Leer reflexieve werkwoorden in het Duits met hun voornaamwoorden in de accusatief en datief, zoals mich, dich, sich, ons en euch, en begrijp hun gebruik in zinnen als "Ich freue mich" en "Wir kaufen uns Obst".
- Wederkerende voornaamwoorden passen zich aan afhankelijk van persoon en getal.
- Het wederkerend voornaamwoord in de datief wordt gebruikt wanneer het onderwerp een handeling op zichzelf uitvoert en er een meewerkend voorwerp volgt. Bijvoorbeeld: Ik was mir die Hände
Person (Persoon) | Konjugation (Conjugatie) | Reflexives Pronomen Akkusativ (Reflexieve voornaamwoorden lijdend voorwerp ) | Reflexives Pronomen Dativ (Reflexieve voornaamwoorden datief) |
---|---|---|---|
Ich | freue | mich | mir |
Du | freust | dich | dir |
Er/Sie/Es | freut | sich | sich |
Wir | freuen | uns | uns |
Ihr | freut | euch | euch |
Sie | freuen | sich | sich |
Oefening 1: Reflexive Verben
Instructie: Vul het juiste woord in.
ziehst dich, wasche mich, putzt euch die Zähne, wäscht sich, wäscht dir, ziehen sich, ziehe mich, putze mir die Zähne
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ich wasche ___ jeden Morgen die Hände.
(Ik was ___ elke ochtend mijn handen.)2. Du freust ___ auf den Feierabend.
(Je kijkt ___ uit naar het einde van de werkdag.)3. Er kämmt ___ vor dem Spiegel die Haare.
(Hij kamt ___ voor de spiegel zijn haar.)4. Wir kaufen ___ jeden Tag frisches Obst.
(Wij kopen ___ elke dag vers fruit.)5. Ihr bereitet ___ gut auf das Meeting vor.
(Jullie bereiden ___ goed voor op de vergadering.)6. Sie freuen ___ über das schöne Wetter.
(Zij verheugen ___ over het mooie weer.)