Deze les behandelt het gebruik van de Italiaanse uitdrukkingen 'c'è' en 'ci sono' om aan te geven dat iets aanwezig is op een bepaalde plek. 'C'è' gebruik je bij enkelvoud en 'ci sono' bij meervoud. Voorbeelden zoals 'C'è un bagno in casa' en 'Ci sono due finestre' illustreren dit. De les legt ook het verschil uit tussen het Italiaans en het Nederlands in deze context en geeft praktische voorbeelden met alledaagse woorden zoals 'bagno' en 'finestra'.
- Gebruik c'è voor het enkelvoud en ci sono voor het meervoud.
Numero (Nummer) | Genere (Geslacht) | Esempio (Voorbeeld) |
---|---|---|
C'è | Maschile (Mannelijk) | C'è un bagno in casa. (Er is een badkamer in huis.) |
Femminile (Vrouwelijk) | C'è una finestra. (Er is een raam.) | |
Ci sono | Maschile (Mannelijk) | Ci sono due bagni in casa. (Er zijn twee badkamers in huis.) |
Femminile (Vrouwelijk) | Ci sono due finestre. (Er zijn twee ramen.) |
Oefening 1: L'uso di 'c'è' e 'ci sono'
Instructie: Vul het juiste woord in.
c'è, ci sono
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. ___ un grande salotto al primo piano.
(___ een grote woonkamer op de eerste verdieping.)2. ___ due camere da letto con vista sul giardino.
(___ twee slaapkamers met uitzicht op de tuin.)3. In cucina ___ un frigorifero nuovo.
(In de keuken ___ een nieuwe koelkast.)4. Nel corridoio ___ tre porte.
(In de gang ___ drie deuren.)5. ___ una finestra nella stanza da letto.
(___ een raam in de slaapkamer.)6. ___ molti armadi nel guardaroba.
(___ veel kasten in de kleedkamer.)