Leer hoe je de Italiaanse tegenwoordige tijd met het werkwoord 'stare' plus gerundium gebruikt voor activiteiten zoals 'sto annaffiando' (ik ben aan het watergeven) en ontdek belangrijke woorden als 'la rosa' (de roos), 'l'albero' (de boom) en 'seminare' (zaaien) in de context van kamer- en tuinplanten.
Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Verdeel de volgende woorden in twee duidelijke categorieën: "Kamerplanten" en "Tuinplanten".
Piante da appartamento
Piante da giardino
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
La rosa
De roos
2
Il fiore
De bloem
3
Seminare
Zaaien
4
Il tulipano
De tulp
5
La foglia
Het blad
Esercizio 5: Gespreksoefening
Istruzione:
- Zeg wat je in de tuin kunt zien. (Zeg wat je in de tuin kunt zien.)
- Beschrijf je eigen of je ideale tuin. (Beschrijf je eigen of je ideale tuin.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ci sono fiori viola nel giardino. Er zijn paarse bloemen in de tuin. |
C'è un grande albero vecchio. Er is een grote oude boom. |
Ho fiori gialli e rosa nel mio giardino. Ik heb gele en roze bloemen in mijn tuin. |
Ho un'altalena nel mio giardino per i miei bambini. Ik heb een schommel in mijn tuin voor mijn kinderen. |
Non ho cactus nel mio giardino. Ik heb geen cactussen in mijn tuin. |
Annaffio le mie piante ogni 3 giorni. Ik water mijn planten elke 3 dagen. |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Sto _______ le piante nel giardino adesso.
(Ik ben de planten nu in de tuin aan het _______.)2. Tu stai _______ i semi vicino alla casa.
(Jij bent de zaden naast het huis aan het _______.)3. Noi stiamo _______ un albero nel cortile.
(Wij zijn een boom aan het _______ in de binnenplaats.)4. I bambini stanno _______ vicino alla rosa rossa.
(De kinderen zijn in de buurt van de rode roos aan het _______.)Oefening 8: Plantenzorg in de tuin
Instructie:
Werkwoordschema's
Seminare - Zaaien
Presente
- io semino
- tu semini
- lui/lei semina
- noi seminiamo
- voi seminate
- loro seminano
Crescere - Groeien
Presente
- io cresco
- tu cresci
- lui/lei cresce
- noi cresciamo
- voi crescete
- loro crescono
Annaffiare - Begieten
Passato prossimo
- io ho annaffiato
- tu hai annaffiato
- lui/lei ha annaffiato
- noi abbiamo annaffiato
- voi avete annaffiato
- loro hanno annaffiato
Stare - Zijn
Presente
- io sto
- tu stai
- lui/lei sta
- noi stiamo
- voi state
- loro stanno
Oefening 9: Stare + gerundio
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Stare + gerundium
Toon vertaling Toon antwoordenstanno giocando, state preparando, sto annusando, sto annaffiando, stanno curando, sta sistemando, sta seminando, stiamo crescendo
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Crescere groeien Delen Gekopieerd!
Passato prossimo
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) sono cresciuto/sono cresciuta | ik ben opgegroeid |
(tu) sei cresciuto/sei cresciuta | jij bent gegroeid |
(lui/lei) è cresciuto/è cresciuta | hij/zij is gegroeid |
(noi) siamo cresciuti/siamo cresciute | wij zijn gegroeid |
(voi) siete cresciuti/siete cresciute | jullie zijn gegroeid |
(loro) sono cresciuti/sono cresciute | zij zijn gegroeid |
Seminare zaaien Delen Gekopieerd!
Presente
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) semino | ik zaai |
(tu) semini | jij zaait |
(lui/lei) semina | hij/zij zaait |
(noi) seminiamo | wij zaaien |
(voi) seminate | jullie zaaien |
(loro) seminano | zij zaaien |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Lesoverzicht: Kamerplanten en tuinplanten
In deze les leer je hoe je in het Italiaans praat over planten, zowel kamerplanten als tuinplanten. Het hoofdzakelijke grammaticale thema is het gebruik van het werkwoord stare gevolgd door het gerundium, dat een voortgaande handeling in het heden uitdrukt, bijvoorbeeld: Sto annaffiando le rose nel giardino adesso. (Ik ben nu de rozen in de tuin aan het water geven.)
Belangrijke thema's van de les
- Vocabulaire rond planten: Je leert woorden als la rosa (de roos), l'albero (de boom), la foglia (het blad), l'erba (het gras), en la terra (de aarde), evenals werkwoorden als annaffiare (water geven) en seminare (zaaien).
- Gebruik van stare + gerundium: Deze constructie is essentieel om aan te geven dat je iets op dit moment aan het doen bent, wat in het Nederlands ook met de voltooide tijd of tegenwoordige tijd omschreven wordt, maar dan vaak met een andere constructie. Voorbeelden: Sto seminando i semi nel vaso grande.
- Contexten: De voorbeeldzinnen en dialogen gaan over dagelijkse handelingen zoals het verzorgen van planten binnen en buiten, het tuinieren in het weekend, en de aankoop van kamerplanten.
Woordenschat en categorisering
Woorden worden ingedeeld in twee duidelijke categorieën:
- Piante da appartamento: la rosa, il tulipano, la foglia, annaffiare le piante
- Piante da giardino: l'albero, l'erba, la terra, seminare
Belangrijke voorbeeldzinnen
- Sto annaffiando le rose nel giardino adesso. (Ik ben nu de rozen in de tuin aan het water geven.)
- Stai seminando i semi nel vaso grande? (Ben je de zaden in de grote pot aan het zaaien?)
- Noi stiamo coltivando un albero sul balcone. (Wij zijn een boom aan het kweken op het balkon.)
- I bambini stanno giocando vicino all'erba del giardino. (De kinderen zijn aan het spelen bij het gras in de tuin.)
Grammaticale opmerkingen en verschillen met het Nederlands
In het Italiaans wordt het werkwoord stare samen met het gerundium gebruikt om een handeling aan te duiden die aan de gang is, vergelijkbaar met de Engelse present continuous. In het Nederlands gebruiken we meestal de tegenwoordige tijd zonder extra hulpwerkwoorden, of omschrijven we met zinswendingen zoals "aan het" + infinitief: "Ik ben de rozen aan het water geven." In het Italiaans is dit echter een standaardconstructie en erg gebruikelijk in gesprekken en beschrijvingen van lopende handelingen.
Nuttige Italiaanse uitdrukkingen en hun Nederlandse equivalenten
- Sto annaffiando le piante. — Ik ben de planten aan het water geven.
- Stai seminando i semi? — Ben je de zaden aan het zaaien?
- Noi stiamo potando gli arbusti oggi. — Wij zijn vandaag de struiken aan het snoeien.
- Le foglie pulite assorbono meglio la luce. — Schone bladeren nemen het licht beter op.