Leer het correcte gebruik van de Italiaanse aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden questo en quello. Begrijp hoe ze overeenkomen met het geslacht en aantal van het zelfstandig naamwoord, en leer het verschil tussen dichtbij en ver weg situeren in het Italiaans.
- De aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden stemmen overeen met het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord.
- We gebruiken ze om de ruimtelijke of tijdsafstand van een voorwerp tot iets te bepalen.
- "Quello" wordt gebruikt vóór zelfstandige naamwoorden die beginnen met een klinker (quell'), "s + medeklinker", "ps-", "gn-", "z-".
- "Quel" wordt gebruikt voor alle andere zelfstandige naamwoorden die beginnen met een medeklinker.
Distanza (Afstand) | Maschile (Mannelijk) | Femminile (Vrouwelijk) |
Vicino (Dichtbij) | Singolare: Questo → Questo spazio è stretto. (Deze ruimte is smal.) | Singolare: Questa → Questa strada è larga. (Deze straat is breed.) |
Plurale: Questi → Questi triangoli sono grandi. (Deze driehoeken zijn groot.) | Plurale: Queste → Queste forme sono piccole. (Deze vormen zijn klein.) | |
Lontano (Ver weg) | Singolare: Quel → Quel triangolo è giallo. (Die driehoek is geel.) Quello → Quello spazio è stretto. (Die ruimte is smal.) | Singolare: Quella → Quella sfera è grande. (Die bol is groot.) |
Plurale: Quei → Quei triangolo sono gialli. (Die gele driehoeken) Quegli → Quegli spazi sono stretti. (Die ruimtes zijn nauw.) | Plurale: Quelle → Quelle figure sono colorate. (Die figuren zijn gekleurd.) |
Oefening 1: Gli aggettivi dimostrativi: Questo, quello
Instructie: Vul het juiste woord in.
quella, Quegli, Questi, quelli, Quel, questo, quelle, questa
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. ___ libro è molto interessante.
(___ boek is heel interessant.)2. ___ sedia è comoda.
(___ stoel is comfortabel.)3. ___ zaini sono pesanti.
(___ rugzakken zijn zwaar.)4. ___ tavolo è vecchio.
(___ tafel is oud.)5. ___ forma è rotonda.
(___ vorm is rond.)6. ___ spazi sono grandi.
(___ ruimtes zijn groot.)