Krijg direct feedback op je schrijven via portal.colanguage.com of boek een conversatieles om dit materiaal met je docent te oefenen.
1. Taalonderdompeling
Deze activiteit bevat video, dialogen en audio om je onder te dompelen in de woordenschat van deze les.
A1.10.1 Activiteit
Het weer
Marco en Lucia praten over de weersvoorspellingen voordat ze op zakenreis gaan.
2. Woordenschat (16) Delen Gekopieerd!
3. Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Belangrijk werkwoord
Cambiare (veranderen)
Leer het werkwoord "veranderen" te vervoegen in het Italiaans: tegenwoordige tijd, indicatief.
4. Oefeningen Delen Gekopieerd!
Oefening 1: Examenvoorbereiding
Instructie: Lees de tekst, vul de lege plekken in met de ontbrekende woorden en beantwoord de vragen hieronder
Previsioni del tempo per un viaggio di lavoro
Woorden om te gebruiken: il meteo, caldo, freddo, il beltempo, pioggia, sole, il maltempo, temporale
(Weersverwachting voor een zakenreis)
Domani mattina Anna parte per un convegno a Torino.
Vive a Bari, dove oggi c’è il e fa .
Guarda sul computer dell’ufficio.
A Torino il tempo è diverso: è e nuvoloso.
Ci sono dieci gradi e c’è spesso la .
Nel pomeriggio può arrivare anche un .
Anna prepara la valigia per il viaggio di lavoro.
Mette un maglione, un impermeabile e un ombrello.
Pensa: «A Bari c’è , ma a Torino c’è !
Per la riunione voglio stare asciutta e non voglio avere freddo».Morgenochtend vertrekt Anna naar een congres in Turijn.
Ze woont in Bari, waar het vandaag zonnig en warm is.
Ze kijkt op de computer op kantoor naar de weersverwachting.
In Turijn is het weer anders: het is koud en bewolkt.
Het is tien graden en het regent er vaak.
In de namiddag kan er ook een onweersbui komen.
Anna maakt haar koffer klaar voor de zakenreis.
Ze stopt een trui, een regenjas en een paraplu in haar koffer.
Ze denkt: «In Bari is het mooi weer, maar in Turijn is het slecht weer!
Voor de vergadering wil ik droog blijven en ik wil het niet koud hebben».
Open vragen:
-
Perché Anna guarda il meteo sul computer dell’ufficio?
(Waarom kijkt Anna op de computer op kantoor naar de weersverwachting?)
-
Com’è il tempo oggi a Bari e com’è a Torino?
(Hoe is het weer vandaag in Bari en hoe is het in Turijn?)
-
Che cosa mette Anna in valigia per il viaggio di lavoro?
(Wat stopt Anna in haar koffer voor de zakenreis?)
-
writing_instruction: Scrivi 4 o 5 frasi per descrivere il tempo oggi nella tua città e che vestiti porti per andare al lavoro o all’università.
(writing_instruction: Schrijf 4 of 5 zinnen om het weer vandaag in jouw stad te beschrijven en welke kleren je meeneemt om naar je werk of de universiteit te gaan.)
-
useful_expressions:[
(useful_expressions:[)
-
Oggi nella mia città c’è / non c’è…
(Vandaag is het in mijn stad wel / niet…)
-
La temperatura è…
(De temperatuur is…)
-
Per andare al lavoro porto…
(Om naar mijn werk te gaan neem ik mee…)
-
Quando piove / fa freddo io…
(Als het regent / koud is, dan…)
Schrijfopdracht:
Scrivi 4 o 5 frasi per descrivere il tempo oggi nella tua città e che vestiti porti per andare al lavoro o all’università.
(Schrijf 4 of 5 zinnen om het weer vandaag in jouw stad te beschrijven en welke kleren je meeneemt om naar je werk of de universiteit te gaan.)
Nuttige uitdrukkingen:
-
Oggi nella mia città c’è / non c’è…
(Vandaag is het in mijn stad wel / niet…)
-
La temperatura è…
(De temperatuur is…)
-
Per andare al lavoro porto…
(Om naar mijn werk te gaan neem ik mee…)
-
Quando piove / fa freddo io…
(Als het regent / koud is, dan…)
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Koppel elk begin aan het juiste einde.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Oggi il tempo ______ spesso, ma adesso il sole splende.
(Vandaag ______ het weer vaak, maar nu schijnt de zon.)2. Quando il vento ______ forte, gli alberi oscillano.
(Als de wind ______ hard waait, bewegen de bomen.)3. Se neve_____ domani, cambierò i piani per il weekend.
(Als het morgen sneeuw____, verander ik de plannen voor het weekend.)4. In Italia, spesso il tempo ______ rapidamente in primavera.
(In Italië ______ het weer in de lente vaak snel.)Oefening 4: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 5: Reageer op de situatie
Instructie: Geef een passend antwoord op basis van de situatie.
1
2
3
4
5
Esercizio 6: Gespreksoefening
Istruzione:
- Descrivi che tempo fa nella foto. (Vertel wat voor weer het is op de foto.)
- Descrivi che tempo fa adesso nella tua città. (Vertel wat voor weer het nu is in jouw stad.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.