Pautas docentes +/- 15 minutos
Deze les behandelt Nederlandse voorzetsels voor plaats en richting zoals binnen (in iets), rond (om iets heen), tegen (ernaast), vanuit (vertrekpunt) en via (route). Leer nuttige voorbeelden zoals: Ik ben binnen in het gebouw, We lopen rond het park en Ik kom vanuit de stad.
- Estas preposiciones expresan un lugar o una dirección.
Voorzetsel (preposición) | Betekenis (Significado) | Voorbeeld (Ejemplo) |
---|---|---|
binnen | In of binnenin iets (Dentro de algo o en su interior) | Ik ben binnen in het winkelcentrum. (Estoy dentro del centro comercial.) |
rond | Om iets heen (Alrededor de algo) | We lopen rond het winkelcentrum. (Caminamos alrededor del centro comercial.) |
rondom | Synoniem voor 'rond' (Sinónimo de 'rond') | De winkels zijn rondom het park. (Las tiendas están alrededor del parque.) |
tegen | Aanliggend of contact (Contiguo o en contacto) | Hij staat tegen de muur van de bakkerij. (Él está contra la pared de la panadería.) |
vanuit | Vanaf een plek van vertrek (Desde un lugar de partida) | Ik kom vanuit de stad. (Vengo desde la ciudad.) |
via | Langs een tussenstop of route (A través de una escala o ruta) | We reizen via Amsterdam naar Parijs. (Viajamos vía Ámsterdam a París.) |
Ejercicio 1: Voorzetsels binnen, rond, tegen, vanuit
Instrucción: Rellena la palabra correcta.
Binnen, rond, tegen, via, vanuit, Rondom
Ejercicio 2: Opción múltiple
Instrucción: Elige la frase correcta con la preposición adecuada de lugar o dirección.