Linee guida per l'insegnamento +/- 15 minuti
Scopri het verschil tussen 'heel', 'zeer' en 'veel' in het Nederlands, met voorbeelden zoals 'heel mooi', 'zeer dure auto' en 'veel toeristen'. Leer hoe je deze woorden correct gebruikt met bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoorden en werkwoorden.
- Non si usano heel e zeer con i nomi propri.
- Non usi molto con gli aggettivi.
Woord (Parola) | Gebruik met (Uso con) | Voorbeeld (Esempio) |
---|---|---|
heel (tutto) | Bijvoeglijk naamwoord (Aggettivo) | Heel mooi (Molto bello) |
Bijwoord (Avverbio) | Ik fiets heel graag (Vado in bici molto volentieri) | |
zeer (molto) (formeler) ((formale)) | Bijvoeglijk naamwoord (Aggettivo) | Een zeer dure auto (Un'auto molto costosa) |
Bijwoord (Avverbio) | Het gaat zeer goed (Va molto bene) | |
veel (Sostantivo Molti turisti Verbo Lui lavora molto) | Zelfstandig naamwoord (sostantivo) | Veel toeristen (Molti turisti) |
Werkwoord (verbo) | Hij werkt veel (Lui lavora molto) |
Esercizio 1: Verschil tussen heel, zeer en veel"
Istruzione: Inserisci la parola corretta.
heel, zeer, veel
Esercizio 2: Scelta multipla
Istruzione: Scegli in ogni gruppo la frase corretta che mostra il giusto uso di 'molto', 'molto' o 'tanto' secondo le regole.