A2.36: Van postkantoor naar e-mail

Dall'ufficio postale all'email

Leer praktische communicatie rond het postkantoor en e-mailen, inclusief zinnen als 'Buongiorno, vorrei sapere se è arrivato un pacco' en het schrijven van formele e-mails zoals 'Gentile Marco'. Versterk je vaardigheden met belangrijke werkwoorden als mandare (verzenden), scrivere (schrijven) en chiedere (vragen).

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Esercizio 1: Gespreksoefening

Istruzione:

  1. Stuur je nog steeds brieven of alleen e-mails? (Stuur je nog steeds brieven of alleen e-mails?)
  2. Wat is noodzakelijk wanneer je een brief wilt versturen? (Wat is noodzakelijk wanneer je een brief wilt versturen?)
  3. Hoeveel e-mails ontvang je meestal op een dag? (Hoeveel e-mails ontvang je meestal op een dag?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Adesso invio solo email. È più veloce e più facile.

Ik stuur nu alleen nog e-mails. Het is sneller en makkelijker.

A volte invio lettere per occasioni speciali. Come compleanni o festività.

Soms verstuur ik brieven voor speciale gelegenheden. Zoals verjaardagen of feestdagen.

È importante che tu firmi la lettera.

Het is belangrijk dat je de brief ondertekent.

È necessario che tu spedisca la lettera portandola all'ufficio postale per esempio.

Het is noodzakelijk dat je de brief verstuurt door deze bijvoorbeeld naar het postkantoor te brengen.

Di solito ricevo 10 o 15 email. La maggior parte sono di lavoro.

Ik krijg meestal 10 of 15 e-mails. De meeste zijn voor werk.

Ricevo 5 email al giorno. Alcune sono da amici, alcune dai giornali.

Ik ontvang 5 e-mails per dag. Sommige zijn van vrienden, sommige van kranten.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Quando arrivo in ufficio, _______ subito la posta elettronica.

(Wanneer ik op kantoor aankom, _______ ik meteen de e-mail.)

2. Se vuoi trovare un lavoro, devi _______ un buon curriculum.

(Als je een baan wilt vinden, moet je _______ een goed cv maken.)

3. Spero che domani l’email _______ prima delle nove.

(Ik hoop dat de e-mail morgen _______ voor negen uur aankomt.)

4. Non _______ quel messaggio senza controllare l’indirizzo.

(Stuur dat bericht niet zonder _______ het adres te controleren.)

Oefening 4: Van het postkantoor naar de e-mail

Instructie:

Oggi (Mandare - Presente) una email importante al mio capo per confermare l'appuntamento. Prima di (Spedire - Infinito) il messaggio, però, controllo sempre che non ci siano errori. I miei colleghi spesso (Chiedere - Presente) consiglio su come scrivere correttamente. Stamattina, mentre lavoravo, (Ricevere - Passato prossimo) ricevuto una notifica dal direttore che vuole parlare con noi domani. Dopo, noi (Scrivere - Presente) insieme la mail per rispondere in modo rapido e professionale.


Vandaag stuur ik een belangrijke e-mail naar mijn baas om de afspraak te bevestigen. Voordat ik het bericht verzend , controleer ik altijd of er geen fouten zijn. Mijn collega's vragen vaak advies over hoe ze correct moeten schrijven. Vanmorgen, terwijl ik aan het werk was, heb ik ontvangen ik een bericht van de directeur die morgen met ons wil spreken. Daarna schrijven we samen de mail om snel en professioneel te antwoorden.

Werkwoordschema's

Mandare - Sturen

Presente

  • io mando
  • tu mandi
  • lui/lei manda
  • noi mandiamo
  • voi mandate
  • loro mandano

Spedire - Verzenden

Infinito

  • spedire

Chiedere - Vragen

Presente

  • io chiedo
  • tu chiedi
  • lui/lei chiede
  • noi chiediamo
  • voi chiedete
  • loro chiedono

Ricevere - Ontvangen

Passato prossimo

  • io ho ricevuto
  • tu hai ricevuto
  • lui/lei ha ricevuto
  • noi abbiamo ricevuto
  • voi avete ricevuto
  • loro hanno ricevuto

Scrivere - Schrijven

Presente

  • io scrivo
  • tu scrivi
  • lui/lei scrive
  • noi scriviamo
  • voi scrivete
  • loro scrivono

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Van het postkantoor naar e-mail: praktische communicatie in het Italiaans

Deze les richt zich op dagelijkse situaties waarbij je communiceert over post, pakketten en emails in het Italiaans, op niveau A2. Je leert hoe je informatie vraagt bij het postkantoor, een formele e-mail schrijft en hulp vraagt via e-mail. Hierbij komen veelvoorkomende werkwoorden en handige uitdrukkingen aan bod.

Belangrijke woorden en uitdrukkingen

  • il pacco – het pakket
  • il codice di tracciamento – de trackingcode
  • spedire – verzenden
  • la posta elettronica – de e-mail
  • inviare un'email – een e-mail sturen
  • assistenta tecnica – technische hulp

Hoofdonderwerpen van de les

Gesprekken bij het postkantoor

Je leert vragen stellen over aangekomen pakketten, informatie opvragen over verzendingen en formulieren invullen voor internationale verzendingen.

Formele e-mails schrijven

Je oefent het schrijven van een formele e-mail om een afspraak te bevestigen en om details te vragen, bijvoorbeeld over bijeenkomsten of projecten.

Hulp vragen via e-mail

Je formuleert een korte e-mail om technische assistentie te vragen en leert hoe je vriendelijk reageert op problemen.

Werkwoorden in de praktijk

Deze les bevat oefeningen met veelgebruikte werkwoorden in tegenwoordige tijd en voltooid verleden tijd zoals: mandare (ik stuur), spedire (verzenden), chiedere (vragen), ricevere (ontvangen), en scrivere (schrijven). Het is belangrijk deze werkwoorden goed te kunnen vervoegen in context.

Verschillen tussen Nederlands en Italiaans in deze les

In het Italiaans is het gebruik van formele aanspreekvormen en beleefdheidsvormen in correspondentie en gesprekken bij officiële instanties vanzelfsprekender dan in het Nederlands. Een uitdrukking als "La invio subito" (Ik stuur het u onmiddellijk) toont deze beleefdheid duidelijk. Daarnaast zijn zinsconstructies soms anders: in het Italiaans staat het werkwoord vaak direct achter het onderwerp en kennen zinnen soms een rechtere woordvolgorde dan in het Nederlands.

Handige zinnen die lijken op het Nederlands, maar toch verschillen, zijn bijvoorbeeld:

  • "Vorrei sapere..." – ik zou graag willen weten... (beleefde vraag)
  • "Deve compilare questo modulo" – u moet dit formulier invullen
  • "Se ha bisogno..." – als u hulp nodig heeft...

Deze les helpt om deze nuances te herkennen en zelf aan de slag te gaan met praktische Italiaanse communicatie over post en e-mail.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏