Nienke?)

4. Hoe kan Tim naar binnen bij de Pantry en betalen?

(Come può Tim entrare nella Pantry e pagare?)

Esercizio 4: Domande per iniziare una conversazione

Istruzione: Rispondi alle domande e correggi con il tuo insegnante.

  1. Kun je vertellen waar je meestal boodschappen doet in jouw buurt?
    2. Puoi raccontare dove di solito fai la spesa nel tuo quartiere?
  2. Hoe leg je aan een nieuwe collega uit hoe ze naar een lokale winkel kunnen lopen?
    3. Come spiegheresti a un nuovo collega come raggiungere a piedi un negozio locale?
  3. Zijn er bij jou in de buurt ook onbemande winkels of speciale voorzieningen? Vertel er iets over.
    4. Nel tuo quartiere ci sono negozi senza personale o servizi speciali? Raccontaci qualcosa a riguardo.
  4. Wat is voor jou belangrijk als je een nieuwe app moet gebruiken om te winkelen of boodschappen te doen?
    5. Cosa è importante per te quando devi usare una nuova app per fare acquisti o fare la spesa?

Esercizio 5: Pratica nel contesto

Istruzione: Bekijk de map en vertel in welke regio's de bevolking krimpt of groeit. Tip: de dorpjes die krimpen zijn vaak ook de mooiste!

  1. https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-verstedelijking/waar-groeit-of-krimpt-de-bevolking-