De video gaat over hoe de Nederlandse zeilsters Odile van Aanholt en Annette Duetz na een zenuwslopende finale olympisch goud winnen op de Olympische Spelen van 2024 in Frankrijk.
Film opowiada o tym, jak holenderskie żeglarki Odile van Aanholt i Annette Duetz po nerwowej finale zdobyły złoty medal olimpijski na Igrzyskach Olimpijskich 2024 we Francji.

Ćwiczenie 1: Bingo słowne

Instrukcja: 1. Posłuchaj filmu co najmniej dwa razy i zapisz słowa, które słyszysz. 2. Użyj tych słów, aby ułożyć rozmowę z nauczycielem (zapisz swoją rozmowę). 3. Zapamiętaj słowa za pomocą trenera słówek.

Słowo Tłumaczenie
eerste pierwszy
tweede drugi
derde trzeci
vierde czwarty

Ćwiczenie 2: Dialog

Instrukcja: 1. Czytaj dialog w parach. 2. Zapamiętaj zwroty, zakrywając tłumaczenie. 3. Zakryj wypowiedzi jednego z rozmówców, podawaj z nauczycielem alternatywne odpowiedzi i zapisuj je.

Twee vrienden kijken naar de video en bespreken het samen.

Dwóch przyjaciół ogląda wideo i omawia je razem.
1. Jan: Hé, weet je wie de eerste is bij het zeilen? (Hé, weet je wie de eerste is bij het zeilen?)
2. Maura: Ja! Van Aanholt en Duetz zijn eerste. Echt fantastisch! (Ja! Van Aanholt en Duetz zijn eerste. Echt fantastisch!)
3. Jan: Wat een spannende tweede helft zeg! Kijk deze video. (Wat een spannende tweede helft zeg! Kijk deze video.)
4. Maura: Precies, bij de derde boei denken ze dat ze al bij de finish zijn. (Precies, bij de derde boei denken ze dat ze al bij de finish zijn.)
5. Jan: Hier staat Nederland even op de vierde plek. (Hier staat Nederland even op de vierde plek.)
6. Maura: Oh, stel je voor dat je als vierde eindigt, net geen medaille, dat is moeilijk. (Oh, stel je voor dat je als vierde eindigt, net geen medaille, dat is moeilijk.)
7. Jan: Ik dacht eerst dat Zweden vierde was en Italië vijfde. Ze varen goed. (Ik dacht eerst dat Zweden vierde was en Italië vijfde. Ze varen goed.)
8. Maura: Nou, Zweden is tweede, Frankrijk derde en de vierde en vijfde plek volgen snel. (Nou, Zweden is tweede, Frankrijk derde en de vierde en vijfde plek volgen snel.)
9. Jan: Wat mooi, Nederland gaat als eerste over de finish! (Wat mooi, Nederland gaat als eerste over de finish!)
10. Maura: Wist je dat deze gouden medaille ook de honderdste is voor Nederland? (Wist je dat deze gouden medaille ook de honderdste is voor Nederland?)
11. Jan: Ongelooflijk! Dit is een heel belangrijke overwinning in de sport. (Ongelooflijk! Dit is een heel belangrijke overwinning in de sport.)

Ćwiczenie 3: Pytania dotyczące tekstu

Instrukcja: Przeczytaj powyższy tekst i wybierz poprawną odpowiedź.

1. Wie wint volgens de tekst de gouden medaille bij het zeilen?

(Kto według tekstu zdobywa złoty medal w żeglowaniu?)

2. Welke plekken krijgen Zweden en Frankrijk in de wedstrijd?

(Jakie miejsca zajmują Szwecja i Francja w zawodach?)

3. Wat is bijzonder aan deze gouden medaille voor Nederland?

(Co jest wyjątkowego w tym złotym medalu dla Niderlandów?)

4. Wat denken de zeilers bij de derde boei?

(Co myślą żeglarze przy trzecim boi?)

Ćwiczenie 4: Pytania do otwartej rozmowy

Instrukcja: Przedyskutuj następujące pytania ze swoim nauczycielem, używając słownictwa z tej lekcji, i zapisz swoje odpowiedzi.

  1. Wie kwamen als eerste en tweede over de finish in de zeilwedstrijd volgens de tekst?
  2. Kto przybył jako pierwszy i drugi na metę w regatach żeglarskich według tekstu?
  3. Wat gebeurt er bij de derde boei tijdens de race volgens het gesprek?
  4. Co się dzieje przy trzeciej boi podczas wyścigu według rozmowy?
  5. Hoe voelt het volgens Maura om als vierde te eindigen in een belangrijke wedstrijd?
  6. Jak się czuje Maura, kończąc na czwartym miejscu w ważnych zawodach?
  7. Waarom vindt Jan dat deze overwinning een historische gebeurtenis is voor Nederland?
  8. Dlaczego Jan uważa, że to zwycięstwo jest historycznym wydarzeniem dla Holandii?