10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie
In der städtischen Kunsthalle in Braunschweig ist aktuell eine Ausstellung über die Geschichte der Fotografie und des Films...
In de stedelijke Kunsthalle in Braunschweig is momenteel een tentoonstelling over de geschiedenis van de fotografie en de film...

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord Vertaling
die Kunsthalle de kunsthal
die Ausstellung de tentoonstelling
die Fotografie de fotografie
die Hochschule für bildende Künste de kunstacademie
die Videokunst de videokunst
Wir sind hier in der Halle 267, in der städtischen Kunsthalle in Braunschweig. (We zijn hier in hal 267, in de stedelijke Kunsthalle van Braunschweig.)
Zurzeit gibt es hier die Ausstellung „Back to where we have started from“. (Op dit moment is hier de tentoonstelling „Back to where we have started from”.)
Das ist ein Projekt über die künstlerische Bedeutung von Fotografie und Film. (Het is een project over de artistieke betekenis van fotografie en film.)
Das Projekt hat sich an der Hochschule für bildende Künste entwickelt. (Het project is ontstaan aan de Hochschule für Bildende Künste.)
Die Hochschule ist in den letzten Jahren durch viele Studierende bekannt geworden, die dort ihren Abschluss gemacht haben. (De kunstacademie is de laatste jaren bekend geworden door vele studenten die daar hun diploma hebben behaald.)
Sie hat sich auch zu einer Schule für Fotografie und Videokunst entwickelt. (Ze heeft zich ook ontwikkeld tot een opleiding voor fotografie en videokunst.)

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Tina und Ingo überlegen Sonntags Morgen beim Frühstück zusammen, was sie an dem regnerischen Tag noch machen können...

Tina en Ingo bedenken zondagochtend tijdens het ontbijt samen wat ze op de regenachtige dag nog kunnen doen...
1. Ingo: Hast du Lust, mal wieder ins Kino zu gehen? (Heb je zin om weer eens naar de bioscoop te gaan?)
2. Tina: Wir waren doch diesen Monat schon oft im Kino. Ich möchte mal etwas anderes machen. (We zijn deze maand al vrij vaak naar de bioscoop geweest. Ik wil wel iets anders doen.)
3. Ingo: Wir können ins Museum gehen, oder hast du eine andere Idee? (We kunnen naar het museum gaan, of heb jij een ander idee?)
4. Tina: Nicht ganz. Ich glaube, an der Hochschule für bildende Künste gibt es dieses Wochenende eine Veranstaltung. (Niet helemaal. Ik denk dat er dit weekend een evenement is aan de Hogeschool voor de beeldende kunsten.)
5. Ingo: Was für eine Veranstaltung? (Wat voor een evenement?)
6. Tina: Dort gibt es verschiedene Dinge. Eine Ausstellung über die Geschichte des Films in Deutschland. (Er is van alles. Een tentoonstelling over de geschiedenis van de film in Duitsland.)
7. Ingo: Das klingt interessant. Weißt du, was es noch gibt? (Dat klinkt interessant. Weet je wat er nog meer is?)
8. Tina: Ich glaube, es geht auch um die Geschichte der Fotografie, und abends spielt eine Band. (Ik geloof dat het ook over de geschiedenis van de fotografie gaat, en ’s avonds speelt er een band.)
9. Ingo: Oh, es gibt auch Musik? Dann lass uns da unbedingt hingehen. (Oh, is er ook muziek? Laten we daar dan zeker naartoe gaan.)
10. Tina: Perfekt. Ich rufe an und lasse uns auf die Gästeliste setzen. (Perfect. Ik bel ze en zorg dat we op de gastenlijst komen.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Warum möchte Tina nicht noch einmal ins Kino gehen?

(Waarom wil Tina niet nog een keer naar de bioscoop?)

2. Was schlägt Ingo als Alternative zum Kino vor?

(Wat stelt Ingo als alternatief voor de bioscoop voor?)

3. Welche Veranstaltung findet an der Hochschule für bildende Künste statt?

(Welke gebeurtenis vindt plaats aan de Hochschule für bildende Künste?)

4. Wie überzeugt Tina Ingo, zur Ausstellung zu gehen?

(Hoe overtuigt Tina Ingo om naar de tentoonstelling te gaan?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. Warum möchten Ingo und Tina diesmal nicht ins Kino gehen?
    2. Waarom willen Ingo en Tina deze keer niet naar de bioscoop gaan?
  2. Was gefällt Tina besonders an der Veranstaltung an der Hochschule für bildende Künste?
    3. Wat vindt Tina vooral leuk aan de activiteit op de hogeschool voor beeldende kunsten?
  3. Erzählen Sie von einer Ausstellung, die Sie besucht haben. Was hat Ihnen daran gefallen?
    4. Vertel over een tentoonstelling die u hebt bezocht. Wat vond u er leuk aan?
  4. Wie verbringen Sie am liebsten Ihre Freizeit, wenn Sie entspannen möchten?
    5. Hoe brengt u het liefst uw vrije tijd door als u wilt ontspannen?