Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Esercizio 1: Gespreksoefening
Istruzione:
- Hoe lang werk je al en wanneer ga je met pensioen? (Hoe lang werk je al en wanneer ga je met pensioen?)
- Welke activiteiten blijf je doen als je met pensioen bent? (Welke activiteiten blijf je doen als je met pensioen bent?)
- Welke veranderingen ga je doorvoeren als je met pensioen gaat? Hoe ga je je vrije tijd besteden? (Welke veranderingen ga je maken als je met pensioen gaat? Hoe ga je je vrije tijd besteden?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Lavoro da 10 anni. Voglio andare in pensione quando avrò 60 anni. Ik werk al 10 jaar. Ik wil met pensioen gaan als ik 60 ben. |
Ho iniziato il mio lavoro 5 anni fa. Non so quando andrò in pensione. Ik ben 5 jaar geleden met mijn baan begonnen. Ik weet niet wanneer ik met pensioen ga. |
Voglio continuare a imparare l'inglese e praticarlo ogni giorno. Ik wil Engels blijven leren en elke dag oefenen. |
Voglio continuare a incontrare i miei amici e fare esercizio. Ik wil mijn vrienden blijven ontmoeten en sporten. |
Voglio viaggiare in nuovi posti e rilassarmi di più. Ik wil naar nieuwe plaatsen reizen en meer ontspannen. |
Prenderò delle lezioni di arte e visiterò spesso la mia famiglia. Ik zal kunstlessen volgen en vaak mijn familie bezoeken. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Dopo la pensione, mi piacerebbe ______ più tempo con la famiglia.
(Na mijn pensioen zou ik graag ______ meer tijd doorbrengen met mijn gezin.)2. Se avessi più tempo libero, ______ un corso di cucina italiana.
(Als ik meer vrije tijd had, ______ ik een Italiaanse kookcursus.)3. Quando sarò in pensione, ______ una casa in campagna.
(Wanneer ik met pensioen ga, ______ ik een huis op het platteland.)4. Se potessi, ______ più spesso con i miei amici al bar.
(Als ik kon, ______ ik vaker met mijn vrienden naar de kroeg.)Oefening 4: Het leven na pensionering
Instructie:
Werkwoordschema's
Celebrare - Vieren
Presente
- io celebro
- tu celebri
- lui/lei celebra
- noi celebriamo
- voi celebrate
- loro celebrano
Preparare - Bereiden
Presente
- io preparo
- tu prepari
- lui/lei prepara
- noi prepariamo
- voi preparate
- loro preparano
Pensare - Denken
Presente
- io penso
- tu pensi
- lui/lei pensa
- noi pensiamo
- voi pensate
- loro pensano
Leggere - Lezen
Presente
- io leggo
- tu leggi
- lui/lei legge
- noi leggiamo
- voi leggete
- loro leggono
Fare - Maken
Presente
- io faccio
- tu fai
- lui/lei fa
- noi facciamo
- voi fate
- loro fanno
Piacere - Houden van
Presente
- (a me) piace
- (a te) piace
- (a lui/lei) piace
- (a noi) piace
- (a voi) piace
- (a loro) piace
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.