In deze les leer je over post en e-mail, met belangrijke woorden zoals "spedire" (versturen), "raccomandata" (aangetekende brief) en zinnen in passato prossimo. Je oefent gesprekken bij het postkantoor en het vragen over e-mails en berichten.
luisteren en lezen
Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Il mittente
De afzender
2
La busta
De envelop
3
La firma
De handtekening
4
Sacaricare
Downloaden
5
Spedire
Versturen
Esercizio 2: Gespreksoefening
Istruzione:
- Mandi ancora lettere o solo e-mail? (Stuur je nog steeds brieven of alleen e-mails?)
- Che cosa sia necessario quando si voglia mandare una lettera? (Wat is noodzakelijk wanneer je een brief wilt versturen?)
- Quante email ricevi di solito in un giorno? (Hoeveel e-mails ontvang je meestal op een dag?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Adesso invio solo email. È più veloce e più facile. Ik stuur nu alleen nog e-mails. Het is sneller en makkelijker. |
A volte invio lettere per occasioni speciali. Come compleanni o festività. Soms verstuur ik brieven voor speciale gelegenheden. Zoals verjaardagen of feestdagen. |
È importante che tu firmi la lettera. Het is belangrijk dat je de brief ondertekent. |
È necessario che tu spedisca la lettera portandola all'ufficio postale per esempio. Het is noodzakelijk dat je de brief verstuurt door deze bijvoorbeeld naar het postkantoor te brengen. |
Di solito ricevo 10 o 15 email. La maggior parte sono di lavoro. Ik krijg meestal 10 of 15 e-mails. De meeste zijn voor werk. |
Ricevo 5 email al giorno. Alcune sono da amici, alcune dai giornali. Ik ontvang 5 e-mails per dag. Sommige zijn van vrienden, sommige van kranten. |
... |
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Dopo _________ il file, ho inviato l'email al destinatario.
(Na het _________ van het bestand, heb ik de e-mail naar de ontvanger gestuurd.)2. Prima di _______ all'ufficio postale, ho controllato il francobollo.
(Voor ik _______ naar het postkantoor ging, controleerde ik de postzegel.)3. Senza _______ bene il messaggio, non l'ho risposto.
(Zonder het bericht _______ te hebben, heb ik niet geantwoord.)4. Dopo _______ la cartolina, ho chiuso il computer.
(Na het _______ van de ansichtkaart, heb ik de computer afgesloten.)Oefening 5: Van postkantoor naar e-mail
Instructie:
Werkwoordschema's
Andare - Gaan
Passato Prossimo
- io sono andato/a
- tu sei andato/a
- lui/lei è andato/a
- noi siamo andati/e
- voi siete andati/e
- loro sono andati/e
Spedire - Versturen
Infinito Presente
- spedire
Allegare - Bijvoegen
Passato Prossimo
- io ho allegato
- tu hai allegato
- lui/lei ha allegato
- noi abbiamo allegato
- voi avete allegato
- loro hanno allegato
Finire - Afmaken
Passato Prossimo
- io ho finito
- tu hai finito
- lui/lei ha finito
- noi abbiamo finito
- voi avete finito
- loro hanno finito
Leggere - Lezen
Passato Prossimo
- io ho letto
- tu hai letto
- lui/lei ha letto
- noi abbiamo letto
- voi avete letto
- loro hanno letto
Rispondere - Antwoorden
Passato Prossimo
- io ho risposto
- tu hai risposto
- lui/lei ha risposto
- noi abbiamo risposto
- voi avete risposto
- loro hanno risposto
Oefening 6: L'infinito passato
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: L'infinito passato
Toon vertaling Toon antwoordenessere andato, essere stato, aver chiuso, aver capito, aver letto, essersi svegliato, aver allegato, aver finito
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Spedire versturen Delen Gekopieerd!
Presente
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) spedisco | ik verstuur |
(tu) spedisci | jij verstuurt |
(lui/lei) spedisce | hij/zij verstuurt |
(noi) spediamo | wij versturen |
(voi) spedite | jullie versturen |
(loro) spediscono | zij versturen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Van postkantoor tot e-mail: Leren over het verleden in het Italiaans
Deze les richt zich op het gebruik van het infinito passato (voltooid infinitief) en de passato prossimo (voltooide tijd) in het Italiaans, toegespitst op dagelijkse situaties zoals het versturen van brieven, e-mails en het voeren van gesprekken over internet en berichtenverkeer.
Wat leer je in deze les?
- Dialogen oefenen om brieven te versturen bij het postkantoor en informatie te vragen over postdiensten.
- Conversaties via e-mail oefenen met het stellen van vragen en antwoorden in de passato prossimo en infinito passato.
- Bespreken van internetgebruik en messaging in het dagelijks en professioneel leven, waarbij typisch gebruikte zinnen en werkwoordsvormen centraal staan.
- Een korte verhaal die de praktische toepassing van de passato prossimo en infinito passato laat zien, voorzien van een uitwerkbare versie met woordenschat en werkwoordentabellen.
Belangrijke woorden en uitdrukkingen
Enkele nuttige voorbeelden die je in deze les tegenkomt en kunt gebruiken:
- spedire una lettera – een brief versturen
- afferrare la posta – post afgeven
- raccomandata – aangetekende brief
- allegare un file – een bestand bijvoegen
- controllare le email – de mail controleren
- tracciare la spedizione – de verzending volgen
- videochiamata – videogesprek
- messaggio veloce – snel (kort) bericht
Overzicht van grammaticale focus
Deze les legt vooral de nadruk op het gebruik van het infinito passato, een vorm die in het Nederlands geen directe tegenhanger heeft maar vertrouwt op de combinatie van het infinitief met een voltooid tijdsaspect (zoals "na het gestuurd te hebben" of "na te hebben gelezen"). Je leert hoe dit typisch in het Italiaans wordt gebruikt na bepaalde werkwoorden en in bijzinnen.
Daarnaast wordt de passato prossimo uitgebreid geoefend, bijvoorbeeld:
- sono andato – ik ben gegaan
- ho allegato – ik heb bijgevoegd
- ho letto – ik heb gelezen
- ho spedito – ik heb verstuurd
Verschillen met het Nederlands
In het Nederlands gebruik je vaak een samengestelde zin om het resultaat van een handeling uit te drukken, zoals "na het versturen van de brief". In het Italiaans is het gebruikelijker om hiervoor het infinito passato te gebruiken, bijvoorbeeld dopo essere andato. Let ook op de verschillende hulpwerkwoorden (essere en avere) in de passato prossimo, afhankelijk van het werkwoord en context.
Handige zinnen en uitdrukkingen met uitleg
- Dopo aver inviato la tua email – Na het versturen van je e-mail; toont het gebruik van infinito passato om een volgorde van handelingen te beschrijven.
- Dopo essere andato all'ufficio postale – Na het gaan naar het postkantoor; let op het gebruik van essere als hulpwerkwoord en de infinitief vorm.
- Ho letto tutto dopo aver aperto il messaggio – Ik heb alles gelezen nadat ik het bericht had geopend; een combinatie van passato prossimo en infinito passato.
- La raccomandata garantisce la consegna con la firma del destinatario – De aangetekende brief garandeert bezorging met handtekening van de ontvanger; nuttig om formele communicatie te begrijpen.