A2.18: Bezoek het platteland

Visita la campagna

Ontdek het Italiaanse plattelandsleven met zinnen over dieren zoals galline (kippen), mucche (koeien) en pecore (schapen). Leer het gebruik van het impersonale 'si' om dagelijkse activiteiten te beschrijven.

luisteren en lezen

Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.

A2.18.1 Dialogo

Un weekend in agriturismo

Een weekend op een agriturismo


Woordenschat (18)

 La mucca: de koe (Italian)

La mucca

Show

De koe Show

 Il cavallo: Het paard (Italian)

Il cavallo

Show

Het paard Show

 Il maiale: het varken (Italian)

Il maiale

Show

Het varken Show

 La capra: de geit (Italian)

La capra

Show

De geit Show

 Il toro: De stier (Italian)

Il toro

Show

De stier Show

 La mosca: De vlieg (Italian)

La mosca

Show

De vlieg Show

 Il pollo: de kip (Italian)

Il pollo

Show

De kip Show

 La pecora: het schaap (Italian)

La pecora

Show

Het schaap Show

 La campagna: Het platteland (Italian)

La campagna

Show

Het platteland Show

 Il paesaggio: Het landschap (Italian)

Il paesaggio

Show

Het landschap Show

 Il villaggio: het dorp (Italian)

Il villaggio

Show

Het dorp Show

 L'agricoltura: de landbouw (Italian)

L'agricoltura

Show

De landbouw Show

 Il contadino: de boer (Italian)

Il contadino

Show

De boer Show

 All'aria aperta: In de open lucht (Italian)

All'aria aperta

Show

In de open lucht Show

 L'azienda agricola: de boerderij (Italian)

L'azienda agricola

Show

De boerderij Show

 La natura: De natuur (Italian)

La natura

Show

De natuur Show

 Nutrire (voeden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nutrire

Show

Voeden Show

 Allevare (opfokken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Allevare

Show

Opfokken Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Il toro


De stier

2

Il maiale


Het varken

3

All'aria aperta


In de open lucht

4

Allevare


Opfokken

5

La natura


De natuur

Esercizio 2: Gespreksoefening

Istruzione:

  1. Dove sei cresciuto? In campagna o in città? (Waar ben je opgegroeid? Op het platteland of in de stad?)
  2. Hai dovuto prenderti cura degli animali? Animali da allevamento o animali domestici? (Heb je voor dieren moeten zorgen? Boerderijdieren of huisdieren?)
  3. Cosa pensi della corrida in Spagna? (Wat vind je van het stierenvechten in Spanje?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Sono cresciuto in campagna.

Ik ben opgegroeid op het platteland.

La mia famiglia ha una fattoria, quindi ho aiutato molto a prendermi cura dei maiali, delle mucche e delle galline.

Mijn familie heeft een boerderij, dus ik hielp veel met de verzorging van de varkens, koeien en kippen.

Sono cresciuto in una piccola città. La mia famiglia aveva un cane. Mi occupavo di lui.

Ik ben opgegroeid in een kleine stad. Mijn familie had een hond. Ik hielp om voor hem te zorgen.

Sono cresciuto a Berlino, la capitale della Germania. Avevamo solo un piccolo appartamento, quindi non abbiamo mai avuto un animale domestico.

Ik ben opgegroeid in Berlijn, de hoofdstad van Duitsland. We hadden maar een klein appartement, dus hadden we nooit een huisdier.

Penso che la corrida sia una tradizione importante in Spagna e voglio assistere a un incontro.

Ik denk dat stierenvechten een belangrijke traditie in Spanje is en ik wil graag een gevecht zien.

La corrida in Spagna è crudele. Quella tradizione deve finire presto per proteggere i tori.

Het stierenvechten in Spanje is wreed. Die traditie moet snel eindigen om de stieren te beschermen.

...

Oefening 3: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. In campagna si __________ il cavallo e la mucca.

(Op het platteland wordt het paard en de koe __________.)

2. Domani si __________ un’azienda agricola per conoscere l'agricoltura locale.

(Morgen wordt een boerderij __________ om de lokale landbouw te leren kennen.)

3. Ci si __________ presto per aiutare il contadino e nutrire gli animali.

(Men zal vroeg __________ om de boer te helpen en de dieren te voeden.)

4. Nel villaggio si __________ verdure fresche durante l'estate.

(In het dorp zullen __________ verse groenten worden gekweekt tijdens de zomer.)

Oefening 5: Een weekend op het platteland

Instructie:

Il fine settimana prossimo, io e la mia famiglia (Andare - Futuro semplice) alla campagna per visitare un'azienda agricola. Di solito, si (Allevare - Presente) molti animali come mucche, pecore e cavalli in quel villaggio. La mattina, ci (Svegliarsi - Futuro semplice) presto per ammirare il paesaggio all'alba e respirare l'aria fresca. Durante la giornata, si (Nutrire - Futuro semplice) gli animali e si (Coltivare - Futuro semplice) i campi insieme ai contadini locali. È un'esperienza che unisce natura e tradizione, e ci (Piacere - Futuro semplice) molto imparare di più sull'agricoltura italiana.


Volgend weekend zullen mijn familie en ik naar het platteland gaan om een boerderij te bezoeken. Meestal worden in dat dorp veel dieren gehouden zoals koeien, schapen en paarden. 's Ochtends zullen we vroeg wakker worden om van het landschap bij zonsopgang te genieten en de frisse lucht in te ademen. Gedurende de dag worden de dieren gevoerd en worden de velden samen met de lokale boeren bewerkt. Het is een ervaring die natuur en traditie samenbrengt, en we zullen het heel leuk vinden om meer te leren over de Italiaanse landbouw.

Werkwoordschema's

Andare - Andare

Futuro semplice

  • io andrò
  • tu andrai
  • lui/lei andrà
  • noi andremo
  • voi andrete
  • loro andranno

Allevare - Allevare

Presente

  • io allevo
  • tu allevi
  • lui/lei alleva
  • noi alleviamo
  • voi alleviate
  • loro allevano

Svegliarsi - Svegliarsi

Futuro semplice

  • io mi sveglierò
  • tu ti sveglierai
  • lui/lei si sveglierà
  • noi ci sveglieremo
  • voi vi sveglierete
  • loro si sveglieranno

Nutrire - Nutrire

Futuro semplice

  • io nutrirò
  • tu nutrirai
  • lui/lei nutrirà
  • noi nutriremo
  • voi nutrirete
  • loro nutriranno

Coltivare - Coltivare

Futuro semplice

  • io coltiverò
  • tu coltiverai
  • lui/lei coltiverà
  • noi coltiveremo
  • voi coltiverete
  • loro coltiveranno

Piacere - Piacere

Futuro semplice

  • (mi) piacerò
  • (ti) piacerai
  • (gli) piacerà
  • (ci) piaceremo
  • (vi) piacerete
  • (gli) piaceranno

Oefening 6: Il "si" impersonale

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De "si" impersonale

Toon vertaling Toon antwoorden

si allevano, ci si sveglia, si vive, si visita, si vedono, si nutre, si alleva, si usano

1. Svegliarsi:
In campagna ... presto per lavorare.
(Op het platteland wordt er vroeg wakker geworden om te werken.)
2. Nutrire:
In fattoria ... il pollo ogni mattina.
(Op de boerderij wordt de kip elke ochtend gevoerd.)
3. Visitare:
Nel villaggio ... l’azienda agricola.
(In het dorp wordt de boerderij bezocht.)
4. Usare:
In agricoltura ... metodi naturali.
(In de landbouw worden natuurlijke methoden gebruikt.)
5. Vedere:
In primavera ... molte pecore nei campi.
(In de lente ziet men veel schapen in de velden.)
6. Vivere:
In campagna ... tra mucche e paesaggi verdi.
(Op het platteland leeft men tussen koeien en groene landschappen.)
7. Allevare:
In questo contesto ... la pecora sulla collina.
(In deze context wordt de schaap op de heuvel gehouden.)
8. Allevare:
Nelle fattorie italiane ... molti animali.
(Op Italiaanse boerderijen worden veel dieren gehouden.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Allevare opfokken

Futuro semplice

Italiaans Nederlands
(io) alleverò ik zal opfokken
(tu) alleverai jij zult opfokken
(lui/lei) alleverà hij/zij zal opfokken
(noi) alleveremo wij zullen opfokken
(voi) alleverete jullie zullen opfokken
(loro) alleveranno zij zullen opfokken

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Les: Bezoek aan het platteland - Het impersonale 'si'

In deze les verkennen we het gebruik van het impersonale 'si' in het Italiaans, een belangrijke grammaticale constructie die vaak wordt gebruikt om algemene handelingen of feiten te beschrijven zonder een specifiek onderwerp te noemen. Dit type zinsbouw komt veel voor bij beschrijvingen van het leven op het Italiaanse platteland, de dieren op een boerderij en typische dagelijkse activiteiten in landelijke gebieden.

Wat leer je in deze les?

  • Het correct toepassen van het impersonale 'si' in verschillende tijden en contexten, bijvoorbeeld: Si vive molto bene qui. (Men leeft hier heel goed.)
  • Vocabulaire rondom het platteland en het boerenleven, zoals dieren (mucche, galline, pecore), dagelijkse activiteiten (svegliarsi, coltivare, allevare) en regionale specialiteiten (olio d'oliva, formaggio fatto in casa).
  • Praktische dialogen die spreken over wandelingen, boerderijactiviteiten en toeristische ontdekkingen van landelijke regio's in Italië.
  • Werkwoordsvervoegingen en oefeningen met regelmatige en bepaalde onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd en toekomstige tijd.

Belangrijke voorbeelden van het impersonale 'si'

  • Si coltiva il grano. - Men verbouwt tarwe.
  • Si mangia molto bene. - Er wordt erg lekker gegeten.
  • Si sveglia presto. - Men staat vroeg op.
  • Si visita il villaggio. - Men bezoekt het dorp.

Typische woorden en uitdrukkingen

  • galline – kippen
  • conigli – konijnen
  • mucche – koeien
  • pecore – schapen
  • cavalli – paarden
  • fattoria – boerderij
  • campagna – platteland
  • paesaggio – landschap
  • natale – natuur

Verschillen tussen het Nederlands en Italiaans over het impersonale gebruik

In het Italiaans wordt het impersonale 'si' veel gebruikt waar het Nederlands vaak passieve constructies neemt of onpersoonlijke jij/men-vormen gebruikt. Bijvoorbeeld: Si vive bene. wordt vaak vertaald met "Men leeft goed" of "Er wordt goed geleefd." Het Italiaanse 'si' drukt een onbepaalde handelende uit zonder dat het onderwerp genoemd wordt, iets wat in het Nederlands vaak omslachtiger wordt uitgedrukt.

Belangrijke Nederlandse equivalenten en uitdrukkingen zijn:

  • Men – algemeen onderwerp zonder specifieke persoon.
  • Er/wordt/worden + voltooid deelwoord – passieve constructies.
  • Je – onpersoonlijke vorm bij algemene uitspraken.

Door deze les leer je hoe je dit veelgebruikte Italiaanse patroon vloeiend kunt toepassen, wat je communicatie over alledaagse situaties in Italië natuurlijker en eenvoudiger maakt.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏