Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Esercizio 1: Gespreksoefening
Istruzione:
- Wat wilde je worden toen je een kind was? (Wat wilde je worden toen je een kind was?)
- Welke plannen heb je voor de toekomst? Zou je binnenkort van baan willen veranderen? (Welke plannen heb je voor de toekomst? Wil je binnenkort van baan veranderen?)
- Hoe ga je ze bereiken? (Hoe ga je ze bereiken?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Quando ero piccolo volevo diventare un pompiere. Toen ik klein was, wilde ik brandweerman worden. |
Da bambino sognavo di diventare un medico. Als kind droomde ik ervan om dokter te worden. |
Voglio avere più responsabilità nel mio lavoro in futuro. Ik wil in de toekomst meer verantwoordelijkheid in mijn werk hebben. |
Voglio essere il capo della mia azienda tra qualche anno. Ik wil over een paar jaar de baas van mijn bedrijf zijn. |
Vorrei cambiare professione presto perché non sono felice con il mio attuale lavoro. Ik wil binnenkort van beroep veranderen omdat ik niet tevreden ben met mijn huidige baan. |
Andrò di nuovo all'università per diventare insegnante. Ik ga weer naar de universiteit om leraar te worden. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Se potessi viaggiare, ______ tutte le città d'Italia che vorrei vedere.
(Als ik kon reizen, ______ ik alle steden van Italië die ik zou willen zien.)2. Vorrei ______ a cucinare i piatti tipici della cucina italiana.
(Ik zou graag ______ leren koken van de typische gerechten van de Italiaanse keuken.)3. Se avessi più tempo libero, ______ più libri in italiano per migliorare la lingua.
(Als ik meer vrije tijd had, ______ ik meer boeken in het Italiaans om de taal te verbeteren.)4. Mi piacerebbe ______ più persone italiane per praticare la conversazione.
(Ik zou graag ______ meer Italiaanse mensen leren kennen om het gesprek te oefenen.)Oefening 4: Wensenlijst
Instructie:
Werkwoordschema's
Volere - Willen
Condizionale presente
- io vorrei
- tu vorresti
- lui/lei vorrebbe
- noi vorremmo
- voi vorreste
- loro vorrebbero
Potere - Kunnen
Congiuntivo presente
- che io possa
- che tu possa
- che lui/lei possa
- che noi possiamo
- che voi possiate
- che loro possano
Avere - Hebben
Congiuntivo imperfetto
- che io avessi
- che tu avessi
- che lui/lei avesse
- che noi avessimo
- che voi aveste
- che loro avessero
Andare - Gaan
Condizionale presente
- io andrei
- tu andresti
- lui/lei andrebbe
- noi andremmo
- voi andreste
- loro andrebbero
Sperare - Hopen
Presente
- io spero
- tu speri
- lui/lei spera
- noi speriamo
- voi sperate
- loro sperano
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.