Exercice 1: Compréhension orale
Instruction: Regarde la vidéo et reconnais le vocabulaire. Ensuite, réponds aux questions ci-dessous.
| Mot | Traduction |
|---|---|
| de fietser | le cycliste |
| duurzaam | durable |
| het openbaar vervoer | les transports en commun |
| de rit | le trajet |
| met de trein reizen | voyager en train |
| het milieu | l'environnement |
Exercice 2: Dialogue
Instruction: Lisez le dialogue et répondez aux questions.
In Utrecht is de grootste fietsenstalling ter wereld geopend. Een wethouder ziet een bekende fietser en stopt haar om te vragen wat ze vindt van het project.
| 1. | Willem : | Hallo Fleur, wat vind je van de nieuwe fietsenstalling? | (Bonjour Fleur, que penses-tu du nouveau parking à vélos ?) |
| 2. | Fleur : | Hallo Willem. Ik vind het heel goed, nu kan elke fietser hier makkelijk zijn fiets parkeren. | (Bonjour Willem. Je le trouve très bien, maintenant chaque cycliste peut facilement y garer son vélo.) |
| 3. | Willem : | Het project is belangrijk voor duurzaam vervoer in de stad. Wat denk jij? | (Le projet est important pour le transport durable en ville. Qu'en penses-tu ?) |
| 4. | Fleur : | Dat vind ik ook. Fietsen is gezond en beter voor het milieu. | (Je suis d'accord. Faire du vélo est sain et meilleur pour l'environnement.) |
| 5. | Willem : | Denk je dat mensen nu vaker de fiets pakken in plaats van de auto? | (Penses-tu que les gens prennent maintenant plus souvent le vélo au lieu de la voiture ?) |
| 6. | Fleur : | Ja, ik zelf kies liever de fiets of het openbaar vervoer. | (Oui, je préfère moi-même le vélo ou les transports en commun.) |
| 7. | Willem : | Denk je dat meer mensen het openbaar vervoer gebruiken dan de fiets? | (Penses-tu que plus de gens utilisent les transports en commun que le vélo ?) |
| 8. | Fleur : | Veel mensen combineren fietsen met de trein, denk ik. Dat gaat nu heel makkelijk. | (Beaucoup de gens combinent le vélo avec le train, je pense. C'est maintenant très facile.) |
| 9. | Willem : | Ja, deze fietsenstalling maakt het combineren van fietsen en trein reizen makkelijker. | (Oui, ce parking à vélos facilite la combinaison du vélo et du train.) |
| 10. | Fleur : | Precies, ik ben blij dat dit project nu open is. Ik ga er zeker gebruik van maken. | (Exactement, je suis content que ce projet soit maintenant ouvert. Je vais certainement en profiter.) |
| 11. | Willem : | Dat is fijn om te horen. Hopelijk zorgt het ervoor dat er minder files en minder vervuilende auto’s in de stad zijn. | (C'est agréable à entendre. Espérons que cela réduira les embouteillages et le nombre de voitures polluantes en ville.) |
| 12. | Fleur : | Dat denk ik ook. Utrecht is en blijft een echte fietsstad. | (Je pense aussi cela. Utrecht est et reste une vraie ville cycliste.) |
Exercice 3: Questions sur le texte
Instruction: Lisez le texte ci-dessus et choisissez la bonne réponse.
1. Wat vindt Fleur van de nieuwe fietsenstalling?
(Que pense Fleur de la nouvelle consigne à vélos ?)2. Waarom vindt Willem dat het project belangrijk is voor de stad?
(Pourquoi Willem pense-t-il que le projet est important pour la ville ?)3. Hoe verplaatsen veel mensen zich volgens Fleur?
(Comment beaucoup de gens se déplacent-ils selon Fleur ?)4. Wat hoopt Willem met deze nieuwe fietsenstalling te bereiken?
(Qu'espèrent atteindre Willem avec cette nouvelle consigne à vélos ?)Exercice 4: Questions pour commencer la conversation
Instruction: Répondez aux questions et corrigez avec votre professeur.
- Wat zijn volgens het gesprek de voordelen van duurzaam vervoer?
- Welke manier van reizen gebruik jij het liefst: de fiets, het openbaar vervoer of de auto? Waarom?
- Hoe helpt een goede fietsenstalling het milieu?
- Kun je een voorbeeld geven van hoe je de fiets met het openbaar vervoer kunt combineren?
Exercice 5: Pratique en contexte
Instruction: Bonus: verken de Nederlandse kust per fiets!