10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation
Een man toont zijn nieuwe woning, een smart tiny loft, en waarom hij het een lot uit de loterij vindt.
Un homme montre son nouveau logement, un smart tiny loft, et explique pourquoi il le considère comme un gain au loto.

Exercice 1: Compréhension orale

Instruction: Regarde la vidéo et reconnais le vocabulaire. Ensuite, réponds aux questions ci-dessous.

Mot Traduction
Het appartement van zevenentwintig vierkante meter L'appartement de vingt-sept mètres carrés
Klein wonen Vivre en petit
De hoogte La hauteur
Het daglicht La lumière du jour
Het slaapgedeelte L'espace nuit
De slimme inrichting L'aménagement malin
De ruimte L'espace
Met een balkon Avec un balcon
Goedemorgen, welkom in mijn kleine appartement. (Bonjour, bienvenue dans mon petit appartement.)
Het appartement is zevenentwintig vierkante meter. (L'appartement fait vingt-sept mètres carrés.)
Ik woon hier graag. (J'aime vivre ici.)
Het is niet klein, want er is veel licht. (Ce n'est pas petit, car il y a beaucoup de lumière.)
Boven is mijn bed. (En haut, il y a mon lit.)
Onder het bed is ruimte voor mijn kleren. (Sous le lit, il y a de la place pour mes vêtements.)
Ik heb een kleine kast voor mijn was. (J'ai une petite armoire pour mon linge.)
De keuken kan ik open- en dichtschuiven. (La cuisine s'ouvre et se ferme en la faisant coulisser.)
De koelkast gebruik ik voor drinken. (Le réfrigérateur, je l'utilise pour les boissons.)
Ik heb ook een klein balkon. (J'ai aussi un petit balcon.)
Ik kijk graag naar de stad vanaf mijn balkon. (J'aime regarder la ville depuis mon balcon.)

Exercice 2: Dialogue

Instruction: Lisez le dialogue et répondez aux questions.

Een dialoog in het makelaarskantoor. Te koop: prachtige Tiny House.

Un dialogue dans l'agence immobilière. À vendre : magnifique Tiny House.
1. Henk (Makelaar): Goedemorgen, hoe kan ik u helpen vandaag? (Bonjour, comment puis-je vous aider aujourd'hui ?)
2. Hanne (Klant): Ik zoek een appartement in de stad. (Je cherche un appartement en ville.)
3. Henk (Makelaar): Wat voor appartement zoekt u? (Quel type d'appartement cherchez-vous ?)
4. Hanne (Klant): Ik wil iets kleins, misschien een studio of loft. (Je voudrais quelque chose de petit, peut-être un studio ou un loft.)
5. Henk (Makelaar): We hebben een loft van 35 vierkante meter, in het centrum. (Nous avons un loft de 35 mètres carrés, en plein centre-ville.)
6. Hanne (Klant): Dat klinkt goed. Heeft het een balkon of terras? (Ça a l'air bien. A-t-il un balcon ou une terrasse ?)
7. Henk (Makelaar): Ja, er is een klein balkon met uitzicht op de stad. (Oui, il y a un petit balcon avec vue sur la ville.)
8. Hanne (Klant): Perfect. Wat is de huur per maand? (Parfait. Quel est le loyer mensuel ?)
9. Henk (Makelaar): De huur is 950 euro per maand, inclusief internet en water. (Le loyer est de 950 euros par mois, internet et eau inclus.)
10. Hanne (Klant): Kan ik het appartement binnenkort bekijken? (Puis-je visiter l'appartement bientôt ?)
11. Henk (Makelaar): Ja, natuurlijk. Wanneer komt het u uit? (Oui, bien sûr. Quand cela vous conviendrait-il ?)

Exercice 3: Questions sur le texte

Instruction: Lisez le texte ci-dessus et choisissez la bonne réponse.

1. Welk soort appartement zoekt Hanne?

(Quel type d'appartement Hanne cherche-t-elle ?)

2. Wat is een voordeel van het loft dat Henk aanbiedt?

(Quel est un avantage du loft que propose Henk ?)

3. Wat is de maandelijkse huurprijs van het appartement?

(Quel est le loyer mensuel de l'appartement ?)

4. Wat wil Hanne graag doen nadat ze de details van het appartement heeft gehoord?

(Que souhaite faire Hanne après avoir entendu les détails de l'appartement ?)

Exercice 4: Questions pour commencer la conversation

Instruction: Répondez aux questions et corrigez avec votre professeur.

  1. Kunt u uw ideale appartement beschrijven?
    2. Pouvez-vous décrire votre appartement idéal ?
  2. Heeft u ervaring met het huren van een woning in Nederland? Wat vond u ervan?
    3. Avez-vous déjà loué un logement aux Pays-Bas ? Qu'en avez-vous pensé ?
  3. Welke voorzieningen vindt u belangrijk in een appartement, bijvoorbeeld een balkon of internet?
    4. Quelles commodités trouvez-vous importantes dans un appartement, par exemple un balcon ou une connexion Internet ?
  4. Hoe maakt u een afspraak om een woning te bezichtigen en welke vragen stelt u aan de makelaar?
    5. Comment prenez-vous rendez-vous pour visiter un logement et quelles questions posez-vous à l'agent immobilier ?