Leer het Italiaanse indirecte redegebruik met "dire che" in gesprekken over muziek en kunst. Oefen woordenschat en werkwoordvervoegingen gerelateerd aan concerten, musea en tentoonstellingen op niveau A1.
Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Verdeel de woorden in twee groepen: die gerelateerd aan muziek en die verwijzen naar de beeldende kunst.
Parole legate alla musica
Parole legate all'arte visiva
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Suonare uno strumento
Een instrument bespelen
2
L'esibizione
De tentoonstelling
3
La chitarra
De gitaar
4
La radio
De radio
5
Il pianoforte
De piano
Esercizio 5: Gespreksoefening
Istruzione:
- Beschrijf de activiteiten op de afbeeldingen. (Beschrijf de activiteiten op de foto's.)
- Praat over je favoriete kunst en muziek. (Praat over je favoriete kunst en muziek.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ci sono due ragazzi che guardano la televisione. Er zijn twee jongens die televisie kijken. |
Puoi vedere un artista che lavora a un progetto artistico. Je kunt een kunstenaar aan een kunstproject zien werken. |
Mi piace la mostra di Picasso. Ik houd van de tentoonstelling van Picasso. |
A che ora inizia il concerto? Hoe laat begint het concert? |
Vado a una mostra di arte moderna. Ik ga naar een tentoonstelling over moderne kunst. |
Mi piace il rock, ma mi godo anche un concerto jazz. Ik houd van rock, maar ik geniet ook van een jazzconcert. |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Fabio dice che ___ al museo domani.
(Fabio zegt dat hij ___ naar het museum gaat.)2. Maria dice che ___ il pianoforte in concerto.
(Maria zegt dat ze ___ piano speelt in het concert.)3. Giovanni dice che il concerto ___ stasera.
(Giovanni zegt dat het concert ___ vanavond is.)4. Lucia dice che la mostra ___ vicino al centro.
(Lucia zegt dat de tentoonstelling ___ dichtbij het centrum is.)Oefening 8: Laten we naar het museum en het concert gaan
Instructie:
Werkwoordschema's
Andare - Gaan
Presente
- io vado
- tu vai
- lui/lei va
- noi andiamo
- voi andate
- loro vanno
Dire - Zeggen
Presente
- io dico
- tu dici
- lui/lei dice
- noi diciamo
- voi dite
- loro dicono
Suonare - Spelen
Presente
- io suono
- tu suoni
- lui/lei suona
- noi suoniamo
- voi suonate
- loro suonano
Essere - Zijn
Presente
- io sono
- tu sei
- lui/lei è
- noi siamo
- voi siete
- loro sono
Oefening 9: Il discorso indiretto: “dire che”
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De indirecte rede: “dire che”
Toon vertaling Toon antwoordendice che l'opera, dice che suona il pianoforte, dice che suona, dicono che il concerto, dice che cantare, dice che la mostra, dice che va, dice che il museo
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Introductie tot de les "Musica e arte"
In deze les leer je het gebruik van de indirecte rede in het Italiaans, met de vaste uitdrukking dire che (zeggen dat). Je oefent hoe je informatie over kunst en muziek doorgeeft, bijvoorbeeld wat iemand zegt over een museum, een expositie of een concert. Dit helpt je om in gesprekken natuurlijk te verwijzen naar wat anderen vertellen.
Wat je leert
- Formeren van de indirecte rede met "dire che".
- Belangrijke woordenschat rondom muziek (bijv. il cantante, il musicista, il pianoforte).
- Belangrijke woordenschat rond beeldende kunst (bijv. il museo, la mostra, il dipinto).
- Gebruik van werkwoordvervoegingen in de tegenwoordige tijd, passend bij indirecte rede.
- Praktische gesprekken over culturele evenementen zoals concerten en tentoonstellingen.
Voorbeelden
Enkele voorbeeldzinnen die je zult oefenen zijn: Maria dice che suona il pianoforte in un concerto (Maria zegt dat ze piano speelt in een concert), of La guida dice che la mostra è interessante (De gids zegt dat de tentoonstelling interessant is).
Structuur van de les
De pagina bevat ook dialogen om gesprekken na te bootsen, oefeningen waarbij je werkwoordvormen invult, en een verhaaltje met invuloefeningen om de context te begrijpen. Dit maakt het leren interactief en toepasbaar.
Duidelijkheid in taalgebruik
De indirecte rede in het Italiaans vereist dat je meestal de werkwoordstijden aanpast, maar bij tegenwoordige tijd blijft het heel herkenbaar en eenvoudig. De les is geschikt voor beginners (niveau A1) en helpt je direct met vertrouwde onderwerpen.
Culturele context en tips
Let op: het Italiaanse dire che wordt vaak letterlijk vertaald als "zeggen dat", terwijl in het Nederlands soms een zin zonder "dat" volstaat of een andere structuur. Ook is het gebruikelijk om fijner te differentiëren tussen muziek- en kunstwoordenschat om teksten vloeiend te maken.
Praktische voorbeelden uit de les
- Parole legate alla musica: il cantante, il musicista, la chitarra, il pianoforte, il concerto
- Parole legate all'arte visiva: il dipinto, il museo, la mostra
Belangrijke verschillen met het Nederlands
In het Italiaans gebruikt men veel directere werkwoordsvormen na "dire che", terwijl in het Nederlands soms een andere bijzin of een optie met "zeggen dat" mogelijk is. Bijvoorbeeld: "Maria dice che suona il pianoforte" vertaalt vrij in "Maria zegt dat ze piano speelt" maar door de gevoeligheid voor werkwoordstijden kan dit in het Nederlands ook heel simpel klinken, zoals "Maria speelt piano" als samenvatting.
Handige Italiaanse zinnen om te onthouden:
- "Dice che ..." - "Hij/Zij zegt dat ..."
- "La mostra è interessante" - "De tentoonstelling is interessant"
- "Il concerto è stasera" - "Het concert is vanavond"