10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie
In Deutschland sagt man: Vor dem Geburtstag gratulieren bringt Unglück. Deshalb ist es sehr wichtig, dass man erst am Geburtstag gratuliert.
In Duitsland zegt men: Voor de verjaardag feliciteren brengt ongeluk. Daarom is het heel belangrijk dat je pas op de verjaardag zelf feliciteert.

Oefening 1: Luistervaardigheid

Instructie: Bekijk de video en herken de woordenschat. Beantwoord vervolgens de onderstaande vragen.

Woord Vertaling
Zum Gefeliciteerd
Geburtstag met
viel je
Glück verjaardag
Heute ist ein besonderer Tag. (Vandaag is een bijzondere dag.)
Wir machen eine Überraschungsparty für Anna. (We organiseren een verrassingsfeest voor Anna.)
Anna hat morgen Geburtstag. (Anna is morgen jarig.)
Sie wird dreißig Jahre alt. (Ze wordt dertig.)
Wir kaufen einen großen Kuchen. (We kopen een grote taart.)
Mein Freund bringt Getränke mit. (Mijn vriend neemt drankjes mee.)
Deine Schwester schmückt den Raum. (Jouw zus versiert de kamer.)
Er lädt alle Freunde ein. (Hij nodigt al zijn vrienden uit.)
Wir sprechen nicht mit Anna über die Party. (We praten niet met Anna over het feest.)
Sie weiß nichts davon. (Ze weet er niets van.)
Ich freue mich sehr auf die Feier. (Ik kijk erg uit naar het feest.)
Wir beginnen um acht Uhr. (We beginnen om acht uur.)
Anna kommt um halb neun. (Anna komt om half negen binnen.)
Dann rufen wir: "Überraschung!". (Dan roepen we: "Verrassing!".)
Anna ist glücklich und dankbar. (Anna is blij en dankbaar.)
Das ist eine schöne Überraschung. (Dat is een mooie verrassing.)

Oefening 2: Dialoog

Instructie: Lees de dialoog en beantwoord de vragen.

Max und Julia planen Laras Geburtstag am Telefon.

Max en Julia plannen Laras verjaardag aan de telefoon.
1. Max: Guten Morgen, hast du einen Moment Zeit? (Goedemorgen, heb je even tijd?)
2. Julia: Guten Morgen, ja, natürlich. Was gibt es? (Goedemorgen, ja, natuurlijk. Wat is er aan de hand?)
3. Max: Lara hat bald Geburtstag und ich plane eine Überraschungsparty. (Lara is binnenkort jarig en ik organiseer een verrassingsfeestje.)
4. Julia: Eine Überraschungsparty? Das ist eine tolle Idee. Wie alt wird sie? (Een verrassingsfeestje? Wat een leuk idee. Hoe oud wordt ze?)
5. Max: Sie wird zweiunddreißig. Kannst du mir beim Vorbereiten helfen? (Ze wordt tweeëndertig. Kun je me helpen met de voorbereidingen?)
6. Julia: Ja, gern. Wie kann ich helfen? (Ja, graag. Waarmee kan ik helpen?)
7. Max: Kannst du einen Kuchen backen? Das Geschenk kaufe ich. (Kun je een taart bakken? Ik zorg voor het cadeau.)
8. Julia: Okay. Wann genau hat sie Geburtstag? (Oké. Wanneer is haar verjaardag precies?)
9. Max: Sie hat am Freitag Geburtstag. (Ze is vrijdag jarig.)
10. Julia: Wie überraschen wir sie? (Hoe verrassen we haar?)
11. Max: Wir verstecken uns in ihrem Zimmer und wenn sie kommt, singen wir 'Zum Geburtstag viel Glück'. (We verstoppen ons in haar kamer en als ze binnenkomt, zingen we 'Lang zal ze leven'.)
12. Julia: Super. Ich freue mich darauf. (Super. Ik kijk ernaar uit.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. Wie alt wird Lara?

(Hoe oud wordt Lara?)

2. Was soll Julia für die Party machen?

(Wat moet Julia voor het feest doen?)

3. Wann hat Lara Geburtstag?

(Wanneer is Lara jarig?)

4. Wie wollen Max und Julia Lara überraschen?

(Hoe willen Max en Julia Lara verrassen?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Beantwoord de vragen en corrigeer ze met je leraar.

  1. Wie feiern Sie normalerweise Ihren Geburtstag in Deutschland oder in Ihrem Heimatland?
    2. Hoe viert u gewoonlijk uw verjaardag in Duitsland of in uw eigen land?
  2. Haben Sie schon einmal eine Überraschungsparty für einen Freund oder Kollegen organisiert? Erzählen Sie kurz davon.
    3. Heeft u wel eens een verrassingsfeestje georganiseerd voor een vriend of collega? Vertel er kort over.
  3. Was schenken Sie Ihren Freunden oder Ihrer Familie zu besonderen Anlässen, zum Beispiel zum Geburtstag?
    4. Wat geeft u uw vrienden of familie cadeau bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld een verjaardag?
  4. Mögen Sie Überraschungspartys? Warum ja oder warum nicht?
    5. Vindt u verrassingsfeestjes leuk? Waarom wel of niet?