10K+ étudiants - 4.8/5
Apprenez avec un professeur Matériel d'apprentissage inclus Pratiquez la conversation
In deze video bespreekt de YouTuber enkele beweringen over zintuigen en weerlegt ze.
Dans cette vidéo, le YouTuber discute de quelques affirmations sur les sens et les réfute.

Exercice 1: Compréhension orale

Instruction: Regarde la vidéo et reconnais le vocabulaire. Ensuite, réponds aux questions ci-dessous.

Mot Traduction
zien voir
horen entendre
ruiken sentir
voelen ressentir
de zintuigen les sens
de pijn la douleur
bitter amer
zoet doux
zuur acide
zout salé
umami umami
Ik vertel je nu een paar onwaarschijnlijke feiten. (Je vais maintenant te raconter quelques faits improbables.)
Sommige dingen klinken bijna niet waar. (Certaines choses semblent presque invraisemblables.)
Wist je dat sommige mensen geen slaap nodig hebben? (Savais-tu que certaines personnes n'ont pas besoin de dormir ?)
Ze kunnen wakker blijven zonder moe te worden. (Elles peuvent rester éveillées sans se fatiguer.)
Dat is heel speciaal. (C'est très particulier.)
Ook kunnen sommige dieren zonder water lang leven. (De plus, certains animaux peuvent vivre longtemps sans eau.)
Ze gebruiken heel weinig water. (Ils consomment très peu d'eau.)
In Nederland wonen veel mensen vlak bij het water. (Aux Pays-Bas, beaucoup de personnes habitent tout près de l'eau.)
Soms regent het heel veel hier. (Parfois, il pleut beaucoup ici.)
Maar soms is het ook droog en warm. (Mais parfois il fait aussi sec et chaud.)
We gebruiken dan een paraplu om niet nat te worden. (On utilise alors un parapluie pour ne pas être mouillé.)
In de winter kan het ook vriezen en sneeuwen. (En hiver, il peut aussi geler et neiger.)
Dan dragen we warme kleren. (Alors nous portons des vêtements chauds.)
Veel mensen houden van warme chocolademelk in de winter. (Beaucoup de gens aiment le chocolat chaud en hiver.)
Dat is lekker en warm. (C'est délicieux et réconfortant.)
Wist je dat vogels in Nederland in de winter vaak naar warmere plekken vliegen? (Savais-tu que les oiseaux aux Pays-Bas vont souvent vers des endroits plus chauds en hiver ?)
Dat noemen we 'trekken'. (On appelle cela la migration.)
Ze gaan naar het zuiden, waar het warmer is. (Ils se dirigent vers le sud, où il fait plus chaud.)
Dat is slim van de vogels. (C'est malin de la part des oiseaux.)
Zo blijven ze gezond in de koude tijd. (Ainsi, ils restent en bonne santé pendant la période froide.)
Ik hoop dat je deze feiten leuk vindt. (J'espère que ces faits te plaisent.)
We leren veel over de wereld om ons heen. (Nous apprenons beaucoup sur le monde qui nous entoure.)
Het is altijd goed om nieuwe dingen te weten. (C'est toujours bien d'apprendre de nouvelles choses.)

Exercice 2: Dialogue

Instruction: Lisez le dialogue et répondez aux questions.

Een getrouwd koppel licht elkaar in over hedendaagse kennis en feiten.

Un couple marié s'informe mutuellement sur les connaissances et faits contemporains.
1. Echtgenoot: Schat, weet jij dat we meer dan vijf zintuigen hebben? (Chéri, sais-tu que nous avons plus de cinq sens ?)
2. Echtgenote : Nee, echt? Ik dacht dat we alleen zien, horen, ruiken, proeven en voelen hebben. (Non, vraiment ? Je pensais que nous n'avions que voir, entendre, sentir, goûter et toucher.)
3. Echtgenoot: Dat klopt niet helemaal. Wetenschappers denken dat er meer zijn. (Ce n'est pas tout à fait vrai. Les scientifiques pensent qu'il y en a plus.)
4. Echtgenote : Zoals het voelen van temperatuur en balans? (Comme le fait de sentir la température et l'équilibre ?)
5. Echtgenoot: Ja, precies. En weet je wat ik ook las? Ken je umami? (Oui, exactement. Et sais-tu ce que j'ai aussi lu ? Connais-tu l'umami ?)
6. Echtgenote : Ja, die ken ik. Umami is een smaak, naast bitter, zout, zuur en zoet. Bijvoorbeeld tomaat is umami, toch? (Oui, je le connais. L'umami est un goût, en plus de l'amer, salé, acide et sucré. Par exemple, la tomate est umami, n'est-ce pas ?)
7. Echtgenoot: Dat klopt! Weet je dat je umami goed proeft in het vliegtuig? (C'est exact ! Sais-tu que tu goûtes bien l'umami dans l'avion ?)
8. Echtgenote : Wat bedoel je? Verandert de smaak niet? En zout of zoet dan? (Que veux-tu dire ? Le goût ne change pas ? Et le salé ou le sucré alors ?)
9. Echtgenoot: Zout en zoet proef je bijna niet in het vliegtuig. Daarom doen ze meer smaak in het eten. (On goûte presque pas le salé et le sucré dans l'avion. C'est pourquoi ils ajoutent plus de saveur à la nourriture.)
10. Echtgenote : Dat is interessant! Volgende keer bestel ik tomatensap als we vliegen. (C'est intéressant ! La prochaine fois, je commanderai du jus de tomate quand nous volerons.)

Exercice 3: Questions sur le texte

Instruction: Lisez le texte ci-dessus et choisissez la bonne réponse.

1. Welke extra zintuigen noemt de echtgenoot naast de klassieke vijf?

(Quels sens supplémentaires le mari mentionne-t-il en plus des cinq classiques ?)

2. Wat is umami volgens het gesprek?

(Qu'est-ce que l'umami selon la conversation ?)

3. Welke basissmaak proef je bijna niet meer tijdens een vlucht?

(Quel goût de base goûtez-vous presque plus du tout lors d'un vol ?)

4. Waarom voegen ze extra smaken toe aan het eten in vliegtuigen?

(Pourquoi ajoutent-ils des saveurs supplémentaires à la nourriture dans les avions ?)

Exercice 4: Questions pour commencer la conversation

Instruction: Répondez aux questions et corrigez avec votre professeur.

  1. Hoeveel zintuigen noemt de echtgenoot naast de vijf bekende zintuigen?
    2. Combien de sens le conjoint nomme-t-il en plus des cinq sens connus ?
  2. Welke basissmaak vind jij het lekkerst? Vertel waarom.
    3. Quelle saveur de base trouves-tu la plus délicieuse ? Explique pourquoi.
  3. Wat gebeurt er met de smaken zout en zoet tijdens een vlucht in een vliegtuig?
    4. Que se passe-t-il avec les saveurs salé et sucré lors d'un vol en avion ?
  4. Kun je een situatie vertellen waarin jouw smaak of reuk heel sterk was?
    5. Peux-tu raconter une situation où ton goût ou ton odorat était très fort ?