Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer het correcte gebruik van de Italiaanse aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden questo en quello. Begrijp hoe ze overeenkomen met het geslacht en aantal van het zelfstandig naamwoord, en leer het verschil tussen dichtbij en ver weg situeren in het Italiaans.
  1. De aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden stemmen overeen met het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord.
  2. We gebruiken ze om de ruimtelijke of tijdsafstand van een voorwerp tot iets te bepalen.
  3. "Quello" wordt gebruikt vóór zelfstandige naamwoorden die beginnen met een klinker (quell'), "s + medeklinker", "ps-", "gn-", "z-".
  4. "Quel" wordt gebruikt voor alle andere zelfstandige naamwoorden die beginnen met een medeklinker.
Distanza (Afstand)Maschile (Mannelijk)Femminile (Vrouwelijk)
Vicino (Dichtbij)Singolare: Questo → Questo spazio è stretto. (Deze ruimte is smal.)Singolare: Questa → Questa strada è larga. (Deze straat is breed.)
 Plurale: Questi → Questi triangoli sono grandi. (Deze driehoeken zijn groot.)Plurale: Queste → Queste forme sono piccole. (Deze vormen zijn klein.)
Lontano (Ver weg)

Singolare: Quel → Quel triangolo è giallo. (Die driehoek is geel.)

                  Quello → Quello spazio è stretto. (Die ruimte is smal.)

Singolare: Quella → Quella sfera è grande. (Die bol is groot.)
 

Plurale: Quei → Quei triangolo sono gialli. (Die gele driehoeken)

              Quegli → Quegli spazi sono stretti. (Die ruimtes zijn nauw.)

Plurale: Quelle → Quelle figure sono colorate. (Die figuren zijn gekleurd.)

Oefening 1: Gli aggettivi dimostrativi: Questo, quello

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

quella, Quegli, Questi, quelli, Quel, questo, quelle, questa

1. Vicino:
... oggetti sono leggeri e nuovi.
(Deze voorwerpen zijn licht en nieuw.)
2. Lontano:
Abbiamo disegnato ... ieri in classe.
(We hebben die gisteren in de klas getekend.)
3. Lontano:
... oggetti vecchi sono pesanti.
(Die oude voorwerpen zijn zwaar.)
4. Vicino:
Mi piace ... colore chiaro.
(Ik vind deze lichte kleur mooi.)
5. Vicino:
Misuro ... figura con il righello.
(Ik meet deze figuur met het liniaal.)
6. Lontano:
... quadrato è spesso e grande.
(Dat vierkant is dik en groot.)
7. Lontano:
Preferiamo ... forme larghe.
(We geven de voorkeur aan die brede vormen.)
8. Lontano:
Guarda ... sfera sul tavolo.
(Kijk naar die bol op de tafel.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ___ libro è molto interessante.

(___ boek is heel interessant.)

2. ___ sedia è comoda.

(___ stoel is comfortabel.)

3. ___ zaini sono pesanti.

(___ rugzakken zijn zwaar.)

4. ___ tavolo è vecchio.

(___ tafel is oud.)

5. ___ forma è rotonda.

(___ vorm is rond.)

6. ___ spazi sono grandi.

(___ ruimtes zijn groot.)

Inleiding tot Italiaanse Aanwijzende Bijvoeglijke Naamwoorden

Deze les behandelt de Italiaanse aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden: questo en quello. Deze woorden worden gebruikt om iets aan te wijzen dat dichtbij of ver weg is en moeten overeenkomen in geslacht en aantal met het zelfstandig naamwoord dat ze beschrijven.

Gebruik en Voorbeelden

Voor dichtbij gelegen objecten gebruiken we questo (mannelijk enkelvoud) en questa (vrouwelijk enkelvoud). Het meervoud is respectievelijk questi en queste. Bijvoorbeeld: "Questo spazio è stretto." en "Questa strada è larga."

Voor verder gelegen objecten gebruiken we quello en zijn varianten: quel, quell', quella, en meervoudsvormen quei, quegli, quelle. Bijvoorbeeld: "Quel triangolo è giallo." of "Quella sfera è grande."

Belangrijke Regels

  • Afspraken in geslacht en getal: Het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord (mannelijk/vrouwelijk, enkelvoud/meervoud).
  • Gebruik van "quel" en varianten: Voor naamwoorden die beginnen met een klinker, "s" + medeklinker, "ps", "gn", of "z" gebruiken we quell' of quello.

Verschillen met het Nederlands

In het Nederlands worden aanwijzende voornaamwoorden zoals “deze” en “die” niet aangepast aan het geslacht van het zelfstandig naamwoord, alleen aan aantal. In het Italiaans is geslacht en getal wel belangrijk bij deze bijvoeglijke naamwoorden. Daarnaast, het onderscheid tussen nabijheid (questo) en afstand (quello) is duidelijker en structureel gekoppeld aan deze woorden in het Italiaans.

Enkele handige woorden en uitdrukkingen: questo (deze/dit), quello (die/dat), spazio (ruimte), strada (straat), triangolo (driehoek), sfera (bol), forma (vorm).

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Fabio Pirioni

Bachelor in de geesteswetenschappen

University of Udine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 02:58