A1.43 - De weg vragen en wijzen

Chiedere e dare indicazioni

Leer hoe je in het Italiaans om en naar aanwijzingen vraagt, met kernwoorden zoals 'il centro' (het centrum), 'la piazza' (het plein), 'vicino a' (dichtbij) en richtingen als 'sempre dritto' (altijd rechtdoor), 'a destra' (rechts).

1. Luisteren en lezen

Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.

A1.43.1 Activiteit

Verdwalen in een nieuwe stad

Marco is in een stad die hij niet kent en raakt de weg kwijt. Hij vraagt mevrouw Luisa om aanwijzingen om bij het San Niccolò-plein te komen.

2. Woordenschat (12)

Il centro

Il centro

Show

Het centrum Show

Il parco

Il parco

Show

Het park Show

La direzione

La direzione

Show

De richting Show

La piazza

La piazza

Show

Het plein Show

La rotonda

La rotonda

Show

De rotonde Show

Dietro

Dietro

Show

Achter Show

Lontano

Lontano

Show

Ver weg Show

Mi scusi, ... ?

Mi scusi, ... ?

Show

Pardon, ... ? Show

Sempre dritto

Sempre dritto

Show

Altijd rechtdoor Show

Vicino

Vicino

Show

Dichtbij Show

Ritornare

Ritornare

Show

Teruggaan Show

Trovare

Trovare

Show

Vinden Show

3. Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.43.2 Grammatica

Plaatsuitdrukkingen: a destra, vicino a, ...

Plaatsaanduidingen geven aan waar je naartoe gaat of waar iets zich bevindt.

Belangrijk werkwoord

Ritornare (terugkeren)

Leer het werkwoord "terugkeren" te vervoegen in het Italiaans: tegenwoordige tijd, indicatief.

Belangrijk werkwoord

Trovare (vinden)

Leer het werkwoord "vinden" te vervoegen in het Italiaans: voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs

4. Oefeningen

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen.

Toon antwoorden
1.
città? | centro della | trova il | dove si | Mi scusi,
Mi scusi, dove si trova il centro della città?
(Pardon, waar is het stadscentrum?)
2.
è sempre | dritto e | alla rotonda. | poi giri | a destra | Il centro
Il centro è sempre dritto e poi giri a destra alla rotonda.
(Het stadscentrum is altijd rechtdoor, en dan sla je rechtsaf bij de rotonde.)
3.
è vicino | Grazie! E | alla piazza? | il parco,
Grazie! E il parco, è vicino alla piazza?
(Dank je wel! En het park, is het dichtbij het plein?)
4.
di fronte | Sì, il | molto vicino. | alla piazza, | parco è
Sì, il parco è di fronte alla piazza, molto vicino.
(Ja, het park ligt tegenover het plein, heel dichtbij.)
5.
una farmacia | scuola? | Scusi, c'è | accanto alla
Scusi, c'è una farmacia accanto alla scuola?
(Pardon, is er een apotheek naast de school?)
6.
il negozio | accanto alla | Sì, la | scuola, dietro | di libri. | farmacia è
Sì, la farmacia è accanto alla scuola, dietro il negozio di libri.
(Ja, de apotheek is naast de school, achter de boekwinkel.)

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Koppel elk begin aan het juiste einde.

Mi scusi, per arrivare al centro devo andare sempre dritto. (Pardon, hoe kom ik bij het centrum? Ik moet steeds rechtdoor gaan.)
La piazza è vicino al grande parco della città. (Het plein is dichtbij het grote stadspark.)
Tornando indietro dalla rotonda, trovi la farmacia a destra. (Als je vanaf de rotonde teruggaat, vind je de apotheek aan de rechterkant.)
Per favore, dov'è la stazione? È lontana, devi girare a sinistra. (Kunt u mij zeggen waar het station is? Het is ver weg, je moet linksaf slaan.)

Oefening 3: Plaatsuitdrukkingen: a destra, vicino a, ...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Plaatsuitdrukkingen: a destra, vicino a, ...

Toon vertaling Toon antwoorden

accanto alla, al centro, accanto a, accanto all', lontano dal

1. Lontano:
L'ufficio è ... parco.
(L'ufficio è lontano dal parco.)
2. Centro:
L'ospedale è ... della città.
(L'ospedale è al centro della città.)
3. Lontano:
Il cinema è ... centro città.
(Il cinema è lontano dal centro città.)
4. Centro:
La scuola è ... del villaggio.
(La scuola è al centro del villaggio.)
5. Lontano:
Il parco è ... centro città.
(Il parco è lontano dal centro città.)
6. Accanto:
L'università è ... casa mia.
(L'università è accanto a casa mia.)
7. Accanto:
La farmacia è ...ospedale.
(La farmacia è accanto all'ospedale.)
8. Accanto:
La biblioteca è ... scuola.
(La biblioteca è accanto alla scuola.)

Oefening 4: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Mi scusi, dove ___ il centro della città?

(Pardon, waar ___ het stadscentrum?)

2. Ho ___ la farmacia vicino alla piazza, proprio accanto al supermercato.

(Ik heb de apotheek ___ vlakbij het plein, precies naast de supermarkt.)

3. Dopo il parco, gira a destra e poi ___ sempre dritto fino alla rotonda.

(Na het park sla rechtsaf en ga dan ___ rechtdoor tot aan de rotonde.)

4. Se ti sei perso, ___ indietro e chiedi ancora informazioni.

(Als je verdwaald bent, ___ terug en vraag nogmaals om informatie.)

N/A

Get written feedback at portal.colanguage.com, or use in classes with your private teacher.

Oefening 5: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 6: Reageer op de situatie

Instructie: Geef een passend antwoord op basis van de situatie.

1

2

3

4

5

Esercizio 7: Gespreksoefening

Istruzione:

  1. Chiedere come arrivare a un edificio (Vragen hoe je naar een gebouw gaat.)
  2. Dai indicazioni agli altri. (Geef de anderen aanwijzingen.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

C'è una fermata dell'autobus qui vicino?

Is er een bushalte in de buurt?

Vai dritto e poi prendi la seconda strada a sinistra.

Ga rechtdoor en neem dan de tweede straat links.

La stazione ferroviaria è accanto al parco.

Het treinstation is naast het park.

Sai dov'è la scuola?

Weet je waar de school is?

Sì, devi solo andare dritto.

Ja, je moet gewoon rechtdoor gaan.

Conosci la strada per la piazza principale?

Weet je de weg naar het hoofdplein?

...

N/A

Oefening 8: Vragen om aanwijzingen om een kantoor dicht bij het centrum te vinden

Instructie: Vul de gaten in om dit korte verhaal compleet te maken

Sono arrivato oggi in città per lavoro. Ho bisogno di trovare un ufficio vicino al centro. Mi sono fermato per strada e ho chiesto: «Mi scusi, dove (Trovare - Presente) il centro?» La signora mi ha risposto: «Sempre dritto, poi gira a destra alla rotonda». Ho seguito le sue indicazioni e dopo poco (Trovare - Passato prossimo) trovato un edificio grande vicino alla piazza. Per tornare in hotel, (Ritornare - Presente) sempre dalla stessa strada, dopo aver visitato il parco dietro all'ufficio.


Ik ben vandaag naar de stad gekomen voor werk. Ik moet een kantoor vinden dicht bij het centrum. Ik stond op straat stil en vroeg: «Pardon, waar ligt het centrum?» De vrouw antwoordde me: «Altijd rechtdoor, dan sla je rechtsaf bij de rotonde.» Ik volgde haar aanwijzingen en vond al snel een groot gebouw vlak bij het plein. Om terug te keren naar het hotel, ga ik altijd terug via dezelfde weg, nadat ik het park achter het kantoor heb bezocht.

Belangrijke werkwoorden

Trovare - Trovare

Presente

  • io trovo
  • tu trovi
  • lui/lei trova
  • noi troviamo
  • voi trovate
  • loro trovano

Trovare - Trovare

Passato prossimo

  • io ho trovato
  • tu hai trovato
  • lui/lei ha trovato
  • noi abbiamo trovato
  • voi avete trovato
  • loro hanno trovato

Ritornare - Ritornare

Presente

  • io ritorno
  • tu ritorni
  • lui/lei ritorna
  • noi ritorniamo
  • voi ritornate
  • loro ritornano

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Inleiding tot de les: De weg vragen en aanwijzingen geven in het Italiaans

Deze les richt zich op een essentieel communicatief thema voor beginners in het Italiaans: hoe je om aanwijzingen kunt vragen en ze kunt geven in een stad. De lessen zijn geschikt voor niveau A1, waarbij je leert omgaan met alledaagse situaties zoals vragen waar het centrum, een park, of een apotheek zich bevindt.

Hoofdonderwerpen van deze les

Basisuiting en nuttige zinnen

Je leert veelgebruikte uitdrukkingen zoals "Mi scusi" (Pardon), "dove si trova" (waar is), en eenvoudige richtingen als "sempre dritto" (altijd rechtdoor), "a destra" (rechts), en "vicino a" (dichtbij). Bijvoorbeeld:

  • Mi scusi, per arrivare al centro devo andare sempre dritto.
  • La piazza è vicino al grande parco della città.
  • Tornando indietro dalla rotonda, trovi la farmacia a destra.

Belangrijke woordenschat ingedeeld per categorie

Om het leren gestructureerd aan te pakken, worden woorden geclusterd. Bijvoorbeeld:

  • Locaties in de stad: il centro (het centrum), il parco (het park), la piazza (het plein), la rotonda (de rotonde)
  • Richtingen en plaatsaanduidingen: sempre dritto (altijd rechtdoor), a destra (naar rechts), vicino (dichtbij), dietro (achter)

Dialoogvoorbeelden om te oefenen

De les bevat gesimuleerde gesprekken om zowel te oefenen met het vragen als het geven van aanwijzingen, zoals hoe je de bank, het postkantoor of een apotheek vindt. Bijvoorbeeld:

  • "Scusi, può dirmi dov'è la banca più vicina?"
  • "La banca è in via Roma, a due isolati da qui."

Werkwoorden en vervoegingen

Naast woordenschat oefen je ook met kernwerkwoorden in tegenwoordige en verleden tijd, zoals trovare (vinden) en ritornare (terugkeren). Voorbeelden van vervoegingen:

  • io trovo, tu trovi, lui trova, noi troviamo, voi trovate, loro trovano
  • io ho trovato, tu hai trovato, lui ha trovato
  • io ritorno, tu ritorni, lui ritorna

Vergelijking tussen Nederlands en Italiaans bij het vragen van de weg

In het Italiaans wordt bij het vragen naar de weg vaak de beleefde vorm "Mi scusi" gebruikt, wat vergelijkbaar is met "Pardon" of "Excuseer me" in het Nederlands. Richtingen worden meestal letterlijk aangegeven, zoals "sempre dritto" (altijd rechtdoor) en "a destra" of "a sinistra" (rechts/links). Heel praktisch is het bij het Italiaans dat zulke uitdrukkingen vaak gecombineerd worden met lokale herkenningspunten zoals la piazza of la rotonda, wat je vaak niet zo letterlijk in het Nederlands gebruikt.

Wat in het Nederlands soms omschreven wordt met "bij de rotonde rechtsaf", is in het Italiaans vaak een directe instructie zoals "Alla rotonda gira a destra" (Bij de rotonde draai rechtsaf). Ook het gebruik van "vicino a" (dichtbij) is een belangrijke toevoeging om aan te geven hoe dicht iets is.

Handige zinnen en hun Nederlandse equivalenten

  • Mi scusi, può indicarmi la direzione per arrivare al centro, per favore?
    Excuseer, kunt u me de weg naar het centrum wijzen, alstublieft?
  • Il parco è vicino, vai sempre dritto e poi gira dietro la piazza.
    Het park is dichtbij, ga altijd rechtdoor en draai dan achter het plein.
  • La rotonda si trova dopo la piazza, gira a destra e la vedrai.
    De rotonde ligt na het plein, draai rechtsaf en je zult hem zien.
  • Per ritornare devi tornare indietro, poi vai sempre dritto fino alla piazza.
    Om terug te keren moet je omkeren, en dan altijd rechtdoor gaan tot het plein.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏