Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe Duitse adjectieven in de nominatief worden gebruikt met bepaalde en onbepaalde lidwoorden. Deze les legt uit hoe adjectieven van vorm veranderen afhankelijk van geslacht, aantal en lidwoord, inclusief praktische voorbeelden zoals 'der große Mann' en 'ein großer Mann'. Ontdek de verschillen met het Nederlands en zie handige woorden en uitdrukkingen om je woordenschat te versterken.
  1. Het bijvoeglijk naamwoord staat tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord.
  2. Het krijgt een uitgang – afhankelijk van het lidwoord, geslacht en aantal.
  3. Na „der/de/das“ en „ein/eine/ein“ ziet de uitgang er anders uit.
Beispielnomen (Voorbeeldzelfstandignaamwoorden)Mit bestimmtem Artikel (Met bepaald lidwoord)Mit unbestimmtem Artikel (Met onbepaald lidwoord)
der Mannder große Mann 🔊ein großer Mann 🔊
die Fraudie große Frau 🔊eine große Frau 🔊
das Kinddas große Kind 🔊ein großes Kind 🔊
die Kinderdie großen Kinder 🔊— große Kinder 🔊

Oefening 1: Adjektive im Nominativ mit bestimmten & unbestimmten Artikeln

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

kleiner, hässliche, kurzen, blonden, kleine, dünne, große, lange

1. Kurz:
Die ... Haare stehen ihr gut.
(Het korte haar staat haar goed.)
2. Dünn:
Die ... Katze heißt Fred.
(De dunne kat heet Fred.)
3. Klein:
Ein ... Hund gefällt mir gut.
(Een kleine hond bevalt mij goed.)
4. Hässlich:
Das ... Bild habe ich gemalt.
(Het lelijke beeld heb ik geschilderd.)
5. Blond:
Die ... Locken sind sehr schön.
(De blonde krullen zijn erg mooi.)
6. Groß:
Die ... Frau heißt Anna.
(De grote vrouw heet Anna.)
7. Lang:
Mir gefällt der ... Bart besser.
(Ik vind de lange baard beter.)
8. Klein:
Der ... Junge macht ein Foto.
(De kleine jongen maakt een foto.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Der ____ Mann hat braune Haare.

(De ____ man heeft bruin haar.)

2. Eine ____ Frau wartet an der Haltestelle.

(Een ____ vrouw wacht bij de halte.)

3. Das ____ Kind spielt im Park.

(Het ____ kind speelt in het park.)

4. Ich sehe den ____ Mann im Büro.

(Ik zie de ____ man op kantoor.)

5. Wir treffen ____ Leute auf der Party.

(We ontmoeten ____ mensen op het feest.)

6. Ein ____ Freund besucht mich heute.

(Een ____ vriend bezoekt me vandaag.)

Adjectieven in de nominatief met bepaalde en onbepaalde lidwoorden

In deze les leer je hoe je Duitse adjectieven correct gebruikt in de nominatief, wanneer ze gecombineerd worden met bepaalde (der, die, das) en onbepaalde lidwoorden (ein, eine, ein). Adjectieven beschrijven eigenschappen en moeten qua vorm overeenkomen met het geslacht, het aantal en het lidwoord van het zelfstandig naamwoord.

De basisvormen

Voorbeelden zoals der große Mann (de grote man) en ein großer Mann (een grote man) tonen het verschil in adjectiefuitgangen na bepaalde en onbepaalde lidwoorden. Het adjectief staat altijd tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord. De uitgang van het adjectief verandert afhankelijk van het lidwoord, het geslacht (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig) en enkel of meervoud.

Voorbeelden per geslacht en meervoud

  • Mannelijk: der große Mann / ein großer Mann
  • Vrouwelijk: die große Frau / eine große Frau
  • Onzijdig: das große Kind / ein großes Kind
  • Meervoud: die großen Kinder / – große Kinder

Praktische tips

Let goed op de adjectiefuitgangen, vooral bij onbepaalde lidwoorden, omdat deze vaker variëren dan bij bepaalde lidwoorden. Ook komt in het meervoud het lidwoord soms te vervallen, maar blijft het adjectief een passende uitgang houden.

Verschillen met het Nederlands

In tegenstelling tot het Duits kent het Nederlands geen adjectiefuitgangen die veranderen door het lidwoord of het geslacht van het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld, het Duitse ein großer Mann betekent in het Nederlands simpelweg "een grote man" zonder dat het bijvoeglijk naamwoord verandert. Het leren van deze Duitse regels vereist daarom extra aandacht voor de juiste adjectiefuitgangen en lidwoorden.

Handige woorden en zinnen:

  • der Mann – de man
  • die Frau – de vrouw
  • das Kind – het kind
  • ein großer Freund – een goede vriend

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Sophie Schmidt

Internationaal administratief management

Würzburger Dolmetscherschule

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 03:48