10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione
Hoe hang je rookmelders nu juist op? Deze video legt het eenvoudig uit.
Come si montano esattamente i rilevatori di fumo? Questo video lo spiega in modo semplice.

Esercizio 1: Comprensione orale

Istruzione: Guarda il video e riconosci il vocabolario. Poi rispondi alle domande qui sotto.

Parola Traduzione
de badkamer il bagno
de keuken la cucina
de garage il garage
de zolder la soffitta
de slaapkamer la camera da letto
de gang il corridoio
de centrale hal l'atrio centrale
Mensen ruiken 's nachts niet goed. Daarom kunnen ze bewusteloos raken door rook. (Di notte gli esseri umani non percepiscono bene gli odori. Per questo possono perdere conoscenza a causa del fumo.)
Rookmelders kunnen levens redden. Ze moeten op de goede plek hangen. (I rilevatori di fumo possono salvare vite. Devono essere collocati nei punti giusti.)
Je mag rookmelders niet in de badkamer hangen. Ook niet in de keuken bij de ventilatie, in de garage of bij de verwarming. (Non bisogna installare rilevatori di fumo in bagno. Neppure in cucina vicino alla ventilazione, nel garage o vicino all'impianto di riscaldamento.)
Hang een rookmelder op elke verdieping en op de zolder. (Installa un rilevatore di fumo su ogni piano e in soffitta.)
Het is het beste om ze op elke slaapkamer te hangen. Ook in lange gangen en in de centrale hal. (È meglio metterli in tutte le camere da letto. Anche nei corridoi lunghi e nel vano scale centrale.)
Zet de rookmelder in het midden van het plafond. Hang hem 30 centimeter van de muur vandaan. (Posiziona il rilevatore al centro del soffitto. Montalo a 30 centimetri dalla parete.)
Het is makkelijk om een rookmelder op te hangen. (È facile montare un rilevatore di fumo.)
Je kunt dit doen met schroeven of met tape. (Puoi farlo con delle viti oppure con del nastro adesivo.)
Test altijd de rookmelder en de batterij na het ophangen. (Dopo l'installazione testa sempre il rilevatore e la batteria.)
Een rookmelder gaat meestal 10 jaar mee. Test de rookmelder elke maand. (Un rilevatore di fumo di solito dura 10 anni. Controlla il rilevatore una volta al mese.)

Esercizio 2: Dialogo

Istruzione: Leggi il dialogo e rispondi alle domande.

Christiaan verhuist voor zijn nieuwe baan. Roos, een makelaar, laat hem de kamers zien terwijl hij vragen stelt over werkruimte en rookmelders.

Christiaan si trasferisce per il suo nuovo lavoro. Roos, un'agenzia immobiliare, gli mostra le stanze mentre lui fa domande sullo spazio di lavoro e sui rilevatori di fumo.
1. Christiaan: Hallo, ik ben Christiaan. Ik heb een afspraak om het huis te bekijken. (Ciao, sono Christiaan. Ho un appuntamento per visitare la casa.)
2. Roos: Welkom Christiaan, fijn dat u er bent. We beginnen hier in de hal. (Benvenuto Christiaan, piacere di averti qui. Iniziamo dall'ingresso.)
3. Christiaan: Ik zie dat de woonkamer hiernaast heel ruim is en veel licht heeft. (Vedo che il soggiorno accanto è molto spazioso e luminoso.)
4. Roos: Dat klopt. Naast de woonkamer zijn de keuken en de tuin. (È giusto. Accanto al soggiorno ci sono la cucina e il giardino.)
5. Christiaan: Goed. Hoeveel slaapkamers heeft dit huis? En is er een plek om te werken? (Bene. Quante camere da letto ci sono in questa casa? E c'è un posto per lavorare?)
6. Roos: Er zijn twee slaapkamers boven en op de zolder is een stille werkplek. (Ci sono due camere da letto al piano di sopra e nella mansarda c'è un angolo silenzioso per lavorare.)
7. Christiaan: Handig. Weet u of er rookmelders zijn op de bovenverdieping? (Comodo. Sai se al piano superiore ci sono rilevatori di fumo?)
8. Roos: Ja, op elke verdieping hangt er een rookmelder, behalve in de keuken. (Sì, ad ogni piano c'è un rilevatore di fumo, tranne in cucina.)
9. Christiaan: Oké, dat is goed om te weten. Ik vind de indeling beneden prettig. (Ok, è utile saperlo. Trovo piacevole la disposizione del piano terra.)
10. Roos: Fijn om te horen. Laten we nu naar boven gaan. (Felice di sentirlo. Ora saliamo al piano superiore.)

Esercizio 3: Domande sul testo

Istruzione: Leggi il testo sopra e scegli la risposta corretta.

1. Waar begint de rondleiding in het huis?

(Dove inizia la visita guidata nella casa?)

2. Wat zegt Christiaan over de woonkamer?

(Cosa dice Christiaan riguardo al soggiorno?)

3. Hoeveel slaapkamers zijn er in het huis en waar is de werkplek?

(Quante camere da letto ci sono nella casa e dove si trova lo spazio di lavoro?)

4. Waar volgens Roos hangen er geen rookmelders?

(Secondo Roos, dove non ci sono rilevatori di fumo?)

Esercizio 4: Domande per iniziare una conversazione

Istruzione: Rispondi alle domande e correggi con il tuo insegnante.

  1. Kunt u vertellen hoe uw huis is ingericht en of u hebt nagedacht over de plaats van rookmelders?
    2. Può raccontare come è arredata la sua casa e se ha pensato a dove posizionare i rilevatori di fumo?
  2. Waarom vindt u het belangrijk om rookmelders in huis te hebben en op welke plekken zou u ze ophangen?
    3. Perché ritiene importante avere rilevatori di fumo in casa e in quali punti li installerebbe?
  3. Heeft u ooit een huis bekeken waarbij u zich afvroeg hoe veilig het is? Wat viel u toen op?
    4. Ha mai visitato una casa e si è chiesto quanto fosse sicura? Cosa le ha colpito in quell'occasione?
  4. Hoe controleert u of apparaten, zoals rookmelders, goed werken in uw huis of op uw werkplek?
    5. Come verifica che gli apparecchi, come i rilevatori di fumo, funzionino correttamente nella sua casa o sul posto di lavoro?