Oefening 1: Woordbingo
Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.
Woord | Vertaling |
---|---|
la giraffa | de giraffe |
il safari di Ravenna | de safari van Ravenna |
gli animali selvatici | de wilde dieren |
i giardini zoologici | de dierentuinen |
le specie | de soorten |
gli elefanti | de olifanten |
gli scimpanzé | de chimpansees |
Oefening 2: Dialoog
Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.
Filippo e Laura decidono di andare al safari di Ravenna e parlano di quali animali vogliono vedere durante la visita.
1. | Filippo: | Ti va di andare al Safari di Ravenna questa domenica? | (Heb je zin om deze zondag naar de Safari in Ravenna te gaan?) |
2. | Laura: | Sì, non ho mai fatto un safari in vita mia. | (Ja, ik heb nog nooit een safari gedaan in mijn leven.) |
3. | Filippo: | Neanche io! Quali animali ti piacerebbe vedere da vicino? | (Ik ook niet! Welke dieren zou je graag van dichtbij willen zien?) |
4. | Laura: | Non lo so, però non voglio vedere né la tigre né il leone: sono troppo pericolosi. | (Ik weet het niet, maar ik wil noch de tijger noch de leeuw zien: ze zijn te gevaarlijk.) |
5. | Filippo: | Dai, sono animali affascinanti. Il leone è il re della giungla! E poi siamo in macchina, non succede niente. | (Kom op, het zijn fascinerende dieren. De leeuw is de koning van de jungle! En we zitten in de auto, er gebeurt niets.) |
6. | Laura: | Hai ragione. Quali altri animali ci sono? | (Je hebt gelijk. Welke andere dieren zijn er?) |
7. | Filippo: | Fammi vedere sulla mappa. Ci sono le giraffe, gli elefanti e una zona con le scimmie. | (Laat me op de kaart kijken. Er zijn giraffen, olifanten en een gebied met apen.) |
8. | Laura: | Che bello! Non vedo l'ora di vedere le giraffe, mi piacciono molto. | (Wat leuk! Ik kan niet wachten om de giraffen te zien, ik vind ze heel leuk.) |
9. | Filippo: | Anche a me. Io vorrei vedere qualche specie rara. | (Ik ook. Ik zou graag een zeldzame soort willen zien.) |
10. | Laura: | Ce ne sono diverse, l’ho sentito al telegiornale. | (Er zijn er verschillende, ik hoorde het op het nieuws.) |
11. | Filippo: | Allora portiamo la macchina fotografica per non perdere nessun animale. | (Laten we dan de fotocamera meenemen zodat we geen enkel dier missen.) |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Perché Laura non vuole vedere né la tigre né il leone al safari?
(Waarom wil Laura de tijger noch de leeuw niet zien tijdens de safari?)2. Quali animali dice Filippo che si possono vedere al Safari di Ravenna?
(Welke dieren zegt Filippo dat je kunt zien bij de Safari van Ravenna?)3. Cosa propone Filippo di portare per la visita al safari?
(Wat stelt Filippo voor mee te nemen voor het bezoek aan de safari?)4. Qual è l'animale che Laura dice di voler vedere con piacere?
(Welk dier zegt Laura met plezier te willen zien?)Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- Quali animali selvatici ti piace ammirare durante una visita allo zoo o al safari?
- Come organizzeresti una gita al safari per la tua famiglia o i tuoi amici?
- Racconta un’esperienza interessante che hai avuto visitando un giardino zoologico o una riserva naturale.
- Perché, secondo te, è importante conoscere le diverse specie animali e i loro habitat naturali?
Oefening 5: Oefening in context
Instructie: Guarda la mappa del safari di Ravenna, quanti animali riesci a nominare?