Leer de Italiaanse numeri ordinali zoals primo/prima (eerste), secondo/seconda (tweede) en decimo/decima (tiende), inclusief hun aanpassing aan geslacht en getal, en de uitbreiding met '-esimo' vanaf 11.
  1. Ze stemmen overeen in geslacht en aantal met het zelfstandig naamwoord.
  2. Vanaf 11 wordt het achtervoegsel -esimo toegevoegd: unidicesimo (eleventh); ventesimo (twentieth).
Numero (Nummer)Maschile (Mannelijk)Femminile (Vrouwelijk)
1º / 1ªPrimo (Eerste)Prima (Eerste)
2º / 2ªSecondo (Tweede)Seconda (Tweede)
3º / 3ªTerzo (Derde)Terza (Derde)
4º / 4ªQuarto (Vierde)Quarta (Vierde)
5º / 5ªQuinto (Vijfde)Quinta (Vijfde)
6º / 6ªSesto (Zesde)Sesta (Zesde)
7º / 7ªSettimo (Zevende)Settima (Zevende)
8º / 8ªOttavo (achtste)Ottava (Achtste)
9º / 9ªNono (Negende)Nona (Negende)
10º / 10ªDecimo (Tiende)Decima (Tiende)

Oefening 1: I numeri ordinali

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

quinto, quarta, nono, quarto, sesto, terzo, settimo, primo

1. 3º:
Il ... ragazzo si chiama Marco.
(De derde jongen heet Marco.)
2. 9º:
Ho prenotato il ... posto sul treno.
(Ik heb de negende plek in de trein gereserveerd.)
3. 1º:
Il ... giorno della settimana è lunedì.
(De eerste dag van de week is maandag.)
4. 4º:
Giovedì è il ... giorno della settimana.
(Donderdag is de vierde dag van de week.)
5. 5º:
Ho finito il ... esercizio.
(Ik heb de vijfde oefening af.)
6. 4ª:
La ... stanza è molto spaziosa.
(De vierde kamer is erg ruim.)
7. 7º:
Viviamo al ... piano dell’edificio.
(Wij wonen op de zevende verdieping van het gebouw.)
8. 6º:
Sabato è il ... giorno della settimana.
(Zaterdag is de zesde dag van de week.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Il mio compleanno è il ___ di aprile.

(Mijn verjaardag is op ___ april.)

2. Oggi è il ___ giorno del mese.

(Vandaag is de ___ dag van de maand.)

3. La ___ stagione della serie è interessante.

(Het ___ seizoen van de serie is interessant.)

4. Il ___ piano è il mio ufficio.

(De ___ verdieping is mijn kantoor.)

5. La ___ persona nella fila è in ritardo.

(De ___ persoon in de rij is te laat.)

6. Abbiamo prenotato il ___ tavolo vicino alla finestra.

(We hebben de ___ tafel bij het raam gereserveerd.)

Overzicht van de les: De rangtelwoorden in het Italiaans

In deze les leer je hoe je de italiaanse rangtelwoorden gebruikt, oftewel de woorden die aangeven in welke volgorde iets staat. Rangtelwoorden worden gebruikt om een positie of volgorde aan te duiden, zoals in "primo" (eerste) of "seconda" (tweede).

Basisrangtelwoorden van 1 tot 10

De les toont een tabel met de rangtelwoorden van 1 tot 10, verdeeld in mannelijke en vrouwelijke vormen. Dit is belangrijk omdat de rangtelwoorden altijd overeenkomen met het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord:

  • primo / prima – eerste
  • secondo / seconda – tweede
  • terzo / terza – derde
  • quarto / quarta – vierde
  • quinto / quinta – vijfde
  • sesto / sesta – zesde
  • settimo / settima – zevende
  • ottavo / ottava – achtste
  • nono / nona – negende
  • decimo / decima – tiende

Structuur van rangtelwoorden boven 10

Vanaf elf worden rangtelwoorden in het Italiaans gevormd door de stam van het getal te combineren met het achtervoegsel -esimo, bijvoorbeeld unidicesimo (elfde) en ventesimo (twintigste). Deze vorm verandert ook naar geslacht en getal.

Belangrijke regels en voorbeelden

  • Overeenkomst in geslacht en getal: Het rangtelwoord verandert afhankelijk van of het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is, en enkelvoud of meervoud. Bijvoorbeeld: il primo giorno (de eerste dag, mannelijk), la prima stagione (het eerste seizoen, vrouwelijk).
  • Gebruik in context: Il mio compleanno è il primo di aprile. betekent "Mijn verjaardag is op de eerste april."
  • Speciale vormen bij rangtelwoorden boven 10: Zoals in ventunesimo piano (eenentwintigste verdieping).

Vergelijking met het Nederlands

In het Nederlands worden rangtelwoorden meestal gevormd door het gewoon getal te nemen en -de of -ste toe te voegen, zoals eerste, tweede, elfde. Het Nederlands kent geen onderscheid in geslacht bij rangtelwoorden, terwijl het Italiaans dit wel doet. Dit betekent dat je in het Italiaans let op primo versus prima, wat je in het Nederlands niet terugziet.

Een paar nuttige woorden en zinnen om te onthouden:

  • Primo / Prima – eerste
  • Secondo / Seconda – tweede
  • Terzo / Terza – derde
  • Undicesimo – elfde
  • Ventesimo – twintigste
  • Let op bij het gebruik: "Il mio compleanno è il primo di aprile." (Mijn verjaardag is op de eerste april.)

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Fabio Pirioni

Bachelor in de geesteswetenschappen

University of Udine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

zondag, 20/07/2025 07:20