Leer de Duitse trennbare Verben zoals aufstehen (opstaan), abholen (ophalen) en anrufen (opbellen), waarbij het voorzetsel in de zin wordt gescheiden en aan het einde staat.
  1. Bij scheidbare werkwoorden staat het voorzetsel meestal aan het einde van de zin.
Trennbares Verb (Scheidingbaar werkwoord)Trennbare Präposition (splitbare voorzetsel)Beispiel im Präsens (Voorbeeld in de tegenwoordige tijd)
aufstehenaufIch stehe um 8 Uhr auf. (Ik sta om 8 uur op.)
abholenabEr holt die Briefe vom Postamt ab. (Hij holt de brieven van het postkantoor af.)
anrufenanWir rufen um 10 Uhr an. (Wij bellen om 10 uur op.)
einladeneinSie laden ihre Freunde zum Abendessen ein. (Zij nodigen hun vrienden uit voor het avondeten.)
ausgehenausIch gehe mit meinen Freunden aus. (Ik ga met mijn vrienden uit.)
zuhörenzuWir hören der Musik zu. (Wij horen naar de muziek zu.)
mitkommenmitSie kommt mit ins Kino. (Ze komt mee naar de bioscoop.)
vorbereitenvorIch bereite das Mittagsessen vor. (Ik bereid de lunch voor.)
dazugebendazuSie gibt noch ein bisschen Öl dazu. (Zij geeft er nog een beetje olie daarbij.)

Oefening 1: Trennbare Verben

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

hören, ab, zu, mit, dazu, kommt, stehe, rufe, an, vor, bereiten, auf, gibt, holst, geben

1. Abholen:
Du ... die Eier vom Bauern ....
(Je haalt de eieren bij de boer op.)
2. Mitkommen:
Er ... ... in die Küche.
(Hij gaat mee naar de keuken.)
3. Anrufen:
Ich ... bei meinem Freund ....
(Ik bel mijn vriend op.)
4. Aufstehen:
Ich ... um 7 Uhr ..., um zu kochen.
(Ik sta om 7 uur op om te koken.)
5. Dazugeben:
Die Frau ... noch etwas Salz ....
(De vrouw doet nog wat zout erbij.)
6. Zuhören:
Wir ... dem Mann ....
(We luisteren naar de man.)
7. Vorbereiten:
Wir ... das Fleisch ....
(We bereiden het vlees voor.)
8. Dazugeben:
Die Kinder ... vier Eier ....
(De kinderen doen er vier eieren bij.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ich stehe jeden Morgen um 7 Uhr ____.

(Ik sta elke ochtend om 7 uur ____. )

2. Wir rufen den Kunden um 15 Uhr ____.

(We bellen de klant om 15 uur ____. )

3. Ich bereite das Abendessen ____.

(Ik maak het avondeten ____. )

4. Sie lädt ihre Kollegen zum Essen ____.

(Ze nodigt haar collega's uit om te eten ____. )

5. Er holt die frischen Zutaten vom Markt ____.

(Hij haalt de verse ingrediënten van de markt ____. )

6. Wir hören beim Kochen Musik ____.

(We luisteren naar muziek tijdens het koken ____. )

Trennbare Verben - Scheidbare Werkwoorden in het Duits

In deze les leer je over trennbare Verben, oftewel scheidbare werkwoorden, een belangrijk onderdeel van de Duitse grammatica op A1-niveau. Deze werkwoorden bestaan uit een hoofdwerkwoord en een voorvoegsel (präfix) dat in zinnen vaak wordt afgescheiden en achteraan wordt geplaatst.

Wat zijn trennbare Verben?

Trennbare Verben bestaan uit twee delen: een zelfstandig werkwoord en een scheidbaar voorvoegsel. Dit voorvoegsel kan een korte prepositie zijn zoals auf, an, mit, of een vergelijkbare combinatie.

Voorbeeld: aufstehen betekent ‘opstaan’. In een zin wordt het gescheiden: “Ich stehe um 8 Uhr auf.”

Belangrijkste kenmerken

  • Het voorvoegsel staat meestal aan het einde van de zin.
  • In de infinitief en in samengestelde tijden blijven de delen aan elkaar geschreven, bijvoorbeeld aufstehen of aufgestanden.
  • Bij de vervoeging wordt het werkwoordstuk vervoegd, het voorvoegsel blijft onveranderd achteraan staan.

Veelvoorkomende voorbeelden

Scheidbaar werkwoordVoorvoegselVoorbeeldzin in de tegenwoordige tijd
aufstehenaufIch stehe um 8 Uhr auf.
abholenabEr holt die Briefe vom Postamt ab.
anrufenanWir rufen um 10 Uhr an.
einladeneinSie laden ihre Freunde zum Abendessen ein.
ausgehenausIch gehe mit meinen Freunden aus.

Verschillen met het Nederlands

In het Duits worden deze voorvoegsels los van het werkwoord geplaatst in de zin, terwijl het Nederlands vaak samengestelde werkwoorden gebruikt zonder scheiding, bijvoorbeeld 'opstaan' in het Nederlands is een samengesteld werkwoord, maar in de zin wordt het niet gescheiden zoals in het Duits.

Nederlandse equivalenten of woorden met een vergelijkbare functie zijn bijvoorbeeld opstaan, afhalen, aanbellen – deze woorden werken echter als één geheel in zinnen, zonder dat het voorvoegsel wordt losgekoppeld.

Praktische tips om te onthouden

  • Focus op het herkennen van de voorvoegsels en het werkwoord in de zin.
  • Oefen met veel voorkomende trennbare werkwoorden zoals aufstehen, anrufen of mitkommen.
  • Let erop dat het voorvoegsel altijd achteraan staat in de hoofdzin.

Belangrijke woorden en uitdrukkingen

  • aufstehen – opstaan
  • abholen – ophalen
  • anrufen – opbellen
  • einladen – uitnodigen
  • ausgehen – uitgaan
  • zuhören – luisteren naar
  • mitkommen – meekomen
  • vorbereiten – voorbereiden
  • dazugeben – erbij doen

Deze les helpt je stevig te oefenen met het herkennen en gebruiken van scheidbare werkwoorden zodat je ze natuurlijk kunt toepassen in dagelijkse gesprekken en zinnen. De uitgebreide voorbeelden en uitleg maken dit tot een praktische gids om direct mee aan de slag te gaan.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Sophie Schmidt

Internationaal administratief management

Würzburger Dolmetscherschule

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

vrijdag, 18/07/2025 00:22