In alcune città italiane è possibile richiedere il passaporto direttamente presso gli uffici postali, senza dover andare in questura.
In sommige Italiaanse steden is het mogelijk om het paspoort direct bij de postkantoren aan te vragen, zonder naar het politiekantoor te hoeven gaan.

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
I capoluoghi De hoofdstad
La provincia De provincie
Le città De steden
Le città De steden
Poste Italiane Poste Italiane
I comuni De gemeenten
Il passaporto De paspoort
Digitale Digitaal

Oefening 2: Dialoog

Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.

Una cliente va all’ufficio postale per richiedere il passaporto.

Een klant gaat naar het postkantoor om een paspoort aan te vragen.
1. Operatore: Buongiorno, come posso aiutarla? (Goedemorgen, hoe kan ik u helpen?)
2. Marta: Buongiorno, ho letto sul sito delle Poste che qui si può fare il passaporto, è vero? (Goedemorgen, ik heb op de website van de Post gelezen dat je hier een paspoort kunt aanvragen, klopt dat?)
3. Operatore: Sì, è corretto. Facciamo il passaporto nuovo e il rinnovo. (Ja, dat klopt. We maken een nieuw paspoort en vernieuwingen.)
4. Marta: Molto bene! Cosa devo portare? (Heel goed! Wat moet ik meenemen?)
5. Operatore: Mi dica il suo nome, la data e il luogo di nascita. (Om te beginnen, kunt u mij uw naam, geboortedatum en geboorteplaats geven?)
6. Marta: Mi chiamo Marta Rossi, sono nata il 15 marzo 1985 a Verona. (Mijn naam is Marta Rossi, ik ben geboren op 15 maart 1985 in Verona.)
7. Operatore: Perfetto. Ora mi serve il suo indirizzo completo: via, numero civico, CAP e città. (Perfect. Nu heb ik uw volledige adres nodig: straat, huisnummer, postcode en stad.)
8. Marta: Via Garibaldi 21, 37100 Verona. (Via Garibaldi 21, 37100 Verona.)
9. Operatore: Ha un numero di cellulare? (Heeft u een mobiel nummer?)
10. Marta: Sì, il mio numero è 333 4567890. (Ja, mijn nummer is 333 4567890.)
11. Operatore: Ha anche un indirizzo email? (Heeft u ook een e-mailadres?)
12. Marta: Sì, martarossi@email.it. (Ja, martarossi@email.it.)
13. Operatore: Controlli per favore se questi dati sono corretti. (Controleer alstublieft of deze gegevens kloppen.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Dove si può fare il passaporto secondo il dialogo?

(Waar kun je volgens de dialoog een paspoort aanvragen?)

2. Qual è la data di nascita di Marta?

(Wat is Marta's geboortedatum?)

3. Qual è l'indirizzo che Marta dà all'operatore?

(Welk adres geeft Marta aan de medewerker?)

4. Quale informazione personale non viene richiesta dall'operatore?

(Welke persoonlijke informatie wordt niet gevraagd door de medewerker?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Dove lavori o studi e qual è il tuo indirizzo completo?
  2. Waar werk je of studeer je en wat is je volledige adres?
  3. Qual è il tuo numero di cellulare e come si scrive con il prefisso?
  4. Wat is je mobiele nummer en hoe schrijf je het met de landcode?
  5. Per quale motivo potresti contattare un ufficio postale?
  6. Om welke reden zou je een postkantoor kunnen contacteren?
  7. Dove vivi e qual è la tua email per essere contattato?
  8. Waar woon je en wat is je e-mailadres om contact mee op te nemen?