A2.30: In de bibliotheek

In biblioteca

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Esercizio 1: Gespreksoefening

Istruzione:

  1. Je bent op zoek naar een boek en vraagt de secretaresse waar je het kunt vinden. (Je bent op zoek naar een boek en vraagt de secretaresse waar je het kunt vinden.)
  2. Beschrijf een boek dat je onlangs hebt gelezen en leuk vond. (Beschrijf een boek dat je recent hebt gelezen en leuk vond.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Ciao! Sto cercando un libro che si chiama "Il grande Gatsby", ma non riesco a trovarlo. Potresti aiutarmi?

Hallo! Ik ben op zoek naar het boek dat "The Great Gatsby" heet, maar ik kan het niet vinden. Kunt u mij helpen?

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Se potessi, __________ subito quel libro interessante.

(Als ik kon, zou ik __________ dat interessante boek meteen lezen.)

2. Mi piacerebbe sapere se __________ consigli su un autore italiano famoso.

(Ik zou graag weten of je __________ advies hebt over een beroemde Italiaanse auteur.)

3. Alla biblioteca mi hanno detto che potrei __________ in prestito più libri contemporaneamente.

(In de bibliotheek zeiden ze me dat ik meerdere boeken tegelijk zou kunnen __________.)

4. Se tu avessi tempo, potremmo __________ per parlare del libro che hai letto.

(Als je tijd had, zouden we kunnen __________ om te praten over het boek dat je gelezen hebt.)

Oefening 4: In de bibliotheek

Instructie:

Oggi pomeriggio io (Andare - Presente) in biblioteca per cercare un libro interessante. Quando (Arrivare - Presente) , vedo un nuovo autore italiano che mi (Piacere - Presente) molto. Chiedo al bibliotecario se loro (Avere - Presente) quel libro e lui mi (Dire - Presente) che è disponibile. Mentre (Sfogliare - Presente) le pagine, penso che questa lettura mi (Aiutare - Futuro semplice) a migliorare il mio italiano e a rilassarmi dopo il lavoro.


Vanmiddag ga ik naar de bibliotheek om een interessant boek te zoeken. Wanneer ik aankom, zie ik een nieuwe Italiaanse auteur die ik erg leuk vind. Ik vraag de bibliothecaris of zij dat boek hebben en hij zegt dat het beschikbaar is. Terwijl ik door de pagina's blader, denk ik dat deze leeservaring mij zal helpen mijn Italiaans te verbeteren en te ontspannen na het werk.

Werkwoordschema's

Andare - Gaan

Presente

  • io vado
  • tu vai
  • lui/lei va
  • noi andiamo
  • voi andate
  • loro vanno

Arrivare - Aankomen

Presente

  • io arrivo
  • tu arrivi
  • lui/lei arriva
  • noi arriviamo
  • voi arrivate
  • loro arrivano

Piacere - Leuk vinden

Presente

  • io piaccio
  • tu piaci
  • lui/lei piace
  • noi piacciamo
  • voi piacete
  • loro piacciono

Avere - Hebben

Presente

  • io ho
  • tu hai
  • lui/lei ha
  • noi abbiamo
  • voi avete
  • loro hanno

Dire - Zeggen

Presente

  • io dico
  • tu dici
  • lui/lei dice
  • noi diciamo
  • voi dite
  • loro dicono

Sfogliare - Bladeren

Presente

  • io sfoglio
  • tu sfogli
  • lui/lei sfoglia
  • noi sfogliamo
  • voi sfogliate
  • loro sfogliano

Aiutare - Helpen

Futuro semplice

  • io aiuterò
  • tu aiuterai
  • lui/lei aiuterà
  • noi aiuteremo
  • voi aiuterete
  • loro aiuteranno

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏