Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de basis van Italiaanse wederkerende werkwoorden (verbi riflessivi): werkwoorden waarbij het onderwerp de handeling op zichzelf uitvoert. De les behandelt de vervoeging van werkwoorden als svegliarsi en vestirsi met wederkerende voornaamwoorden zoals mi, ti en si. Ook omvat het voorbeelden en nuttige vergelijkingen met het Nederlands, waarmee je deze taalconstructies beter begrijpt en kunt toepassen in dagelijkse situaties.
  1. wederkerende werkwoorden eindigen op -si in de infinitief.
  2. Het wederkerend voornaamwoord wordt vervoegd en staat voor de werkwoord.
Verbo Svegliarsi (Werkwoord Zich Wakker Worden)Verbo Vestirsi (Werkwoord Zich kleden)
Io mi sveglio (Ik word wakker)Io mi vesto (Ik kleed me aan)
Tu ti svegli (Jij wordt wakker)Tu ti vesti (Jij kleedt je aan)
Lui/lei si sveglia (Hij/zij wordt wakker)Lui/ lei si veste (Hij/zij kleedt zich)
Noi ci svegliamo (Wij worden wakker)Noi ci vestiamo (Wij kleden ons aan)
Voi vi svegliate (Jullie worden wakker)Voi vi vestite (Jullie kleden je aan)
Loro si svegliano (Zij worden wakker)Loro si vestono (Zij kleden zich aan)

Uitzonderingen!

  1. Sommige wederkerende werkwoorden kunnen een wederkerige betekenis hebben. Voorbeeld: "Ci vediamo domani!" (Tot morgen!)

Oefening 1: I verbi riflessivi

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

si alzano, mi vesto, ti alzi, Vi vestite, Ci svegliamo, si veste, mi sveglio, Mi pettino

1.
I bambini ... alle otto durante il weekend.
(De kinderen staan in het weekend om acht uur op.)
2.
Marco ... prima di uscire di casa.
(Marco kleedt zich aan voordat hij het huis verlaat.)
3.
Ogni giorno (io) ... alle sette di mattina.
(Elke dag word ik om zeven uur 's ochtends wakker.)
4.
(Io) ... dopo aver fatto colazione.
(Ik kam me nadat ik ontbeten heb.)
5.
Quando (tu) ..., fai subito colazione?
(Als je opstaat, ontbijt je dan meteen?)
6.
Dopo la doccia, (io) ... e preparo la colazione.
(Na het douchen kleed ik me aan en maak ik het ontbijt klaar.)
7.
(Noi) ... presto durante la settimana.
(Wij staan doordeweeks vroeg op.)
8.
(Voi) ... prima o dopo colazione?
(Kleden jullie je vóór of na het ontbijt aan?)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Io ___ sempre alle sette del mattino.

(Ik ___ altijd om zeven uur 's ochtends.)

2. Tu ___ prima di uscire di casa.

(Jij ___ je aan voordat je het huis uitgaat.)

3. Lui ___ le mani dopo aver mangiato.

(Hij ___ zijn handen nadat hij gegeten heeft.)

4. Noi ___ sempre al bar alle otto.

(Wij ___ elkaar altijd in het café om acht uur.)

5. Voi ___ dopo il lavoro.

(Jullie ___ uit na het werk.)

6. Loro ___ per la riunione della mattina.

(Zij ___ zich klaar voor de vergadering in de ochtend.)

Introductie tot Italiaanse wederkerende werkwoorden

In deze les leer je over verbi riflessivi, oftewel wederkerende werkwoorden in het Italiaans. Deze werkwoorden worden gebruikt wanneer het onderwerp en het lijdend voorwerp van de zin hetzelfde zijn. Je herkent deze werkwoorden doordat ze in hun infinitiefvorm eindigen op -si. Voorbeelden hiervan zijn svegliarsi (zich wakker maken) en vestirsi (zich aankleden).

Belangrijke kenmerken

  • Het wederkerende voornaamwoord (mi, ti, si, ci, vi, si) wordt gebruikt en staat vóór het vervoegde werkwoord.
  • In de vervoeging verandert het voornaamwoord afhankelijk van het onderwerp: bijvoorbeeld “Io mi sveglio” en “Tu ti vesti”.
  • Sommige wederkerende werkwoorden kunnen ook een wederkerige betekenis hebben, zoals in “Ci vediamo domani!” (Tot ziens morgen!).

Praktische voorbeelden

Hieronder enkele vervoegingen om te oefenen:

  • Io mi sveglio sempre alle sette del mattino.
  • Tu ti vesti prima di uscire.
  • Lui si lava le mani dopo mangiare.
  • Noi ci incontriamo al bar.
  • Voi vi riposate dopo il lavoro.
  • Loro si preparano per la riunione.

Vergelijking met het Nederlands

In het Nederlands bestaan wederkerende werkwoorden ook, bijvoorbeeld “zich wassen” of “zich aankleden”, en worden ze vaak met het reflexief pronomen “zich” gebruikt. Het grote verschil is dat het Italiaans specifieke wederkerende voornaamwoorden heeft die aan het werkwoord worden gekoppeld en voor het werkwoord geplaatst worden. Bijvoorbeeld, “ik kleed me aan” wordt “Io mi vesto”. Dit betekent dat je in het Italiaans altijd het passende wederkerend voornaamwoord moet gebruiken, terwijl in het Nederlands soms het reflexief geheel weg kan blijven in informele taal.

Handige Italiaanse woorden en uitdrukkingen die bij dit onderwerp passen zijn onder andere:

  • mi sveglio - ik word wakker
  • ti vesti - jij kleedt je aan
  • si lava - hij/zij wast zich
  • ci incontriamo - wij ontmoeten elkaar

Deze structuren helpen je om dagelijkse handelingen in het Italiaans correct uit te drukken en zijn essentieel voor elke beginner.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Fabio Pirioni

Bachelor in de geesteswetenschappen

University of Udine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

maandag, 14/07/2025 23:20