Luister naar het gesprek en herken deze 8 woorden: aangifte doen, de politie, het politiebureau, persoonlijk contact, de afspraak, het loket, de gemeente, digitaal.
Posłuchaj rozmowy i rozpoznaj te 8 słów: złożyć zawiadomienie, policja, posterunek policji, kontakt osobisty, umówione spotkanie, okienko, urząd gminy, cyfrowo.

Je gaat aangifte doen bij een 3D-aangifteloket in het politiebureau.

1. Agent: Goedemiddag, u spreekt met agent Vermeer. Hoe kan ik u helpen? (Goedemiddag, u spreekt met agent Vermeer. Hoe kan ik u helpen?) Pokaż
2. Toerist: Goedemiddag. Ik wil graag aangifte doen. Mijn tas is gestolen. (Goedemiddag. Ik wil graag aangifte doen. Mijn tas is gestolen.) Pokaż
3. Agent: Dat is vervelend. Wat zat er in uw tas? (Dat is vervelend. Wat zat er in uw tas?) Pokaż
4. Toerist: Mijn paspoort, mijn portemonnee en mijn telefoon. (Mijn paspoort, mijn portemonnee en mijn telefoon.) Pokaż
5. Agent: Heeft u gezien wie het heeft meegenomen? (Heeft u gezien wie het heeft meegenomen?) Pokaż
6. Toerist: Nee, ik heb iets verdachts gezien, maar niet precies wie het was. (Nee, ik heb iets verdachts gezien, maar niet precies wie het was.) Pokaż
7. Agent: Ik begrijp het. Bent u al naar de ambassade geweest over uw paspoort? (Ik begrijp het. Bent u al naar de ambassade geweest over uw paspoort?) Pokaż
8. Toerist: Nee, dat weet ik niet zo goed hoe dat moet. (Nee, dat weet ik niet zo goed hoe dat moet.) Pokaż
9. Agent: Ik geef u het telefoonnummer en de website van de ambassade. Daar kunt u een nieuw paspoort aanvragen. (Ik geef u het telefoonnummer en de website van de ambassade. Daar kunt u een nieuw paspoort aanvragen.) Pokaż
10. Toerist: Dank u wel. En hoe zit het met mijn reisverzekering? (Dank u wel. En hoe zit het met mijn reisverzekering?) Pokaż
11. Agent: Met deze aangifte kunt u contact opnemen met uw verzekering. Misschien krijgt u iets terug. (Met deze aangifte kunt u contact opnemen met uw verzekering. Misschien krijgt u iets terug.) Pokaż
12. Toerist: Bedankt, dat is fijn om te weten. (Bedankt, dat is fijn om te weten.) Pokaż

Ćwiczenie 1: Pytania do dyskusji

Instrukcja: Omów pytania po wysłuchaniu nagrania lub przeczytaniu tekstu.

  1. Wat betekent "een geluk bij een ongeluk"?
  2. Co oznacza „szczęście w nieszczęściu”?
  3. Wat zat in de tas?
  4. Co było w torbie?
  5. Wat moet de toerist doen?
  6. Co powinien zrobić turysta?
  7. Raakte jij al eens je portefeuille kwijt?
  8. Czy kiedykolwiek zgubiłeś portfel?

Ćwiczenie 2: Ćwiczenia w kontekście

Instrukcja: Ga naar de website van de politie en kijk waar je aangifte kunt doen.

  1. https://www.politie.nl/aangifte-of-melding-doen