Leer het gebruik van het Italiaanse werkwoord 'metterci' om aan te geven hoeveel tijd iemand nodig heeft voor een taak, met nuttige zinnen zoals 'Io ci metto dieci minuti' en 'Quanto ci metti?'. Focus op de correcte vormen van het werkwoord en de plaatsing van 'ci' in de zin.
Forma (Vorm)Esempio (Voorbeeld)
Io ci mettoIo ci metto dieci minuti per prepararmi. (Ik doe er tien minuten over om me klaar te maken.)
Tu ci mettiTu ci metti troppo tempo. (Jij doet er te lang over.)
Lui/ Lei ci metteLei ci mette poco a fare la valigia. (Zij doet er weinig tijd over om te pakken.)
Noi ci mettiamoNoi ci mettiamo mezz'ora. (Wij doen er een halfuur over.)
Voi ci metteteVoi ci mettete tanto tempo. (Jullie doen er zoveel tijd over.)
Loro ci mettonoLoro ci mettono sempre un'ora. (Zij doen er altijd een uur over.)
Quanto ci metti?Quanto ci metti a finire? (Hoe lang doe je erover om klaar te zijn?)

Oefening 1: Il verbo metterci

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

ci metti, Ci mettete, Ci mette, ci mettiamo, ci metto, Ci metto, ci mettono

1. Io:
Per prepararmi, ... dieci minuti.
(Ik doe er tien minuten over om me klaar te maken.)
2. Tu:
... troppo a prepararti per andare al mare.
(Je doet er te lang over om je klaar te maken om naar het strand te gaan.)
3. Lei:
... poco a dimenticare qualcosa.
(Hij doet er weinig tijd over om iets te vergeten.)
4. Loro:
Per prepararsi bene, ... sempre tanto.
(Om zich goed voor te bereiden, doen ze er altijd veel tijd over.)
5. Lui:
... sempre troppo a fare la valigia.
(Ze doet er altijd te lang over om de koffer in te pakken.)
6. Noi:
A volte ... ore per fare tutto lo zaino.
(Soms doen we er uren over om de hele rugzak te pakken.)
7. Voi:
... molto tempo a scegliere la destinazione.
(Jullie doen er veel tijd over om de bestemming te kiezen.)
8. Io:
... due minuti a trovare il caricatore.
(Ik doe er twee minuten over om de oplader te vinden.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin die het werkwoord 'metterci' gebruikt om aan te geven hoeveel tijd er nodig is om iets te doen.

1.
Fout in de woordvolgorde: 'er' moet na het onderwerp en voor het werkwoord staan.
Verkeerde werkwoordstijd: de tegenwoordige tijd 'doe' moet gebruikt worden, niet het voltooid deelwoord 'gedaan'.
2.
Foute volgorde: 'er' moet vóór het werkwoord komen.
Verkeerd gebruik van de infinitief 'doen' in plaats van het vervoegde werkwoord 'doe'.
3.
Spelfout in het werkwoord: 'doen' moet met één 'o' worden geschreven.
Verkeerde plaatsing van 'er': het moet voor het werkwoord staan.
4.
Werkwoordsfout: 'doet' is enkelvoud, moet meervoud 'doen' zijn.
Verkeerde plaatsing van 'er': moet vóór het werkwoord staan.

Het werkwoord "metterci" in het Italiaans

In deze les leer je hoe je het werkwoord "metterci" gebruikt om aan te geven hoeveel tijd iemand nodig heeft om iets te doen. Dit is een erg nuttige constructie om dagelijkse activiteiten en tijdsduur te beschrijven.

Wat betekent "metterci"?

Het werkwoord "metterci" betekent letterlijk "er tijd in steken" of "er tijd voor nodig hebben". Je gebruikt het om te zeggen hoe lang iets duurt voor een persoon om te voltooien. Bijvoorbeeld:

  • Io ci metto dieci minuti per prepararmi. (Ik doe er tien minuten over om me klaar te maken.)
  • Quanto ci metti a finire? (Hoe lang doe je erover om klaar te zijn?)

Belangrijkste vervoegingen van "metterci"

Het werkwoord wordt vervoegd met de persoonlijke voornaamwoorden en het woordje "ci" blijft altijd direct vóór het vervoegde werkwoord staan. Hier zijn de basisvormen in de tegenwoordige tijd:

VormVoorbeeld
Io ci mettoIo ci metto dieci minuti per prepararmi.
Tu ci mettiTu ci metti troppo tempo.
Lui/Lei ci metteLei ci mette poco a fare la valigia.
Noi ci mettiamoNoi ci mettiamo mezz'ora.
Voi ci metteteVoi ci mettete tanto tempo.
Loro ci mettonoLoro ci mettono sempre un'ora.
Quanto ci metti?Quanto ci metti a finire?

Hoe gebruik je "metterci" in zinnen?

De structuur is meestal: persoonlijk voornaamwoord + ci + vorm van "metterci" + tijdsbepaling + om te + infinitief. Bijvoorbeeld:

  • Noi ci mettiamo mezz'ora per fare il check-in. (Wij doen er een half uur over om in te checken.)
  • Loro ci mettono sempre un'ora per preparare i documenti. (Zij doen er altijd een uur over om de documenten klaar te maken.)

Verschillen en nuttige vergelijkingen met het Nederlands

In het Nederlands zeg je vaak: "Ik doe er tien minuten over..." of "Hoe lang doe jij erover...?". Dit komt overeen met de Italiaanse constructie met "metterci". Het opvallende verschil is dat in het Italiaans altijd de partikel "ci" gebruikt wordt samen met het werkwoord, terwijl het Nederlands meestal alleen het werkwoord gebruikt met een voorzetsel of zinsdeel.

Handige Italiaanse uitdrukkingen die je kunt vergelijken met het Nederlands zijn:

  • Metterci → doen over, er tijd voor nodig hebben
  • Quanto ci metti? → Hoe lang doe je erover?
  • Ci mettiamo un'ora. → We doen er een uur over.

Let erop dat "ci" in het Italiaans altijd direct vóór het vervoegde werkwoord staat. In het Nederlands komt er meestal een voorzetsel of tijdsbepaling na het werkwoord zonder een apart woord als "ci".

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Fabio Pirioni

Bachelor in de geesteswetenschappen

University of Udine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 02/09/2025 21:59