In Poland, as elsewhere, finding good contractors is hard, but this parody flips the view and shows the “ideal client” from a builder’s perspective.
In Polen is het net als elders moeilijk om goede aannemers te vinden, maar deze parodie keert het perspectief om en toont de "ideale klant" vanuit het oogpunt van een bouwvakker.

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
Dzień dobry Goedemorgen
Poproszę Alstublieft
Dziękuję Dank u
Do widzenia Tot ziens
Miłego dnia Fijne dag

Oefening 2: Dialoog

Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.

Pani Kowalska spotyka się z budowlańcem przed swoim domem, aby umówić szczegóły remontu.

Mevrouw Kowalska maakt een afspraak met een bouwvakker voor haar huis om de details van de renovatie te bespreken.
1. Budowlaniec: Dzień dobry, Pani Kowalska! (Goedemorgen, mevrouw Kowalska!)
2. Pani Kowalska: Dzień dobry. (Goedemorgen.)
3. Budowlaniec: Jak się Pani miewa? (Hoe gaat het met u?)
4. Pani Kowalska: Dobrze, dziękuję. (Goed, dank u.)
5. Budowlaniec: To jest dom do remontu? (Is dit een huis dat gerenoveerd moet worden?)
6. Pani Kowalska: Tak, ten po prawej stronie. (Ja, dat is het huis aan de rechterkant.)
7. Budowlaniec: Rozumiem. Zaczynamy jutro o ósmej. (Ik begrijp het. We beginnen morgen om acht uur.)
8. Pani Kowalska: Dobrze, o ósmej. (Goed, om acht uur.)
9. Budowlaniec: Do zobaczenia jutro. (Tot morgen.)
10. Pani Kowalska: Do widzenia! (Tot ziens!)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Jak budowlaniec przywitał Panią Kowalską?

(Hoe begroette de bouwvakker mevrouw Kowalska?)

2. O co budowlaniec zapytał dotyczące domu?

(Waarnaar vroeg de bouwvakker over het huis?)

3. O której godzinie budowlaniec planuje zacząć pracę?

(Hoe laat wil de bouwvakker gaan werken?)

4. Jak Pani Kowalska pożegnała budowlańca?

(Hoe nam mevrouw Kowalska afscheid van de bouwvakker?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. Jak przywitasz rano sąsiada?
  2. Hoe begroet je 's ochtends de buurman?
  3. Co powiesz, kiedy kończysz rozmowę z klientem?
  4. Wat zeg je als je het gesprek met een klant afsluit?
  5. Jak zapytasz kogoś, jak się czuje po dłuższym czasie?
  6. Hoe vraag je iemand hoe hij zich voelt na lange tijd?
  7. Jak rozpoczniesz rozmowę z nowym współpracownikiem w pracy?
  8. Hoe begin je een gesprek met een nieuwe collega op het werk?