Il video mostra alcuni saluti che si possono usare in contesti formali secondo il bon ton: non si dice "salve" o "salve a tutti", ma "buongiorno" o "buonasera".
De video toont enkele begroetingen die je in formele contexten volgens het fatsoen kunt gebruiken: je zegt niet "salve" of "salve a tutti", maar "buongiorno" of "buonasera".

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
Salve Hallo
Salve a tutti Hallo allemaal
Buongiorno Goedemorgen
Buonasera Goedenavond

Oefening 2: Dialoog

Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.

Paolo e Maria si incontrano per la prima volta e si presentano al corso di italiano.

Paolo en Maria ontmoeten elkaar voor het eerst en stellen zich voor in de Italiaanse cursus.
1. Paolo: Buongiorno, io sono Paolo. Piacere di conoscerti. (Goedemorgen, ik ben Paolo. Aangenaam kennis te maken.)
2. Maria: Ciao Paolo, io sono Maria. Come stai? (Hoi Paolo, ik ben Maria. Hoe gaat het?)
3. Paolo: Sto bene, grazie. E tu? (Het gaat goed, dank je. En met jou?)
4. Maria: Anch’io sto bene, grazie! (Ik ga ook goed, bedankt!)
5. Paolo: Sei qui per studiare italiano? (Ben je hier om Italiaans te studeren?)
6. Maria: Sì, esatto. E tu? (Ja, precies. En jij?)
7. Paolo: Anche io! Allora ci vediamo domani in classe. (Ik ook! Dan zien we elkaar morgen in de klas.)
8. Maria: Perfetto! Buona giornata! (Perfect! Fijne dag!)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Come si chiama l'uomo nel dialogo?

(Hoe heet de man in de dialoog?)

2. Come sta Maria all'inizio della conversazione?

(Hoe voelt Maria zich aan het begin van het gesprek?)

3. Perché sono qui Paolo e Maria?

(Waarom zijn Paolo en Maria hier?)

4. Cosa dice Paolo alla fine del dialogo?

(Wat zegt Paolo aan het einde van de dialoog?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Come ti chiami e di dove sei?
  2. Hoe heet je en waar kom je vandaan?
  3. Cosa dici quando saluti qualcuno per la prima volta?
  4. Wat zeg je als je iemand voor het eerst begroet?
  5. Come stai oggi? Rispondi in modo semplice.
  6. Hoe gaat het vandaag met je? Beantwoord eenvoudig.
  7. Come saluti i tuoi amici o colleghi quando li vedi?
  8. Hoe begroet je je vrienden of collega’s als je ze ziet?

Oefening 5: Oefening in context

Instructie: Ascolta "Buongiorno a te" di Luciano Pavarotti, uno dei più grandi tenori della storia della lirica. Trova: Buongiorno, me, lei, te, voi.

  1. https://genius.com/Luciano-pavarotti-buongiorno-a-te-lyrics
  2. https://www.youtube.com/watch?v=0o3JxCZwPo8