In deze video leer je een eenvoudige oefening om beter te ademen.
Dans cette vidéo, tu apprends un exercice simple pour mieux respirer.

Exercice 1: Compréhension orale

Instruction: Regarde la vidéo et reconnais le vocabulaire. Ensuite, réponds aux questions ci-dessous.

Mot Traduction
De wervelkolom La colonne vertébrale
De ribbenkast La cage thoracique
De handen Les mains
De armen Les bras
De voeten Les pieds
De knieën Les genoux
Het bovenlichaam Le haut du corps
Voel je je soms moe en gespannen? (Te sens-tu parfois fatigué et tendu ?)
Beter ademhalen kan helpen tegen stress en vermoeidheid. (Mieux respirer peut aider contre le stress et la fatigue.)
Maak ruimte in je rug en borst. (Crée de l'espace dans le haut de ton dos et ta poitrine.)
Dan adem je makkelijker. (Ainsi, tu respiras plus facilement.)
Dit is ook fijn als je snel buiten adem bent tijdens het zitten of lopen. (C'est aussi utile si tu te retrouves rapidement essoufflé en étant assis ou en marchant.)
Doe dit door je armen voor je uit te strekken. (Fais-le en tendant les bras devant toi.)
Ga op je knieën zitten en steun met je voeten. (Mets-toi à genoux et appuie-toi sur tes pieds.)
Kijk recht vooruit. (Regarde droit devant toi.)
Blijf vooruit kijken en draai langzaam je bovenlichaam. (Garde le regard vers l'avant et tourne lentement le haut de ton corps.)
Strek je armen zo ver als je kunt, tot het een beetje moeite kost. (Étends tes bras aussi loin que tu peux, jusqu'à ressentir un léger effort.)
Probeer dit elke dag één keer te doen, twee minuten lang, drie maanden lang. (Essaie de faire cet exercice une fois par jour pendant deux minutes, pendant trois mois.)
Je lichaam zal blij zijn met deze oefening. (Ton corps te remerciera pour cet exercice.)

Exercice 2: Dialogue

Instruction: Lisez le dialogue et répondez aux questions.

Twee collega’s voelen zich moe na een lange werkweek en doen samen eenvoudige stretchoefeningen op kantoor.

Deux collègues se sentent fatigués après une longue semaine de travail et font ensemble des exercices d'étirement simples au bureau.
1. Duuk: Pff, het is vrijdag en ik ben erg moe. (Pff, c’est vendredi et je suis très fatigué.)
2. Roos: Ja, mijn hoofd doet pijn na zo veel werk. (Oui, j’ai mal à la tête après autant de travail.)
3. Duuk: Ik voel ook spanning en mijn rug doet pijn vandaag. (Je ressens aussi de la tension et mon dos me fait mal aujourd’hui.)
4. Roos: Mijn coach gaf me een paar makkelijke oefeningen om te stretchen. (Mon coach m’a donné quelques exercices faciles pour m’étirer.)
5. Duuk: Oh, dat klinkt goed. Welke oefeningen zijn dat? (Oh, ça a l’air bien. Quels exercices sont-ce ?)
6. Roos: Even rechtop staan, je armen uitstrekken en rustig ademen. (Se tenir droit, tendre les bras et respirer calmement.)
7. Duuk: Doen we dat nu? Ik wil graag met je meedoen. (On le fait maintenant ? Je veux bien me joindre à toi.)
8. Roos: Super! Laten we naar beneden gaan om te oefenen. (Super ! Descendons pour nous entraîner.)
9. Duuk: Ja, daar storen we niemand en is er genoeg ruimte. (Oui, là-bas on ne dérange personne et il y a assez d’espace.)
10. Roos: Mijn handen en voeten tintelen nu al bij het rechtstaan. (Mes mains et mes pieds picotent déjà rien qu’en me tenant droit.)
11. Duuk: Ik voel ook dat dit nodig is. We kunnen dit vanaf nu vaker doen. (Je sens aussi que c’est nécessaire. On peut faire ça plus souvent à partir de maintenant.)
12. Roos: Dat vind ik een heel goed idee. Ik doe mee. (Je trouve que c’est une excellente idée. Je participe.)

Exercice 3: Questions sur le texte

Instruction: Lisez le texte ci-dessus et choisissez la bonne réponse.

1. Waarom voelt Duuk zich moe op vrijdag?

(Pourquoi Duuk se sent-il fatigué le vendredi ?)

2. Welke lichaamsdelen noemt Duuk als stijf of gespannen?

(Quels membres du corps Duuk décrit-il comme raides ou tendus ?)

3. Wat raadt Roos aan om te doen tegen spanning en een stijve rug?

(Que conseille Roos de faire contre la tension et un dos raide ?)

4. Welke bewegingen doet Roos tijdens de oefeningen?

(Quels mouvements Roos fait-elle pendant les exercices ?)

Exercice 4: Questions pour commencer la conversation

Instruction: Répondez aux questions et corrigez avec votre professeur.

  1. Wat doe je meestal als je moe en gestrest bent na een drukke werkdag?
  2. Que fais-tu généralement quand tu es fatigué et stressé après une journée de travail chargée ?
  3. Kun je een situatie beschrijven waarin je last had van je rug of nek op het werk? Wat heb je toen gedaan?
  4. Peux-tu décrire une situation où tu as eu mal au dos ou au cou au travail ? Qu'as-tu fait à ce moment-là ?
  5. Ken je een simpele oefening of beweging die je helpt om je lichaam te ontspannen? Beschrijf deze kort.
  6. Connais-tu un exercice simple ou un mouvement qui t'aide à détendre ton corps ? Décris-le brièvement.
  7. Hoe zorg je ervoor dat je tijdens het werk genoeg beweegt en goed ademt?
  8. Comment fais-tu pour bouger suffisamment et bien respirer pendant le travail ?

Exercice 5: Pratique en contexte

Instruction: Vertaal de volledige liedjestekst op de website van Stef Bos. Bonus: Luister ook de versie van Suzan & Freek.

  1. https://www.stefbos.nl/liedteksten/papa/
  2. https://www.youtube.com/watch?v=9JCVelaFn3c