10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie
Die beliebteste Blume in Deutschland ist die Tulpe. Sie ist in vielen Gärten und auch auf Märkten sehr verbreitet und symbolisiert Fröhlichkeit und den Beginn des Frühlings. Die Lieblingsblume des Gärtners im Video ist die Westerlandrose.
De populairste bloem in Duitsland is de tulp. Deze komt veel voor in tuinen en ook op markten en symboliseert vrolijkheid en het begin van de lente. De lievelingsbloem van de tuinier in de video is de Westerlandroos.

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord Vertaling
die Lieblingsrose de favoriete roos
der Landschaftsgärtner de landschaps tuinier
wetterfest weervast
die Blüten de bloemen
insektenfreundlich insectvriendelijk
die Hummeln de hommels
die Bienen de bijen
Das ist unser neuer Garten. (Dit is onze nieuwe tuin.)
Wir haben viele Pflanzen. (We hebben veel planten.)
Es gibt Blumen und Bäume. (Er zijn bloemen en bomen.)
Der Garten ist groß und schön. (De tuin is groot en mooi.)
Am Morgen gieße ich die Pflanzen. ('s ochtends geef ik de planten water.)
Die Blumen brauchen viel Wasser. (De bloemen hebben veel water nodig.)
Es gibt auch einige Vögel im Garten. (Er zijn ook een paar vogels in de tuin.)
Wir haben einen kleinen Tisch und Stühle. (We hebben een klein tafeltje en stoelen.)
Im Sommer sitzen wir oft draußen. (In de zomer zitten we vaak buiten.)
Der Garten gefällt uns sehr gut. (We vinden de tuin erg prettig.)

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Sabrina und Christian planen den neuen Garten für ihr Haus.

Sabrina en Christian plannen de nieuwe tuin voor hun huis.
1. Christian: Was meinst du? Wo fangen wir an? (Wat denk je? Waar beginnen we?)
2. Sabrina: Die Grassamen habe ich schon gekauft. Ein großer Rasen ist für mich am wichtigsten. (Ik heb het graszaad al gekocht. Een groot gazon is voor mij het belangrijkste.)
3. Christian: Okay. Meine Lieblingsblumen sind Tulpen. Machen wir hinten links ein Tulpenbeet? (Oké. Mijn lievelingsbloemen zijn tulpen. Zullen we achteraan links een tulpenperk maken?)
4. Sabrina: Das klingt gut. Tulpen muss man nicht oft gießen und sie sind gut für Insekten. (Dat klinkt goed. Tulpen hoef je niet vaak te water te geven en ze zijn goed voor insecten.)
5. Christian: Was hältst du davon, wenn wir an den Baum eine Schaukel hängen? (Wat vind je ervan als we aan de boom een schommel hangen?)
6. Sabrina: Ich finde das nicht so gut. Niemand setzt sich darauf und es sieht nicht schön aus. (Ik vind dat niet zo goed. Niemand gaat erop zitten en het ziet er niet mooi uit.)
7. Christian: Vielleicht hast du Recht. Aber wir müssen auf jeden Fall noch Rosen pflanzen. (Misschien heb je gelijk. Maar we moeten in ieder geval nog rozen planten.)
8. Sabrina: Welche Rose möchtest du pflanzen? (Welke roos wil je planten?)
9. Christian: Die Westerlandrose. Die Farbe mag ich besonders gerne. (De Westerlandroos. Die kleur vind ik vooral mooi.)
10. Sabrina: Die braucht aber viel Wasser. (Die heeft wel veel water nodig.)
11. Christian: Das ist kein Problem. Gießen macht mir Spaß. (Dat is geen probleem. Water geven vind ik leuk.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Welche Pflanzen möchte Christian im Garten pflanzen?

(Welke planten wil Christian in de tuin planten?)

2. Warum möchte Sabrina keine Schaukel im Garten haben?

(Waarom wil Sabrina geen schommel in de tuin?)

3. Was ist Sabrina für den Garten am wichtigsten?

(Wat is voor Sabrina het belangrijkste in de tuin?)

4. Warum sind Tulpen laut Sabrina eine gute Wahl?

(Waarom zijn tulpen volgens Sabrina een goede keuze?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. Welche Pflanzen möchtest du gern in deinem Garten haben? Warum?
    2. Welke planten wil je graag in je tuin hebben? Waarom?
  2. Wie oft gießt du die Pflanzen, wenn du einen Garten hast?
    3. Hoe vaak geef je water aan de planten als je een tuin hebt?
  3. Denkst du, es ist wichtig, dass Blumen für Insekten gut sind? Warum?
    4. Vind je het belangrijk dat bloemen goed zijn voor insecten? Waarom?
  4. Was machst du zuerst, wenn du einen neuen Garten planst?
    5. Wat doe je als eerste als je een nieuwe tuin plant?