Questa è una scena del film "Il bismetico indomato", del 1980. Il protagonista è interpretato da Adriano Celentano, attore, cantate e grande interprete della musica leggera italiana.
Dit is een scène uit de film "Il bismetico indomato" uit 1980. De hoofdrol wordt gespeeld door Adriano Celentano, acteur, zanger en groot vertolker van de Italiaanse lichte muziek.
Oefening 1: Luistervaardigheid
Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.
| Woord | Vertaling |
|---|---|
| simpatico | sympathiek |
| molto conosciuto | zeer bekend |
| ho un brutto carattere | ik heb een slecht karakter |
| irascibile | prikkelbaar |
| intrattabile | onhandelbaar |
Oefening 2: Dialoog
Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.
Angela torna a casa dopo il primo giorno di lavoro e parla con Sergio dei colleghi nuovi.
Angela komt thuis na haar eerste werkdag en praat met Sergio over de nieuwe collega’s.
| 1. | Sergio: | Com'è andata oggi al lavoro? | (Hoe was het vandaag op het werk?) |
| 2. | Angela: | Molto bene! Oggi ho conosciuto tutti i nuovi colleghi. | (Heel goed! Vandaag heb ik alle nieuwe collega’s leren kennen.) |
| 3. | Sergio: | Davvero? E come ti sono sembrati? | (Echt? En wat vond je van hen?) |
| 4. | Angela: | Mi sono sembrati tutti gentili e amichevoli, soprattutto Marco. | (Ik vond ze allemaal aardig en vriendelijk, vooral Marco.) |
| 5. | Sergio: | Chi è Marco? | (Wie is Marco?) |
| 6. | Angela: | Marco è il collega che mi ha presentata a tutti. Secondo me è il più simpatico. | (Marco is de collega die mij aan iedereen heeft voorgesteld. Volgens mij is hij het vriendelijkst.) |
| 7. | Sergio: | E come mai secondo te è il più simpatico? | (En waarom denk je dat hij het vriendelijkst is?) |
| 8. | Angela: | Perché è amico di tutti in ufficio. | (Omdat hij met iedereen op kantoor bevriend is.) |
| 9. | Sergio: | Hai conosciuto anche il capo? | (Heb je ook de baas ontmoet?) |
| 10. | Angela: | Sì, mi è sembrato una persona intelligente e socievole. | (Ja, hij leek mij een intelligente en sociale persoon.) |
| 11. | Sergio: | Sono contento per te! | (Ik ben blij voor je!) |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Com'è andata oggi al lavoro per Angela?
(Hoe is het vandaag gegaan op het werk voor Angela?)2. Come descrive Angela Marco, il collega?
(Hoe beschrijft Angela Marco, de collega?)3. Che impressione ha avuto Angela del suo capo?
(Welke indruk kreeg Angela van haar baas?)4. Perché Angela pensa che Marco è il più simpatico?
(Waarom denkt Angela dat Marco de aardigste is?)Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.
- Come descriveresti il carattere di una persona molto socievole?
- Hai un collega o un amico che ti sembra molto intelligente? Come lo descrivi?
- Parlami di un amico o collega che consideri simpatico. Perché lo pensi?
- Secondo te, quali qualità rendono una persona amichevole sul posto di lavoro?
Hoe zou je het karakter van een heel sociale persoon beschrijven?
Heb je een collega of vriend die erg slim lijkt? Hoe beschrijf je hem?
Vertel me over een vriend of collega die je aardig vindt. Waarom denk je dat?
Volgens jou, welke kwaliteiten maken iemand vriendelijk op het werk?