Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Esercizio 1: Gespreksoefening
Istruzione:
- Heb je een eigen bedrijf? Heb je een partner? (Heeft u een eigen bedrijf? Heeft u een partner?)
- Heb je ooit een idee gehad voor je eigen bedrijf? (Heb je ooit een idee gehad voor je eigen bedrijf?)
- Welke twijfels had je? (Welke twijfels had je?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Non gestisco la mia attività. È troppa responsabilità per me. Ik run mijn eigen bedrijf niet. Het is te veel verantwoordelijkheid voor mij. |
Gestisco un negozio di abbigliamento in città. Ho un socio e sta andando alla grande. Ik run een kledingwinkel in de stad. Ik heb een partner en het gaat geweldig. |
Quando avevo poco più di vent'anni volevo aprire una caffetteria. Toen ik begin twintig was, wilde ik een koffiezaak openen. |
Non ho mai avuto un'idea per un mio business. Preferisco lavorare per qualcun altro. Ik heb nooit een idee gehad voor mijn eigen bedrijf. Ik werk liever voor iemand anders. |
Ho deciso di non avviare un'attività in proprio perché è meno faticoso. Ik besloot tegen mijn eigen bedrijf omdat het minder vermoeiend is. |
Sto ancora pensando di aprire la mia attività. È meno sicuro però, ed è per questo che non l'ho ancora fatto. Ik denk er nog steeds over na om mijn eigen bedrijf te starten. Het is echter minder veilig, dat is de reden waarom ik het nog niet heb gedaan. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Se ______ un'attività, organizzerei bene il mio tempo ogni giorno.
(Als ik ______ een bedrijf zou beginnen, zou ik mijn tijd elke dag goed organiseren.)2. Mi piacerebbe ______ i clienti prima di cominciare.
(Ik zou graag ______ de klanten leren kennen voordat ik begin.)3. Se avessi un computer veloce, ______ la contabilità più facilmente.
(Als ik een snelle computer had, ______ ik de boekhouding gemakkelijker doen.)4. Vorrei ______ come funziona il sistema fiscale italiano.
(Ik zou willen ______ hoe het Italiaanse belastingstelsel werkt.)Oefening 4: De planning van mijn activiteit
Instructie:
Werkwoordschema's
Decidere - Beslissen
Presente
- io decido
- tu decidi
- lui/lei decide
- noi decidiamo
- voi decidete
- loro decidono
Preparare - Maken
Presente
- io preparo
- tu prepari
- lui/lei prepara
- noi prepariamo
- voi preparate
- loro preparano
Controllare - Controleren
Presente
- io controllo
- tu controlli
- lui/lei controlla
- noi controlliamo
- voi controllate
- loro controllano
Aiutare - Helpen
Presente
- io aiuto
- tu aiuti
- lui/lei aiuta
- noi aiutiamo
- voi aiutate
- loro aiutano
Fare - Maken
Presente
- io faccio
- tu fai
- lui/lei fa
- noi facciamo
- voi fate
- loro fanno
Andare - Gaan
Presente
- io vado
- tu vai
- lui/lei va
- noi andiamo
- voi andate
- loro vanno
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.