Obtén retroalimentación instantánea sobre tu escritura a través de portal.colanguage.com, o reserva una clase de conversación para practicar este material con tu profesor/a.

1. Inmersión lingüística

Esta actividad incluye vídeo, diálogos y audio para sumergirte en el vocabulario de esta lección.

A2.26.1 Actividad

¡El mayor aparcamiento de bicicletas del mundo!

En Utrecht se ha inaugurado el aparcamiento de bicicletas más grande del mundo. Un concejal ve a una ciclista conocida y la detiene para preguntarle qué opina del proyecto.

2. Vocabulario (11)

De elektrische auto

De elektrische auto

Mostrar

El coche eléctrico Mostrar

De fietser

De fietser

Mostrar

El ciclista Mostrar

De groene zone

De groene zone

Mostrar

La zona verde Mostrar

De rit

De rit

Mostrar

El trayecto Mostrar

Het milieu

Het milieu

Mostrar

El medio ambiente Mostrar

Het openbaar vervoer

Het openbaar vervoer

Mostrar

El transporte público Mostrar

Het vervoer

Het vervoer

Mostrar

El transporte Mostrar

Duurzaam

Duurzaam

Mostrar

Sostenible Mostrar

Favoriete

Favoriete

Mostrar

Favorito Mostrar

Kiezen

Kiezen

Mostrar

Elegir Mostrar

Met de trein reizen

Met de trein reizen

Mostrar

Viajar en tren Mostrar

3. Gramática

No es lo más emocionante, lo admitimos, pero es absolutamente esencial (¡y prometemos que valdrá la pena)!

A2.26.2 Gramática

Adjetivo con o sin -e

Un bijvoeglijk naamwoord suele llevar una -e, pero no siempre.

verbo clave

Rijden (conducir)

Aprende a conjugar el verbo "conducir" en neerlandés: pretérito pluscuamperfecto, modo indicativo

verbo clave

Kiezen (elegir)

Aprende a conjugar el verbo "elegir" en neerlandés: pretérito pluscuamperfecto, modo indicativo

4. Ejercicios

Ejercicio 1: Preparación del examen

Instrucción: Lee el texto, rellena los huecos con las palabras que faltan y responde a las preguntas que aparecen a continuación

Naar het werk met duurzaam vervoer

Words to use: openbaar vervoer, favoriete, vervoer, milieu, kiest, rit, groene zone, elektrische auto, duurzaam

(Ir al trabajo con transporte sostenible)

Sofia woont in Utrecht en werkt in Amsterdam. Elke dag denkt ze: hoe ga ik vandaag naar mijn werk? Ze heeft een kleine auto, maar ze gebruikt die niet vaak. Ze vindt een interessant, maar die is nog duur.

Meestal fietst Sofia eerst naar het station. De duurt tien minuten. In de grote fietsenstalling bij het station zet ze haar fiets neer. Daarna gaat ze met de trein verder. Ze vindt het handig, omdat ze in de trein kan lezen en mails kan schrijven.

Sofia bewust voor vervoer. Ze zegt: „Het is beter voor het en ik hoef geen parkeerkosten te betalen in de stad.” Soms regent het hard. Dan neemt ze de bus of gaat ze met een collega mee in de auto. Maar haar manier van blijft de combinatie van fiets en trein.

Op haar werk praten de collega’s vaak over een rond het kantoor. In die zone mogen bijna geen auto’s parkeren. Zo blijft de lucht schoner. Sofia vindt dat een goed idee. Ze zegt tegen haar manager: „Als het openbaar vervoer goed blijft, heb ik de auto bijna niet meer nodig.”
Sofía vive en Utrecht y trabaja en Ámsterdam. Cada día se pregunta: ¿cómo voy a ir hoy al trabajo? Tiene un coche pequeño, pero no lo usa a menudo. Le interesa un coche eléctrico, pero todavía es caro.

Normalmente Sofía primero va en bicicleta hasta la estación. El trayecto dura diez minutos. En el gran aparcamiento de bicicletas de la estación deja su bicicleta. Después continúa en tren. Le resulta cómodo el transporte público, porque en el tren puede leer y escribir correos.

Sofía elige conscientemente el transporte sostenible. Ella dice: “Es mejor para el medio ambiente y no tengo que pagar por el aparcamiento en la ciudad.” A veces llueve mucho. Entonces toma el autobús o va en coche con una compañera. Pero su forma de transporte favorita sigue siendo la combinación de bicicleta y tren.

En su trabajo los compañeros a menudo hablan sobre una zona verde alrededor de la oficina. En esa zona casi no se permite aparcar coches. Así el aire se mantiene más limpio. Sofía cree que es una buena idea. Le dice a su gerente: “Si el transporte público sigue funcionando bien, casi no necesitaré el coche.”

Preguntas abiertas:

  1. Waarom gebruikt Sofia haar auto niet zo vaak?

    (¿Por qué Sofía no usa su coche tan a menudo?)

  2. Welke voordelen ziet Sofia in het reizen met het openbaar vervoer?

    (¿Qué ventajas ve Sofía en viajar en transporte público?)

  3. Waarom vindt Sofia de groene zone rond het kantoor een goed idee?

    (¿Por qué Sofía cree que la zona verde alrededor de la oficina es una buena idea?)


Ejercicio de escritura:

Schrijf 5 of 6 zinnen over hoe jij normaal naar je werk of studie reist en waarom je voor deze manier van vervoer kiest.

(Escribe 5 o 6 oraciones sobre cómo sueles ir al trabajo o a tus estudios y por qué eliges esa forma de transporte.)

Expresiones útiles:

  1. Ik ga meestal met ... naar mijn werk, omdat ...

    (Normalmente voy al trabajo en ..., porque ...)

  2. Mijn favoriete manier van vervoer is ..., want ...

    (Mi forma de transporte favorita es ..., porque ...)

  3. Ik vind duurzaam vervoer belangrijk, omdat ...

    (Creo que el transporte sostenible es importante, porque ...)

  4. Soms kies ik voor ..., bijvoorbeeld als het regent.

    (A veces elijo ..., por ejemplo cuando llueve.)

Ejercicio 2: Redacción de correspondencia

Instrucción: Escribe una respuesta al siguiente mensaje adecuada a la situación

E-mail: Recibes un correo electrónico de la responsable de RR. HH. de tu trabajo sobre un nuevo aparcamiento para bicicletas y una compensación por transporte sostenible; responde a sus preguntas y proporciona información sobre tu traslado diario a la oficina.

Onderwerp: Nieuwe fietsenstalling en vergoeding duurzaam vervoer

Beste medewerker,

Ons bedrijf wil meer duurzaam vervoer stimuleren. Daarom hebben wij een nieuwe, grote fietsenstalling laten bouwen naast het kantoor. Er is ook een goede aansluiting met het openbaar vervoer: de bushalte en het treinstation zijn op 5 minuten lopen.

Wij willen graag weten hoe onze collega’s nu naar het werk komen. Zo kunnen wij beter plannen en misschien een extra vergoeding geven voor duurzaam reizen, bijvoorbeeld voor met de trein reizen of voor een elektrische auto.

Wilt u ons in deze e-mail laten weten:

  • Hoe komt u meestal naar kantoor (auto, fiets, trein, bus, lopen)?
  • Hoe lang duurt uw rit naar het werk ongeveer?
  • Wilt u in de toekomst misschien kiezen voor een andere manier van reizen, bijvoorbeeld fiets + trein?
  • Wat is uw favoriete manier van reizen en waarom?

Wij gebruiken uw antwoord om een goed plan te maken voor het milieu en voor de collega’s.

Alvast hartelijk dank voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Marieke de Jong
HR-medewerker


Onderwerp: Nieuwe fietsenstalling en vergoeding duurzaam vervoer

Beste medewerker,

Ons bedrijf wil meer duurzaam vervoer stimuleren. Daarom hebben wij een nieuwe, grote fietsenstalling laten bouwen naast het kantoor. Er is ook een goede aansluiting met het openbaar vervoer: de bushalte en het treinstation zijn op 5 minuten lopen.

Wij willen graag weten hoe onze collega’s nu naar het werk komen. Zo kunnen wij beter plannen en misschien een extra vergoeding geven voor duurzaam reizen, bijvoorbeeld voor met de trein reizen of voor een elektrische auto.

Wilt u ons in deze e-mail laten weten:

  • Hoe komt u meestal naar kantoor (auto, fiets, trein, bus, lopen)?
  • Hoe lang duurt uw rit naar het werk ongeveer?
  • Wilt u in de toekomst misschien kiezen voor een andere manier van reizen, bijvoorbeeld fiets + trein?
  • Wat is uw favoriete manier van reizen en waarom?

Wij gebruiken uw antwoord om een goed plan te maken voor het milieu en voor de collega’s.

Alvast hartelijk dank voor uw reactie.

Met vriendelijke groet,
Marieke de Jong
HR-medewerker

Entiende el texto:

  1. Waarom stuurt Marieke deze e-mail naar de medewerkers?

    (Waarom stuurt Marieke deze e-mail naar de medewerkers?)

  2. Welke informatie wil het bedrijf weten over het vervoer van de collega’s?

    (Welke informatie wil het bedrijf weten over het vervoer van de collega’s?)

Frases útiles:

  1. Ik kom meestal met ... naar het werk, omdat ...

    (Ik kom meestal met ... naar het werk, omdat ...)

  2. Mijn reis naar kantoor duurt ongeveer ... minuten.

    (Mijn reis naar kantoor duurt ongeveer ... minuten.)

  3. In de toekomst wil ik graag ...

    (In de toekomst wil ik graag ...)

Beste mevrouw De Jong,

Dank u voor uw e-mail.

Ik kom meestal met de auto naar kantoor. Mijn rit duurt ongeveer 25 minuten. Soms neem ik ook de bus als het weer heel slecht is.

Ik vind de nieuwe fietsenstalling een goed idee. In de lente en in de zomer wil ik vaker met de fiets komen. Ik woon niet zo ver weg, ongeveer 6 kilometer. Misschien ga ik later ook fiets en trein combineren, want het station is dicht bij mijn huis.

Mijn favoriete manier van reizen is de fiets, omdat het gezond is en beter voor het milieu. Met de auto is het soms sneller, maar ik sta vaak in de file.

Met vriendelijke groet,

[Je naam]

Beste mevrouw De Jong,

Dank u voor uw e-mail.

Ik kom meestal met de auto naar kantoor. Mijn rit duurt ongeveer 25 minuten. Soms neem ik ook de bus als het weer heel slecht is.

Ik vind de nieuwe fietsenstalling een goed idee. In de lente en in de zomer wil ik vaker met de fiets komen. Ik woon niet zo ver weg, ongeveer 6 kilometer. Misschien ga ik later ook fiets en trein combineren, want het station is dicht bij mijn huis.

Mijn favoriete manier van reizen is de fiets, omdat het gezond is en beter voor het milieu. Met de auto is het soms sneller, maar ik sta vaak in de file.

Met vriendelijke groet,

[Je naam]

Ejercicio 3: Opción múltiple

Instrucción: Elige la solución correcta

1. Vorige week ___ ik met de elektrische auto naar mijn werk.

(La semana pasada ___ el coche eléctrico a mi trabajo.)

2. Ik ___ altijd voor de fiets omdat het duurzaam is.

(Siempre ___ la bicicleta porque es sostenible.)

3. Na het werk ___ ik vaak door de groene zone.

(Después del trabajo ___ a menudo a través de la zona verde.)

4. Toen ik jonger was, ___ ik liever voor het openbaar vervoer.

(Cuando era más joven, ___ prefería el transporte público.)

Ejercicio 4: Tarjetas de diálogo

Instrucción: Selecciona una situación y practica la conversación con tu profesor o compañeros.

Ejercicio 5: Responder a la situación

Instrucción: Da una respuesta adecuada según la situación.

1

2

3

4

5

Oefening 6: Ejercicio de conversación

Instructie:

  1. Beschrijf de voor- en nadelen van elk vervoermiddel op de foto’s. (Describe las ventajas y desventajas de cada medio de transporte en las imágenes.)
  2. Gebruik je vaak het openbaar vervoer? (¿Usas frecuentemente el transporte público?)

Pautas docentes +/- 10 minutos

Frases de ejemplo:

Ik gebruik de fiets om naar mijn werk te gaan, maar om boodschappen te doen gebruik ik een auto.

Uso la bici para ir al trabajo, pero para ir de compras uso el coche.

Ik ga overal met de auto naartoe omdat het openbaar vervoer te lang duurt.

Voy en coche a todas partes porque el transporte público tarda demasiado.

Ik neem de fiets omdat er veel fietspaden in mijn stad zijn.

Cojo la bicicleta porque hay muchos carriles bici en mi ciudad.

Ik neem altijd de metro. Het is de snelste manier voor mij.

Siempre tomo el metro. Es la manera más rápida para mí.

Ik vind elektrische auto's erg goed omdat ze duurzaam zijn.

Creo que los coches eléctricos son muy buenos porque son sostenibles.

Ik heb geen elektrische auto omdat ze erg duur zijn.

No tengo un coche eléctrico porque son muy caros.

...

¿No ves progreso cuando aprendes por tu cuenta? ¡Estudia este material con un profesor certificado!

¿Quieres practicar holandés hoy? ¡Eso es posible! Solo contacta a uno de nuestros profesores hoy mismo.

¡Matricúlate ahora!

Estas lecciones no serían posibles sin nuestros increíbles socios🙏