Leer Italiaanse uitdrukkingen voor plaatsaanduidingen zoals 'accanto' (naast), 'davanti' (voor), en 'dentro' (binnen) om kleding en stijl nauwkeurig te beschrijven. Oefen zinnen zoals "La giacca è davanti allo specchio" om je vocabulaire praktisch toe te passen in gesprekken over mode en outfits.
luisteren en lezen
Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.
Woordenschat (17) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
La cravatta
De stropdas
2
Le mutande
Het ondergoed
3
Cambiarsi
Zich omkleden
4
L'accessorio
Het accessoire
5
Il completo
Het pak
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ieri ti ______ il completo elegante che avevo suggerito per la riunione.
(Gisteren heb ik je het elegante pak ______ dat ik voor de vergadering had voorgesteld.)2. Prima di uscire, ti sei ______ nel vestito che ti stava meglio.
(Voordat je wegging, heb je je ______ omgekleed in de jurk die je het beste stond.)3. Quando ti avevo consigliato lo stile giusto, avevo già ______ idea sul completo.
(Toen ik je de juiste stijl had aangeraden, had ik mijn ______ al veranderd over het pak.)4. Dopo la prova, hai ______ la cravatta che il negoziante ti aveva consigliato accanto alla sciarpa.
(Na het passen, heb je de stropdas ______ die de winkelier je naast de sjaal had aanbevolen.)Oefening 4: Voorbereiden op een chique avond
Instructie:
Werkwoordschema's
Consigliare - Aanraden
Trapassato prossimo
- io avevo consigliato
- tu avevi consigliato
- lui/lei aveva consigliato
- noi avevamo consigliato
- voi avevate consigliato
- loro avevano consigliato
Cambiarsi - Zich omkleden
Passato prossimo
- io mi sono cambiato/a
- tu ti sei cambiato/a
- lui/lei si è cambiato/a
- noi ci siamo cambiati/e
- voi vi siete cambiati/e
- loro si sono cambiati/e
Cambiarsi - Zich omkleden
Imperfetto
- io mi cambiavo
- tu ti cambiavi
- lui/lei si cambiava
- noi ci cambiavamo
- voi vi cambiavate
- loro si cambiavano
Scegliere - Kiezen
Passato prossimo
- io ho scelto
- tu hai scelto
- lui/lei ha scelto
- noi abbiamo scelto
- voi avete scelto
- loro hanno scelto
Indossare - Dragen
Passato prossimo
- io ho indossato
- tu hai indossato
- lui/lei ha indossato
- noi abbiamo indossato
- voi avete indossato
- loro hanno indossato
Oefening 5: Le espressioni di luogo: 'accanto', 'davanti', 'dentro', etc...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Plaatsuitdrukkingen: 'accanto', 'davanti', 'dentro', enzovoort...
Toon vertaling Toon antwoordenlungo, dentro, dietro, sotto, davanti, fuori, di fianco, lontano
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.27.2 Grammatica
Le espressioni di luogo: 'accanto', 'davanti', 'dentro', etc...
Plaatsuitdrukkingen: 'accanto', 'davanti', 'dentro', enzovoort...
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Consigliare aanraden Delen Gekopieerd!
Trapassato prossimo
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) avevo consigliato | ik had aangeraden |
(tu) avevi consigliato | jij had aangeraden |
(lui/lei) aveva consigliato | hij/zij had aangeraden |
(noi) avevamo consigliato | wij hadden aangeraden |
(voi) avevate consigliato | jullie hadden aangeraden |
(loro) avevano consigliato | zij hadden aangeraden |
Cambiarsi zich omkleden Delen Gekopieerd!
Passato prossimo
Italiaans | Nederlands |
---|---|
si è cambiato/si è cambiata | hij/zij heeft zich omgekleed |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Kledingstijlen en Mode: Overzicht van de Les
In deze les leer je Italiaanse uitdrukkingen die betrekking hebben op kleding en mode, met een focus op plaatsbepalingen zoals 'accanto' (naast), 'davanti' (voor), en 'dentro' (binnenin). De les is geschikt voor A2-niveau en helpt je om eenvoudige gesprekken te voeren over kleding, outfits te beschrijven en te praten over je persoonlijke stijl.
Belangrijkste Leerinhoud
- Uitdrukkingen van plaats: Leren hoe je kledingstukken positioneert in een ruimte, bijvoorbeeld bij een winkel, op kantoor of thuis.
- Praktische woordenschat: Woorden zoals vestito (pak/jurk), giacca (jas), pantaloni (broek), camicia (hemd), cravatta (stropdas), sciarpa (sjaal) en scarpe (schoenen).
- Presentatie van werkwoorden in de tegenwoordige tijd: Bijvoorbeeld indossare (dragen), consigliare (aanraden), provare (passen/proberen), scegliere (kiezen), met multiple-choice oefeningen om de juiste vervoeging te oefenen.
- Dialogen en situaties: Realistische voorbeelden, zoals winkelen, besprekingen over kleding op het werk, en gesprekken over favoriete stijlen.
Voorbeelden van Plaatsuitdrukkingen in Context
- La giacca è davanti allo specchio – De jas is voor de spiegel.
- Il vestito accanto al cappotto – De jurk naast de jas.
- La cravatta è dentro al cassetto – De stropdas is in de lade.
- La sciarpa è sopra il tavolo – De sjaal ligt op de tafel.
Verschillen tussen het Nederlands en Italiaans
In tegenstelling tot het Nederlands, gebruikt het Italiaans verschillende voorzetsels om plaats aan te geven, zoals accanto a (naast), davanti a (voor), dietro a (achter), en dentro a (binnenin). Deze kunnen verschillen in gebruik en soms ook in betekenis. In het Nederlands zeggen we simpelweg 'naast', 'voor', 'achter', 'in', zonder een extra voorzetsel aan het einde te koppelen.
Daarnaast is de werkwoordvervoeging in het Italiaans essentieel om de juiste persoon en tijd uit te drukken, iets wat in het Nederlands eenvoudiger is. Bijvoorbeeld, io indosso betekent 'ik draag', waarbij de uitgang verandert per persoon.
Handige Italiaanse Woorden en Uitdrukkingen met Nederlandse Equivalenten
- indossare – dragen (kleding)
- provare – passen/proberen
- consigliare – aanraden
- scegliere – kiezen
- accanto a – naast
- davanti a – voor (plaats)
- dentro a – binnenin/in
- sopra – op/boven
Deze woorden en uitdrukkingen vormen de basis voor het voeren van gesprekken over kleding en interieur, waarbij je precies kunt aangeven waar iets zich bevindt en welke keuzes je maakt.